For more sentences try our free app.
Perfect Collection of English to Dutch Sentences. For more sentences download our free app
1 | Let’s try something. | Laten we iets proberen! |
2 | Let’s try something. | Laat ons iets proberen. |
3 | I have to go to sleep. | Ik moet gaan slapen. |
4 | Today is June 18th and it is Muiriel’s birthday! | Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel! |
5 | Muiriel is 20 now. | Muiriel is nu 20 jaar oud. |
6 | The password is “Muiriel”. | Het wachtwoord is “Muiriel”. |
7 | I will be back soon. | Ik ben zo terug. |
8 | I’m at a loss for words. | Ik heb er geen woorden voor. |
9 | This is never going to end. | Hier komt nooit een eind aan. |
10 | I just don’t know what to say. | Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen… |
11 | That was an evil bunny. | Dat was een slecht konijn. |
12 | I was in the mountains. | Ik was in de bergen. |
13 | Is it a recent picture? | Is dit een recente foto? |
14 | I don’t know if I have the time. | Ik weet niet of ik tijd heb. |
15 | Education in this world disappoints me. | Het onderwijs in deze wereld valt me tegen. |
16 | You’re in better shape than I am. | Je bent in een betere conditie dan ik. |
17 | You are in my way. | Je staat in de weg. |
18 | This will cost €30. | Dat zal € 30,- kosten. |
19 | I make €100 a day. | Ik verdien €100 per dag. |
20 | I may give up soon and just nap instead. | Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen. |
21 | It’s because you don’t want to be alone. | Dat is omdat je niet alleen wilt zijn. |
22 | That won’t happen. | Dat zal niet gebeuren. |
23 | Sometimes he can be a strange guy. | Soms kan hij een vreemde jongen zijn. |
24 | I’ll do my best not to disturb your studying. | Ik zal proberen je niet te storen bij het leren. |
25 | I can only wonder if this is the same for everyone else. | Ik kan me alleen maar afvragen, of het hetzelfde is voor alle anderen. |
26 | I suppose it’s different when you think about it over the long term. | Ik denk dat de zaak er wat anders voor staat wanneer je hierover nadenkt op de lange termijn. |
27 | I miss you. | Ik mis je. |
28 | I’ll call them tomorrow when I come back. | Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben. |
29 | I always liked mysterious characters more. | Ik heb altijd meer van mysterieuze personages gehouden. |
30 | You should sleep. | Je zou moeten slapen. |
31 | I’m going to go. | Ik ga. |
32 | I told them to send me another ticket. | Ik heb ze gezegd dat ze me een nieuw ticket moeten opsturen. |
33 | I told them to send me another ticket. | Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen. |
34 | I can’t live that kind of life. | Ik kan zo niet leven. |
35 | I once wanted to be an astrophysicist. | Ooit wilde ik astrofysicus worden. |
36 | I never liked biology. | Ik heb nooit van biologie gehouden. |
37 | The last person I told my idea to thought I was nuts. | De vorige persoon aan wie ik mijn idee vertelde, dacht dat ik gestoord was. |
38 | If the world weren’t in the shape it is now, I could trust anyone. | Als de wereld niet was zoals ze is, zou ik iedereen kunnen vertrouwen. |
39 | It is unfortunately true. | Helaas is het waar. |
40 | They are too busy fighting against each other to care for common ideals. | Ze zijn er te druk mee elkaar te bevechten om zich om gemeenschappelijke idealen te bekommeren. |
41 | Most people think I’m crazy. | De meeste mensen denken dat ik gek ben. |
42 | No I’m not; you are! | Nee, ik ben het niet, jij bent het! |
43 | That’s MY line! | Dat moest ík zeggen! |
44 | He’s kicking me! | Hij schopt me! |
45 | Are you sure? | Weet je het zeker? |
46 | Are you sure? | Zijt ge zeker? |
47 | Are you sure? | Weet u dat zeker? |
48 | Then there is a problem… | Dan hebben we een probleem… |
49 | Oh, there’s a butterfly! | O, hier zit een vlinder! |
50 | Hurry up. | Schiet op! |
51 | It doesn’t surprise me. | Het verbaast me niet. |
52 | For some reason I feel more alive at night. | Om de één of andere reden ben ik ‘s nachts levendiger. |
53 | It depends on the context. | Dat hangt af van de context. |
54 | That’s the stupidest thing I’ve ever said. | Dat is het domste wat ik ooit gezegd heb. |
55 | I don’t want to be lame; I want to be cool!! | Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!! |
56 | When I grow up, I want to be a king. | Als ik later groot ben, wil ik koning worden. |
57 | America is a lovely place to be, if you are here to earn money. | Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen. |
58 | I’m so fat. | Ik ben zo dik. |
59 | So what? | Dus? |
60 | So what? | En? |
61 | I’m gonna shoot him. | Ik ga hem neerschieten. |
62 | I’m not a real fish, I’m just a mere plushy. | Ik ben geen echte vis, ik ben maar een knuffelbeest. |
63 | I’m just saying! | Ik zeg het alleen maar! |
64 | That was probably what influenced their decision. | Dat was waarschijnlijk wat hun beslissing beïnvloed heeft. |
65 | I’ve always wondered what it’d be like to have siblings. | Ik heb me altijd afgevraagd hoe het zou zijn om broertjes en zusjes te hebben. |
66 | This is what I would have said. | Dat zou ik gezegd hebben. |
67 | It would take forever for me to explain everything. | Ik heb een eeuwigheid nodig om alles uit te leggen. |
68 | It would take forever for me to explain everything. | Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen. |
69 | That’s because you’re a girl. | Dat komt doordat je een meisje bent. |
70 | Sometimes I can’t help showing emotions. | Soms kan ik mijn emoties niet bedwingen. |
71 | It’s a word I’d like to find a substitute for. | Het is een woord waarvoor ik graag een vervanging zou vinden. |
72 | It would be something I’d have to program. | Dat zou iets zijn wat ik zou moeten programmeren. |
73 | I don’t intend to be selfish. | Het is niet mijn bedoeling om zelfzuchtig te zijn. |
74 | Let’s consider the worst that could happen. | Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval. |
75 | How many close friends do you have? | Hoeveel intieme vrienden heb je? |
76 | I may be antisocial, but it doesn’t mean I don’t talk to people. | Ik ben misschien niet erg sociaal, maar dat betekent nog niet dat ik niet met mensen omga. |
77 | This is always the way it has been. | Dat is altijd zo geweest. |
78 | One can always find time. | Men kan altijd wel tijd vinden. |
79 | I’d be unhappy, but I wouldn’t kill myself. | Ik zou ongelukkig zijn, maar ik zou geen zelfmoord plegen. |
80 | Back in high school, I got up at 6 a.m. every morning. | Toen ik nog op de middelbare school zat, stond ik elke morgen om 6 uur op. |
81 | When I woke up, I was sad. | Toen ik wakker werd, was ik verdrietig. |
82 | That is somewhat explained at the end. | Dat wordt aan het eind enigszins uitgelegd. |
83 | I thought you liked to learn new things. | Ik dacht dat je graag nieuwe dingen leerde. |
84 | Most people write about their daily life. | De meeste mensen schrijven over hun dagelijks leven. |
85 | If I could send you a marshmallow, Trang, I would. | Als ik je een spekje kon sturen, Trang, zou ik het doen. |
86 | In order to do that, you have to take risks. | Om dat te doen, moet je risico’s nemen. |
87 | Why do you ask? | Waarom vraag je dat? |
88 | Why do you ask? | Waarom vraagt u dat? |
89 | I can’t tell her now. It’s not that simple anymore. | Ik kan haar dat nu niet zeggen. Dat is niet zo eenvoudig meer. |
90 | I am a flawed person, but these are flaws that can easily be fixed. | Ik ben een mens met tekortkomingen, maar het zijn tekortkomingen die makkelijk verholpen kunnen worden. |
91 | Whenever I find something I like, it’s too expensive. | Steeds wanneer ik iets vind dat me bevalt, is het te duur. |
92 | How long did you stay? | Hoelang ben je gebleven? |
93 | Maybe it will be exactly the same for him. | Misschien is het voor hem wel precies zo. |
94 | Innocence is a beautiful thing. | Onschuld is een schone zaak. |
95 | Humans were never meant to live forever. | Het was nooit de bedoeling dat mensen eeuwig zouden leven. |
96 | I don’t want to lose my ideas, even though some of them are a bit extreme. | Ik wil mijn ideeën niet kwijtraken, zelfs als sommige ervan een beetje extreem zijn. |
97 | I think I have a theory about that. | Ik geloof dat ik daarover een theorie heb. |
98 | That is intriguing. | Dat maakt nieuwsgierig. |
99 | You are saying you intentionally hide your good looks? | Bedoel je dat je met opzet je schoonheid verbergt? |
100 | I do not have an account in these forums. | Ik ben niet geregistreerd op deze forums. |
101 | I do not have an account in these forums. | Ik heb geen profiel op deze fora. |
102 | If anyone was to ask what the point of the story is, I really don’t know. | Mocht iemand vragen waar het in het verhaal om gaat, zou ik het echt niet weten. |
103 | I didn’t know where it came from. | Ik wist niet waar het vandaan kwam. |
104 | I think my living with you has influenced your way of living. | Ik denk dat ons samenwonen je manier van leven beïnvloed heeft. |
105 | This is not important. | Dat is niet belangrijk. |
106 | I didn’t like it. | Ik vond het niet leuk. |
107 | She’s asking how that’s possible. | Ze vraagt hoe dat kan. |
108 | You’re just running away from life’s problems. | Je gaat de problemen van het leven gewoon uit de weg. |
109 | If you look at the lyrics, they don’t really mean much. | Als je op de tekst van het liedje let, dan gaat het eigenlijk nergens over. |
110 | There’s a problem there that you don’t see. | Er is een probleem dat je niet ziet. |
111 | You can do it. | Je kunt het! |
112 | My physics teacher doesn’t care if I skip classes. | Het maakt mijn natuurkundeleraar niet uit als ik de lessen verzuim. |
113 | I wish I could go to Japan. | Ik zou graag naar Japan kunnen gaan. |
114 | I hate it when there are a lot of people. | Ik haat het als er veel mensen zijn. |
115 | I have to go to bed. | Ik moet gaan slapen. |
116 | I have to go to bed. | Ik moet naar bed. |
117 | After that, I left, but then I realized that I forgot my backpack at their house. | Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m’n rugzak bij hen thuis heb laten liggen. |
118 | I won’t ask you anything else today. | Ik zal jullie vandaag verder niets vragen. |
119 | I won’t ask you anything else today. | Ik zal je vandaag verder niets vragen. |
120 | It may freeze next week. | Volgende week gaat het misschien vriezen. |
121 | Even though he apologized, I’m still furious. | Hoewel hij zich verontschuldigd heeft, ben ik nog steeds razend. |
122 | The police will get you to find the bullets. | De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden. |
123 | Thanks for having explained to me at last why people take me for an idiot. | Bedankt dat u me eindelijk uitgelegd heeft waarom men mij voor een idioot houdt. |
124 | That wasn’t my intention. | Dat was niet mijn bedoeling. |
125 | Thanks for your explanation. | Bedankt voor de uitleg. |
126 | Theoretically, I’m doing math. | In theorie ben ik net met wiskunde bezig. |
127 | If you didn’t know me that way then you simply didn’t know me. | Als u me zo niet kende, dan kende u me überhaupt niet. |
128 | It almost scared me not to see you online for a whole day. | Ik vond het haast eng om je een hele dag niet online te zien. |
129 | I don’t know what you mean. | Ik weet niet wat je bedoelt. |
130 | My computer has got to be useful for something. | Mijn computer moet ergens goed voor zijn. |
131 | You wanted to tell me about freedom? | Wilde je me over vrijheid vertellen? |
132 | Uh, now it’s really weird… | Eh, nou is het echt raar… |
133 | If I wanted to scare you, I would tell you what I dreamt about a few weeks ago. | Als ik je wilde bang maken, zou ik je vertellen waar ik een paar weken geleden over gedroomd heb. |
134 | One can’t expect everything from schools. | Je kan niet alles van de scholen verwachten. |
135 | There are many words that I don’t understand. | Er staan veel woorden die ik niet begrijp. |
136 | I don’t like it when mathematicians who know much more than I do can’t express themselves explicitly. | Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken. |
137 | You’re really not stupid. | Je bent echt niet dom. |
138 | I need to ask you a silly question. | Ik moet je een domme vraag stellen. |
139 | I don’t know how to demonstrate it, since it’s too obvious! | Ik weet niet hoe ik dat moet aantonen, zo vanzelfsprekend is het! |
140 | I don’t know how to demonstrate it, since it’s too obvious! | Ik weet niet hoe ik dat moet bewijzen, aangezien het zo duidelijk is! |
141 | I wouldn’t have thought I would someday look up “Viagra” in Wikipedia. | Ik had nooit gedacht dat ik op een dag het woord “viagra” zou opzoeken op Wikipedia. |
142 | Can it be phrased in another way? | Kan dat ook anders geformuleerd worden? |
143 | No one will know. | Niemand komt erachter. |
144 | I found a solution, but I found it so fast that it can’t be the right solution. | Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen. |
145 | It seems interesting to me. | Dat lijkt me interessant! |
146 | Except that here, it’s not so simple. | Behalve dan dat het hier niet zo eenvoudig is. |
147 | I like candlelight. | Ik hou van kaarslicht. |
148 | What did you answer? | Wat heb je geantwoord? |
149 | No, he’s not my new boyfriend. | Nee, dit is niet mijn nieuwe vriendje. |
150 | It’s too bad that I don’t need to lose weight. | Jammer dat ik niet hoef af te vallen. |
151 | You never have class or what?! | Heb je nooit les of zo? |
152 | I will play Sudoku then instead of continuing to bother you. | Dan ga ik wel sudokuspelen, in plaats van jou nog verder te storen. |
153 | I can only wait. | Ik kan alleen maar wachten. |
154 | It’s not much of a surprise, is it? | Dat is niet echt een verrassing toch? |
155 | I love you. | Ik hou van je. |
156 | I love you. | Ik zie u graag. |
157 | I don’t like you anymore. | Ik vind je niet meer leuk. |
158 | I am curious. | Ik ben nieuwsgierig. |
159 | Congratulations! | Gefeliciteerd. |
160 | I don’t want to wait that long. | Ik wil niet zo lang wachten. |
161 | Why don’t you come visit us? | Waarom kom je niet bij ons op bezoek? |
162 | But the possibility seems unlikely. | Maar het is niet erg waarschijnlijk. |
163 | But the possibility seems unlikely. | Maar die mogelijkheid lijkt onwaarschijnlijk. |
164 | I shouldn’t have logged off. | Ik had me niet moeten afmelden. |
165 | I shouldn’t have logged off. | Ik had niet moeten uitloggen. |
166 | I don’t know what to do anymore. | Ik weet niet meer wat ik moet doen. |
167 | It is inevitable that I go to France someday, I just don’t know when. | Het is onvermijdelijk dat ik ooit een keer naar Frankrijk ga, ik weet alleen niet wanneer. |
168 | I hate chemistry. | Ik haat scheikunde. |
169 | I didn’t want this to happen. | Ik wilde niet dat dit zou gebeuren. |
170 | I didn’t want this to happen. | Ik had niet gewild dat dit gebeurde. |
171 | You can probably guess what happens though. | Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren. |
172 | Next thing you know, you’ll be in the papers. | Voor je het doorhebt, sta je in de krant. |
173 | What other options do I have? | Welke mogelijkheden heb ik verder nog? |
174 | I am not much of a traveller. | Ik ben geen echte reiziger. |
175 | I have nothing better to do. | Ik heb niks beters te doen. |
176 | I can’t explain it either. | Ik kan het ook niet verklaren. |
177 | I can’t explain it either. | Ik kan het ook niet uitleggen. |
178 | Everyone has strengths and weaknesses. | Iedereen heeft sterke en zwakke punten. |
179 | Seriously though, episode 21 made me almost cry while laughing. | Maar even serieus, om aflevering 21 moest ik zowat huilen van het lachen. |
180 | It only shows you’re not a robot. | Het laat alleen maar zien dat je geen robot bent. |
181 | How could I be a robot? Robots don’t dream. | Hoe zou ik een robot kunnen zijn? Robots dromen niet. |
182 | It’s not something anyone can do. | Dat is niet iets wat iedereen kan doen. |
183 | I don’t know if I still have it. | Ik weet niet of ik het nog heb. |
184 | What do you think I’ve been doing? | Wat denk je dat ik aan het doen was? |
185 | Don’t underestimate my power. | Onderschat mijn macht niet. |
186 | Don’t underestimate my power. | Onderschat mijn kracht niet. |
187 | My mom doesn’t speak English very well. | Mijn moeder spreekt niet zo erg goed Engels. |
188 | I was wondering if you were going to show up today. | Ik vroeg me af of je vandaag zou komen opdagen. |
189 | Therein lies the problem. | Dat is nu juist het probleem. |
190 | How do you find food in outer space? | Hoe vind je eten in de ruimte? |
191 | All you can do is trust one another. | Het enige wat jullie kunnen doen, is elkaar vertrouwen. |
192 | Everyone wants to meet you. You’re famous! | Iedereen wil u ontmoeten, u bent een beroemdheid! |
193 | Everyone wants to meet you. You’re famous! | Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd! |
194 | Why are you sorry for something you haven’t done? | Waarom heb je spijt van iets dat je niet gedaan hebt? |
195 | I utterly despise formal writing! | Ik heb een ontzettende hekel aan een formele schrijfstijl! |
196 | Foreign people intrigue me. | Buitenlanders zijn interessant. |
197 | Foreign people intrigue me. | Buitenlanders intrigeren me. |
198 | Foreign people intrigue me. | Buitenlanders maken me nieuwsgierig. |
199 | Foreign people intrigue me. | Buitenlanders maken mij nieuwsgierig. |
200 | Whatever I do, she says I can do better. | Wat ik ook doe, zij zegt dat ik het beter had kunnen doen. |
201 | Whatever I do, she says I can do better. | Wat ik ook doe, zij zegt dat ik het beter kan. |
202 | What keeps you up so late? | Waarom slaap je zo laat nog niet? |
203 | What keeps you up so late? | Waarom ben je zo laat nog op? |
204 | You’d be surprised what you can learn in a week. | Je zou verbaasd staan over wat je in een week leren kan. |
205 | I don’t have anyone who’d travel with me. | Er is niemand die met mij mee wil. |
206 | I don’t have anyone who’d travel with me. | Ik heb niemand die met mij zou reizen. |
207 | You’re not fast enough. | Je bent niet snel genoeg. |
208 | Life is hard, but I am harder. | Het leven is hard, maar ik ben harder. |
209 | Bearing can be unbearable. | Verdragen kan onverdraaglijk zijn. |
210 | Stop it! You’re making her feel uncomfortable! | Hou op! Je brengt haar in verlegenheid! |
211 | Nothing is beautiful but the truth. | Alleen de waarheid is schoon. |
212 | Tomorrow, he will land on the moon. | Morgen landt hij op de maan. |
213 | I don’t speak Japanese. | Ik spreek geen Japans. |
214 | This is a pun. | Dat is een woordspeling. |
215 | Nobody understands me. | Niemand begrijpt me. |
216 | I learned to live without her. | Ik heb geleerd te leven zonder haar. |
217 | It’s useless to keep on thinking any more. | Het heeft geen zin om nog langer na te denken. |
218 | I have too many things on my mind these days. | Ik heb te veel dingen aan mijn hoofd op het moment. |
219 | I just wanted to check my email. | Ik wilde gewoon mijn e-mail checken. |
220 | Do you really need to ask the question to know the answer? | Moet je echt de vraag stellen om het antwoord te weten te komen? |
221 | You can’t expect me to always think of everything! | Je kunt niet van me verwachten dat ik altijd overal aan denk! |
222 | I suppose that behind each thing we have to do, there’s something we want to do… | Ik vermoed, dat achter alles wat we doen moeten, wel iets zit, wat we doen willen… |
223 | You really don’t have the right priorities! | Je hebt echt de verkeerde prioriteiten. |
224 | Don’t expect others to think for you! | Verwacht niet dat anderen voor jou denken. |
225 | You never have time for important things! | Jij hebt nooit tijd voor de belangrijke dingen! |
226 | It’s no use pretending to make me believe that I believe things you don’t believe! | Het heeft geen zin te doen alsof om mij te laten geloven dat ik dingen geloof die jij niet gelooft! |
227 | It would take me too much time to explain to you why it’s not going to work. | Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken. |
228 | I’m so dumb… I’m trying to explain things to you that I don’t understand myself. | Ik ben zo stom… Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp. |
229 | Stop seeing me as a “normal” person! | Hou op me als een “normaal” iemand te zien! |
230 | Are you referring to me? | Bedoelt u mij? |
231 | There will always be things I will never learn, I don’t have eternity before me! | Er zijn altijd dingen die ik nooit zal leren, ik heb de eeuwigheid niet voor de boeg. |
232 | It can’t be! | Dat kan niet waar zijn! |
233 | I wish I could care more about my grades but it seems that, at a certain point of my life, I decided they wouldn’t be so important anymore. | Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn. |
234 | Would you like something to drink? | Wil je wat drinken? |
235 | Would you like something to drink? | Wil je iets om te drinken? |
236 | Would you like something to drink? | Wil je iets te drinken? |
237 | Who is it? “It’s your mother.” | Wie is het? “Het is je moeder.” |
238 | When will you be back? “It all depends on the weather.” | Wanneer kom je terug? “Dat hangt helemaal van het weer af.” |
239 | What’s the matter? asked the little white rabbit. | Wat is er? vroeg het kleine witte konijn. |
240 | What’s going on in the cave? I’m curious. “I have no idea.” | Wat gebeurt er in de grot? Ik ben nieuwsgierig. “Ik heb geen idee.” |
241 | Uh… How’s that working? | Uh… Hoe werkt dat? |
242 | The phone is ringing. “I’ll get it.” | De telefoon gaat over. “Ik zal hem wel opnemen.” |
243 | She likes music. “So do I.” | Zij houdt van muziek. “Ik ook.” |
244 | Please don’t cry. | Niet huilen alsjeblieft. |
245 | I want a boat that will take me far away from here. | Ik wil een boot die me hier ver vandaan brengt. |
246 | I feel like playing cards. “So do I.” | Ik heb zin om te kaarten. “Ik ook.” |
247 | Haven’t we met somewhere before? asked the student. | Ken ik jou niet ergens van? vroeg de student. |
248 | Haven’t we met somewhere before? asked the student. | Ken ik u niet ergens van? vroeg de student. |
249 | A Japanese would never do such a thing. | Dat zou een Japanner nooit doen. |
250 | A Japanese would never do such a thing. | Een Japanner zou zoiets nooit doen. |
251 | Allen is a poet. | Allen is een dichter. |
252 | The archer killed the deer. | De boogschutter doodde het hert. |
253 | In the 1950’s, the Finns were cited as having one of the least healthy diets in the world. | In de jaren 50 werd van de Finnen gezegd, dat zij een van de ongezondste voedingspatronen in de wereld hadden. |
254 | If you see a mistake, then please correct it. | Als je een fout ziet, verbeter die dan alsjeblieft. |
255 | If you see a mistake, then please correct it. | Als u een fout ziet, verbeter die dan alstublieft. |
256 | Place the deck of cards on the oaken table. | Plaats het spel kaarten op de eiken tafel. |
257 | Place the deck of cards on the oaken table. | Leg het spel kaarten op de eiken tafel. |
258 | The Germans are very crafty. | Duitsers zijn zeer sluw. |
259 | The Germans are very crafty. | Duitsers zijn zeer gewiekst. |
260 | If you don’t eat, you die. | Als je niet eet, ga je dood. |
261 | How do you spell “pretty”? | Hoe schrijf je “pretty”? |
262 | Why don’t we go home? | Waarom gaan we niet naar huis? |
263 | I’m sorry, I can’t stay long. | Het spijt me, maar ik kan niet lang blijven. |
264 | Ten years is a long time to wait. | Tien jaar is een lange tijd om te wachten. |
265 | Democracy is the worst form of government, except all the others that have been tried. | Democratie is de slechtste regeringsvorm, met uitzondering van alle andere vormen die de mensheid tot nu toe heeft uitgeprobeerd. |
266 | Democracy is the worst form of government, except all the others that have been tried. | Democratie is de slechtste regeringsvorm, met uitzondering van alle andere vormen die zijn uitgeprobeerd. |
267 | When you’re beginning to look like the photo in your passport, you should go on a holiday. | Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan. |
268 | It wasn’t me, commissioner! | Ik was het niet, commissaris! |
269 | When I left the train station, I saw a man. | Toen ik het treinstation uitging, zag ik een man. |
270 | You’re an angel! | Je bent een engel! |
271 | Thank you very much! | Heel erg bedankt! |
272 | Thank you very much! | Hartelijk bedankt! |
273 | Thank you very much! | Heel hartelijk bedankt. |
274 | It’s a surprise. | Het is een verrassing. |
275 | The only useful answers are those that raise new questions. | De enige nuttige antwoorden zijn die antwoorden die nieuwe vragen oproepen. |
276 | To have doubts about oneself is the first sign of intelligence. | Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie. |
277 | Do you speak Italian? | Spreekt u Italiaans? |
278 | Do you speak Italian? | Spreek je Italiaans? |
279 | May I ask a question? | Mag ik een vraag stellen? |
280 | It’s quite difficult to master French in 2 or 3 years. | Het is best moeilijk om in 2, 3 jaar goed Frans te leren. |
281 | It’s quite difficult to master French in 2 or 3 years. | Het is best moeilijk om Frans in 2 of 3 jaar te beheersen. |
282 | I don’t want to spend the rest of my life regretting it. | Ik wil er niet de rest van mijn leven spijt van hebben. |
283 | I would never have guessed that. | Dat zou ik nooit gedacht hebben. |
284 | That is rather unexpected. | Dat is nogal onverwacht. |
285 | I can’t live without a TV. | Zonder tv kan ik niet leven. |
286 | I think exams are ruining education. | Ik vind dat examens het onderwijs verpesten. |
287 | We can’t sleep because of the noise. | We kunnen niet slapen vanwege het lawaai. |
288 | Do you have a condom? | Heb je een condoom? |
289 | It took me more than two hours to translate a few pages of English. | Het kostte me meer dan twee uur om een paar pagina’s in het Engels te vertalen. |
290 | It is already eleven. | Het is al elf uur. |
291 | Hey, I may have no money, but I still have my pride. | Hé, ik mag dan geen geld hebben, maar ik heb nog wel mijn trots. |
292 | I have a dream. | Ik heb een droom. |
293 | All that which is invented, is true. | Alles wat is uitgevonden, is waar. |
294 | To be surprised, to wonder, is to begin to understand. | Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen. |
295 | But the universe is infinite. | Maar het heelal is oneindig. |
296 | We don’t see things as they are, but as we are. | We zien de dingen niet zoals ze zijn, maar zoals we zelf zijn. |
297 | The world is a den of crazies. | De wereld is een hok met gekken. |
298 | My name is Jack. | Ik heet Jack. |
299 | I like it very much. | Dat vind ik erg leuk. |
300 | Is it far from here? | Is het hier ver vandaan? |
301 | Thanks, that’s all. | Dank je, dat is alles. |
302 | Thanks, that’s all. | Bedankt, dat is alles. |
303 | Would you like to dance with me? | Wil je met me dansen? |
304 | It’s not my fault! | Het is niet mijn schuld! |
305 | Where are the showers? | Waar zijn de douches? |
306 | Open your mouth! | Doe je mond open. |
307 | I have lost my wallet. | Ik heb mijn portemonnee verloren. |
308 | Love is never wasted. | Liefde kun je niet verspillen. |
309 | Not wanting is the same as having. | Niet willen is hetzelfde als hebben. |
310 | He’s very sexy. | Hij is heel sexy. |
311 | Thanks to you I’ve lost my appetite. | Het is jouw schuld dat ik mijn eetlust kwijt ben. |
312 | Who doesn’t know this problem?! | Wie kent dit probleem niet! |
313 | It is very hot today. | Het is erg warm vandaag. |
314 | Nobody came. | Er is niemand gekomen. |
315 | My eyes are an ocean in which my dreams are reflected. | Mijn ogen zijn een oceaan waarin mijn dromen weerspiegelen. |
316 | You know the phrase, we reap what we sow. I have sown the wind and this is my storm. | Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm. |
317 | What would the world be without women? | Wat zou de wereld zonder vrouwen zijn? |
318 | I don’t know what to say to make you feel better. | Ik weet niet wat te zeggen opdat je je beter zou voelen. |
319 | I’m tired. | Ik ben moe. |
320 | Speak more slowly, please! | Kunt u langzamer spreken alstublieft? |
321 | When do we arrive? | Wanneer zullen we er zijn? |
322 | The check, please. | De rekening, alstublieft. |
323 | I have a headache. | Ik heb hoofdpijn. |
324 | How are you? Did you have a good trip? | Hoe gaat het met u? Hebt u een goede reis gehad? |
325 | I don’t feel well. | Ik voel me niet goed. |
326 | I don’t feel well. | Ik voel me niet lekker. |
327 | Call the police! | Roep de politie! |
328 | It’s too expensive! | Dat is te duur! |
329 | Merry Christmas! | Vrolijk kerstfeest! |
330 | You should have listened to me. | Ge hadt naar mij moeten luisteren. |
331 | He would be glad to hear that. | Hij zou blij zijn dat te horen. |
332 | Don’t ask what they think. Ask what they do. | Vraag niet wat ze denken. Vraag wat ze doen. |
333 | What changes the world is communication, not information. | Wat de wereld verandert, is communicatie, niet informatie. |
334 | The past can only be known, not changed. The future can only be changed, not known. | Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen. |
335 | The past can only be known, not changed. The future can only be changed, not known. | Het verleden kan men kennen, maar niet veranderen. De toekomst kan men veranderen, maar niet kennen. |
336 | I’m starving! | Ik ga dood van de honger! |
337 | A cubic meter corresponds to 1000 liters. | Een kubieke meter correspondeert met 1000 liter. |
338 | I am married and have two children. | Ik ben getrouwd en heb twee kinderen. |
339 | Why don’t you eat vegetables? | Waarom eet je geen groenten? |
340 | Why do people go to the movies? | Waarom gaan mensen naar de cinema? |
341 | Why do people go to the movies? | Waarom gaan mensen naar de bioscoop? |
342 | There are no real visions. | Echte visioenen bestaan niet. |
343 | Creationism is a pseudo-science. | Het creationisme is een pseudowetenschap. |
344 | A democrat is a free citizen who yields to the will of the majority. | Een democraat is een vrije burger die de wil van de meerderheid aanvaardt. |
345 | Where there’s a will, there’s a way. | Waar een wil is, is een weg. |
346 | Who searches, finds. | Wie zoekt, zal vinden. |
347 | Who searches, finds. | Wie zoekt, die zal vinden. |
348 | Who searches, finds. | Wie zoekt, die vindt. |
349 | Silence gives consent. | Wie zwijgt, stemt toe. |
350 | Why does one say “Good day” when the day is not good? | Waarom zegt men “Goedendag” wanneer de dag niet goed is? |
351 | I don’t understand German. | Ik versta geen Duits. |
352 | I made my decision. | Ik heb mijn beslissing genomen. |
353 | I give you my word. | Ik geef u mijn woord. |
354 | I give you my word. | Ik geef je mijn woord. |
355 | You are the great love of my life. | Je bent de grote liefde van mijn leven. |
356 | The whole is greater than the sum of the parts. | Het geheel is meer dan de som der delen. |
357 | Mathematicians are poets, except that they have to prove what their fantasy creates. | Wiskundigen zijn dichters, alleen moeten ze de vruchten van hun fantasie ook nog bewijzen. |
358 | Don’t worry, be happy! | Maak je geen zorgen, wees blij! |
359 | I find foreign languages very interesting. | Ik vind vreemde talen erg interessant. |
360 | I don’t like learning irregular verbs. | Ik hou niet van onregelmatige werkwoorden leren. |
361 | Take a book and read it. | Pak een boek en lees het! |
362 | You make me dream. | Ge doet mij dromen. |
363 | He’s already a man. | Hij is al een man. |
364 | I’m afraid to fall. | Ik ben bang om te vallen. |
365 | It’s cold. | Het is koud. |
366 | I’m thirsty. | Ik heb dorst. |
367 | You didn’t tell him anything? | Heb je hem niks gezegd? |
368 | You’re irresistible. | Je bent onweerstaanbaar. |
369 | Could you call again later, please? | Zou je misschien later kunnen terugbellen? |
370 | Life is beautiful. | Het leven is mooi. |
371 | Life is beautiful. | Het leven is prachtig! |
372 | I can’t cut my nails and do the ironing at the same time! | Ik kan niet tegelijk mijn nagels knippen en de strijk doen! |
373 | Are you for or against abortions? | Ben je voor of tegen abortus? |
374 | Hey, look, a three-headed monkey! | Hé, kijk, een driekoppige aap! |
375 | I love lasagna. | Ik hou van lasagne. |
376 | I love lasagna. | Ik ben dol op lasagne. |
377 | What is your greatest source of inspiration? | Wat is jouw grootste inspiratiebron? |
378 | There are people in the world so hungry, that God cannot appear to them except in the form of bread. | Er zijn mensen in de wereld die zo’n honger hebben, dat God alleen in de vorm van brood aan hen kan verschijnen. |
379 | Anything that is too stupid to be spoken is sung. | Alles wat te stom is om te zeggen, wordt gezongen. |
380 | It requires wisdom to understand wisdom: the music is nothing if the audience is deaf. | Het vereist wijsheid om wijsheid te verstaan: muziek is niets wanneer het publiek doof is. |
381 | I was rereading the letters you sent to me. | Ik was de brieven die je me gestuurd hebt aan het herlezen. |
382 | I don’t want to go to school. | Ik wil niet naar school. |
383 | It’s over between us. Give me back my ring! | Het is uit tussen ons. Geef me mijn ring terug! |
384 | It is raining. | Het regent. |
385 | She’s really smart, isn’t she? | Zij is echt slim, niet? |
386 | An opinion is shocking only if it is a conviction. | Een mening is alleen schokkerend wanneer ze een overtuiging is. |
387 | Justice is expensive. | Gerechtigheid is duur. |
388 | Too late. | Te laat. |
389 | I went to the zoo yesterday. | Ik ging gisteren naar de dierentuin. |
390 | Hello? Are you still here? | Hallo? Bent u er nog? |
391 | I slept a little during lunch break because I was so tired. | Ik heb tijdens de lunchpauze een tukje gedaan omdat ik erg moe was. |
392 | It’s practical to have a laptop. | Het is handig om een laptop te hebben. |
393 | I lost my inspiration. | Ik ben mijn inspiratie kwijt. |
394 | It doesn’t mean anything! | Dat wil niets zeggen! |
395 | Close the door when you leave. | Sluit de deur bij het weggaan. |
396 | Close the door when you leave. | Doe de deur dicht als je weggaat. |
397 | Close the door when you leave. | Sluit de deur wanneer je vertrekt. |
398 | Yes, it happens from time to time. | Ja, het gebeurt van tijd tot tijd. |
399 | The student decided to abridge his paper by taking out unnecessary details. | De student besloot zijn paper in te korten door de overbodige details eruit te halen. |
400 | To him, hunger was an abstract concept; he always had enough to eat. | Honger was voor hem een abstract begrip; hij had altijd genoeg te eten. |
401 | If I gave no answer, I would not have spoken. | Als ik geen antwoord gaf zou ik niet gesproken hebben. |
402 | When both girls told John they had feelings for him, he was in a quandary as to which girl he should be with. | Toen de twee meisjes aan John hun gevoelens kenbaar maakten, wist hij niet met welk meisje hij moest meegaan. |
403 | The witnesses were able to refute the false testimony of the suspect. | De getuigen konden de valse verklaring van de verdachte weerleggen. |
404 | A small forest fire can easily spread and quickly become a great conflagration. | Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden. |
405 | The news article painted the defendant as a guilty man, even though he had been proven innocent. | Het nieuwsbericht beeldde de verdachte als schuldig af, hoewel hij onschuldig bevonden was. |
406 | I dreamt about you. | Ik heb van jou gedroomd. |
407 | I was late to school. | Ik was te laat op school. |
408 | I think I’m gonna sneeze. Give me a tissue. | Ik denk dat ik ga niezen… geef mij een zakdoek. |
409 | But you’ve never told me about this! | Maar dat heb je me nooit verteld! |
410 | Take the other chair! | Neem de andere stoel! |
411 | Did you say that I could never win? | Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen? |
412 | What happened? There’s water all over the apartment. | Wat is er gebeurd? Er ligt water door heel het appartement! |
413 | Life starts when you decide what you are expecting from it. | Het leven begint, wanneer je beslist wat je ervan verwacht. |
414 | Life begins when you’re ready to live it. | Het leven begint wanneer je klaar bent om het te leven. |
415 | It is never too late to learn. | Het is nooit te laat om te leren. |
416 | He told me the story of his life. | Hij vertelde me zijn levensverhaal. |
417 | What are you talking about? | Waar heb je het over? |
418 | What are you talking about? | Waar praat je over? |
419 | I want a piece of candy. | Ik wil een snoepje. |
420 | I knew that today would be fun. | Ik wist wel dat het vandaag leuk ging worden. |
421 | The police are really good at understanding “Someone stole my credit card and ran up a lot of charges.” It’s a lot harder to get them to buy into “Someone stole my magic sword.” | De politie is er heel goed in om te begrijpen dat iemand mijn creditcard gestolen heeft en een heleboel geld heeft opgenomen. Het is veel moeilijker om ze bij te brengen dat “iemand mijn magische zwaard gestolen heeft”. |
422 | When are we eating? I’m hungry! | Wanneer eten we? Ik heb honger. |
423 | Thank you. “You’re welcome.” | Bedankt. “Graag gedaan.” |
424 | Winter is my favorite season. | De winter is mijn lievelingsseizoen. |
425 | I learned a lot from you. | Ik heb veel van je geleerd. |
426 | He’s sleeping like a baby. | Hij slaapt als een roos. |
427 | I want a massage. I need to relax. | Ik wil een massage. Ik moet ontspannen. |
428 | I want a massage. I need to relax. | Ik wil een massage. Ik moet relaxen. |
429 | He disappeared without a trace. | Hij is met de noorderzon vertrokken. |
430 | I can place the palms of my hands on the floor without bending my knees. | Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen. |
431 | Are you saying my life is in danger? | Zeg je dat mijn leven in gevaar is? |
432 | Do you have any idea what my life is like? | Kunt ge u voorstellen hoe mijn leven is? |
433 | So what if I am gay? Is it a crime? | Zo wat als ik homo ben? Is dat een misdaad? |
434 | I don’t want to fail my exams. | Ik wil niet zakken voor mijn examens. |
435 | We made pancakes for breakfast. | Wij maakten pannenkoeken voor het ontbijt. |
436 | Are you just going to stand there all day? | Ga je daar de hele dag blijven staan? |
437 | Can you imagine what our lives would be like without electricity? | Kan je je voorstellen hoe ons leven eruit zou zien zonder elektriciteit? |
438 | Where is the bathroom? | Waar is het toilet? |
439 | If you lend someone $20 and never see that person again, it was probably worth it. | Als je iemand $20 uitleent en je ziet die persoon daarna nooit meer, dan was het dat waarschijnlijk waard. |
440 | How many hours of sleep do you need? | Hoeveel uren slaap heb je nodig? |
441 | Do you think mankind will someday colonize the Moon? | Denk je dat de mensen op een dag de maan zullen koloniseren? |
442 | I’m crazy about you. | Ik ben gek op jou. |
443 | I’m crazy about you. | Ik ben gek op jullie. |
444 | I don’t know what is worse. | Ik weet niet wat erger is. |
445 | Who buys this type of art? | Wie koopt dit soort kunst? |
446 | Why can’t we tickle ourselves? | Waarom kunnen we onszelf niet kietelen? |
447 | I’m too lazy to do my homework. | Ik ben te lui om mijn huiswerk te maken. |
448 | Have you got a beard already? | Heb je al een baard? |
449 | I feel that I am free. | Ik voel dat ik vrij ben. |
450 | Where are you? | Waar ben je? |
451 | You piss me off! | Je hangt mijn voeten uit! |
452 | Good night. Sweet dreams. | Goedenacht. Droom maar lekker. |
453 | Good night. Sweet dreams. | Slaapwel. Droom zoet. |
454 | What is the advantage of this technology? | Wat is het voordeel van deze technologie? |
455 | I’m running out of ideas. | Mijn ideeën raken op. |
456 | Don’t forget about us! | Vergeet ons niet! |
457 | Which is your luggage? | Welke is uw koffer? |
458 | Which is your luggage? | Welke is jouw koffer? |
459 | Do you have professional experience? | Hebt ge beroepservaring? |
460 | Do you have professional experience? | Hebt u beroepservaring? |
461 | Aren’t you ashamed to talk like that? | Zijt ge niet beschaamd, zo te spreken? |
462 | Can I pay by credit card? | Kan ik met een creditcard betalen? |
463 | Cut, wash and dry, please. | Knippen, wassen en drogen alstublieft. |
464 | Every effort deserves a reward. | Elke inspanning verdient een beloning. |
465 | I need your advice. | Ik heb uw advies nodig. |
466 | The real problem is not whether machines think but whether men do. | Het eigenlijke probleem is niet of machines denken, maar of mensen dat doen. |
467 | To the man who only has a hammer in the toolkit, every problem looks like a nail. | Voor iemand die alleen een hamer in z’n gereedschapskist heeft, ziet elk probleem eruit als een spijker. |
468 | Japan is full of beautiful cities. Kyoto and Nara, for instance. | Japan heeft veel mooie steden, zoals Kyoto en Nara. |
469 | Pick up your things and go away. | Pak je spullen en ga. |
470 | Do you like rap? | Vind je rap leuk? |
471 | I’ve been waiting for hours. | Ik wacht al uren lang. |
472 | I don’t know him. | Ik ken hem niet. |
473 | She’s rolling in money. | Ze zwemt in het geld. |
474 | It’s not important. | Het is niet belangrijk. |
475 | Look carefully. I’m going to show you how it’s done. | Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet. |
476 | I go shopping every morning. | Ik doe iedere morgen boodschappen. |
477 | People should understand that the world is changing. | Mensen moeten begrijpen dat de wereld verandert. |
478 | I’m not convinced at all. | Ik ben helemaal niet overtuigd. |
479 | Why do you want to leave today? | Waarom wil je vandaag weggaan? |
480 | It’s too good to be true. | Het is te mooi om waar te zijn. |
481 | Logic is a systematic method of coming to the wrong conclusion with confidence. | Logica is een systematische methode om betrouwbaar uit te komen op de verkeerde conclusie. |
482 | People will accept your idea much more readily if you tell them Benjamin Franklin said it first. | Mensen zullen je idee sneller aanvaarden als je hen zegt dat Benjamin Franklin het het eerst gezegd heeft. |
483 | We learn from experience that men never learn anything from experience. | We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring. |
484 | Better late than never. | Beter laat dan nooit. |
485 | Like father, like son. | Zo vader, zo zoon. |
486 | The early bird catches the worm. | De morgenstond heeft goud in de mond. |
487 | The early bird catches the worm. | Morgenstond heeft goud in de mond. |
488 | In life there are ups and downs. | Het leven gaat niet altijd over rozen. |
489 | No news is good news. | Geen nieuws is goed nieuws. |
490 | There isn’t any solution. | Er is geen oplossing. |
491 | I didn’t know he drank so much. | Ik wist niet dat hij zoveel gedronken had. |
492 | Do as you want. | Doe wat je wilt. |
493 | Enjoy your meal! | Eet smakelijk! |
494 | There’s no love without jealousy. | Geen liefde zonder jaloezie. |
495 | There was not a bloody soul. | Er was geen levende ziel. |
496 | The walls have ears. | De muren hebben oren. |
497 | I’ve got a frog in my throat. | Ik heb een kikker in mijn keel. |
498 | I’ve got a frog in my throat. | Ik heb een krop in de keel. |
499 | In general, little is known about nonlinear second order differential equations. | Over het algemeen weet men maar weinig over niet-lineaire differentiaalvergelijkingen van de tweede orde. |
500 | Why aren’t you coming with us? | Waarom komt ge niet met ons mee? |
501 | You can’t get lost in big cities; there are maps everywhere! | Je kan niet verdwaald raken in grote steden; er zijn overal kaarten! |
502 | I don’t want it anymore. | Ik wil het niet meer. |
503 | We wonder why. | We vragen ons af waarom. |
504 | I’m going to take a bath. | Ik ga een bad nemen. |
505 | I thought it was true. | Ik dacht dat het waar was. |
506 | This is the town I told you about. | Dit is de stad waarover ik je verteld heb. |
507 | I have to give back the book before Saturday. | Ik moet het boek voor zaterdag terugbrengen. |
508 | How can you have a laptop and not a cell phone? | Hoe kunt u een laptop hebben, maar geen mobieltje? |
509 | Yesterday we had fun. | Wij hebben ons gisteren geamuseerd. |
510 | I ate caviar. | Ik at kaviaar. |
511 | I managed to get in. | Het is mij gelukt om binnen te komen. |
512 | How much is it? | Hoeveel kost het? |
513 | I’ll bring you the bill immediately. | Ik zal u direct de rekening brengen. |
514 | Don’t forget the ticket. | Vergeet het kaartje niet. |
515 | I’m sorry, I don’t have change. | Het spijt me, ik heb geen wisselgeld. |
516 | The situation is worse than we believed. | De situatie is slechter dan we dachten. |
517 | The situation is worse than we believed. | De situatie is erger dan we dachten. |
518 | Who is coming with me? | Wie komt er met mij mee? |
519 | I talked to friends. | Ik heb met vrienden gesproken. |
520 | The film lasted 2 hours. | De film duurde 2 uur. |
521 | The film lasted 2 hours. | De film duurde twee uur. |
522 | I’m glad to see you back. | Het doet mij plezier dat ge terug zijt. |
523 | Those who know him like him. | Wie hem kent, vindt hem aardig. |
524 | Those who know him like him. | Iedereen die hem kent vindt hem leuk. |
525 | They are sensible girls. | Ze zijn verstandige meisjes. |
526 | How beautiful you are! | Wat ben je mooi! |
527 | It’s easier to have fun than to work. | Het is gemakkelijker plezier te maken dan te werken. |
528 | The spirit is willing, but the flesh is weak. | De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. |
529 | Wolves won’t usually attack people. | Normaal gesproken vallen wolven geen mensen aan. |
530 | Can somebody help me? “I will.” | Kan iemand mij helpen? “Ik zal helpen.” |
531 | Ah! If I were rich, I’d buy myself a house in Spain. | Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje. |
532 | I’d rather be a bird than a fish. | Ik zou liever een vogel dan een vis zijn. |
533 | For once in my life I’m doing a good deed… And it is useless. | Doe ik ook eens een keer een goede daad… haalt het niks uit. |
534 | How dare you say such a thing to me? | Hoe durf je zoiets tegen me te zeggen? |
535 | You ask me to do the impossible. | Je vraagt mij het onmogelijke te doen. |
536 | Tell me about it! | Vertel me erover! |
537 | Maria has long hair. | Maria heeft lang haar. |
538 | You don’t have to come tomorrow. | U moet niet komen morgen. |
539 | You don’t have to come tomorrow. | Jullie moeten niet komen morgen. |
540 | I have to take medicine. | Ik moet medicijnen gebruiken. |
541 | Please do not take photos here. | Geen foto’s nemen alsjeblieft. |
542 | My hobby is to listen to music. | Mijn hobby is muziek beluisteren. |
543 | It happened a long time ago. | Het gebeurde lang geleden. |
544 | It’s been snowing all night. | Het heeft de hele nacht gesneeuwd. |
545 | Turn right at the crossroad. | Sla rechtsaf aan het kruispunt. |
546 | I buried my dog at the pet cemetery. | Ik heb mijn hond begraven op het huisdierenkerkhof. |
547 | How did your interview go? | Hoe is je sollicitatiegesprek gegaan? |
548 | No, I’m not mad at you, I’m just disappointed. | Nee, ik ben niet kwaad op je, ik ben gewoon teleurgesteld. |
549 | I can’t believe my eyes. | Ik kan mijn ogen niet geloven. |
550 | During winter I sleep with two blankets. | In de winter slaap ik onder twee dekens. |
551 | Do you have any siblings? “No, I’m an only child.” | Heb je broers of zussen? “Nee, ik ben enig kind.” |
552 | Can you do bookkeeping? | Kun je boekhouden? |
553 | You have no sense of direction. | Je hebt geen oriëntatievermogen. |
554 | You shouldn’t do things by halves. | Je moet geen dingen maar half doen. |
555 | You should pay your rent in advance. | Je zou je huur op voorhand moeten betalen. |
556 | You must keep your room clean. | Je moet je kamer schoon houden. |
557 | You must keep your room clean. | U moet uw kamer schoon houden. |
558 | You must take off your hat in the room. | Je moet je hoed afnemen in de kamer. |
559 | You must take off your hat in the room. | U moet uw hoed afnemen in de kamer. |
560 | You must take off your hat in the room. | Je moet je hoed afzetten in de kamer. |
561 | Have you ever climbed Mt. Fuji? | Heb je de berg Fuji als eens beklommen? |
562 | Have you ever climbed Mt. Fuji? | Hebt u de berg Fuji al eens beklommen? |
563 | You should take care of your sick mother. | Jullie moeten voor jullie zieke moeder zorgen. |
564 | You are not at all wrong. | Je bent helemaal niet verkeerd. |
565 | You are not at all wrong. | U bent helemaal niet verkeerd. |
566 | I have a feeling you’ll be a very good lawyer. | Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn. |
567 | I have a feeling you’ll be a very good lawyer. | Ik heb het gevoel dat u een heel goede advocaat zult zijn. |
568 | Can you keep a secret? | Kan je een geheim bewaren? |
569 | Can you keep a secret? | Kunnen jullie een geheim bewaren? |
570 | Can you keep a secret? | Kunt u een geheim bewaren? |
571 | Since you look tired, you had better take a rest. | Omdat je er moe uitziet, kun je beter wat rusten. |
572 | Now that you are tired, you’d better rest. | Nu dat je moe bent, kan je beter rusten. |
573 | You are tired, and so am I. | Jij bent moe en ik ook. |
574 | You are tired, and so am I. | U bent moe en ik ook. |
575 | You are tired, aren’t you? | Je bent moe, nietwaar? |
576 | Are you not tired? | Ben je niet moe? |
577 | Are you not tired? | Bent u niet moe? |
578 | You look tired. You ought to rest for an hour or two. | Je lijkt moe. Je moet een uurtje of twee rusten. |
579 | You look tired. You ought to rest for an hour or two. | U lijkt moe. U moet een uurtje of twee rusten. |
580 | You are too sensitive to criticism. | U bent te gevoelig voor kritiek. |
581 | You are too sensitive to criticism. | Je bent te gevoelig voor kritiek. |
582 | You can rely on him. | Op hem kan je rekenen. |
583 | Just a minute. | Een ogenblikje. |
584 | You told her that you had finished the work three days before. | Ge hebt haar gezegd dat gij het werk al drie dagen geleden gedaan hadt. |
585 | All that you have to do is to wait for his reply. | Al wat ge moet doen, is zijn antwoord afwachten. |
586 | You must take his age into account. | Je moet rekening houden met zijn leeftijd. |
587 | Are you for or against his idea? | Zijn jullie voor of tegen zijn idee? |
588 | You should have helped him with his work. | Je had hem met zijn werk moeten helpen. |
589 | You should have told him the truth. | Je had hem de waarheid moeten zeggen. |
590 | You ought to ask him for advice. | Je moet hem om advies vragen. |
591 | Didn’t you write a letter to him? | Heb je hem geen brief geschreven? |
592 | You have only to give him a little help. | Ge moet hem maar een klein beetje helpen. |
593 | Can you swim as fast as he? | Kan je even vlug zwemmen als hij? |
594 | You can trust him to keep his word. | Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden. |
595 | Have you ever seen him swimming? | Heb je hem ooit zien zwemmen? |
596 | Do you think he made that mistake on purpose? | Denkt ge dat hij de fout met opzet gemaakt heeft? |
597 | Don’t you know that he passed away two years ago? | Weet je dan niet dat hij twee jaar geleden overleden is? |
598 | You must study hard. | Je moet hard leren. |
599 | You don’t have a temperature. | Je hebt geen verhoging. |
600 | You could count to ten when you were two. | Wanneer je twee jaar oud was, kon je al tot tien tellen. |
601 | You are not old enough to go swimming by yourself. | Je bent niet oud genoeg om alleen te gaan zwemmen. |
602 | You work too hard. | Je werkt te hard. |
603 | You know the answer? | Weet je het antwoord? |
604 | Do you live here? | Woon je hier? |
605 | Do you live here? | Woont u hier? |
606 | Do you have bread for lunch? | Eet je brood tussen de middag? |
607 | You look very pale. | Je ziet er erg bleek uit. |
608 | You look bored. | Ge ziet er verveeld uit. |
609 | You may have read this book already. | Je hebt dit boek misschien al gelezen. |
610 | You have foul breath. | Ge stinkt uit uw mond. |
611 | You look as healthy as ever. | Ge ziet er zo gezond uit als altijd. |
612 | You should have locked, or at least closed, all the doors. | Je had alle deuren op slot of tenminste dicht moeten doen. |
613 | Do you believe in God? | Geloof jij in God? |
614 | You work hard. | Je werkt hard. |
615 | Are you writing a letter? | Schrijft ge een brief? |
616 | You are young. I, on the contrary, am very old. | Gij zijt jong. Ik daarentegen ben heel oud. |
617 | Can you drive a car? | Kunt u autorijden? |
618 | You should apologize. | Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen. |
619 | Did you actually see the accident? | Hebt u het ongeval echt gezien? |
620 | Do you know how to use a dictionary? | Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken? |
621 | Do you have a room of your own? | Heb je een eigen kamer? |
622 | You should be responsible for your actions. | Je behoort verantwoordelijk te zijn voor je daden. |
623 | You should have introduced yourself. | Je had je moeten voorstellen. |
624 | You ought to see a dentist. | Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan. |
625 | Do you take me for a fool? | Neemt ge mij voor een idioot? |
626 | You must do as I tell you. | Je moet doen wat ik zeg. |
627 | You are welcome to the use of my yacht. | Je mag mijn jacht gebruiken. |
628 | You are to stay here until we come back. | Je moet hier blijven totdat we terugkomen. |
629 | Did you call me up last night? | Hebt ge mij gisteravond opgebeld? |
630 | You did not come to school yesterday. | Je kwam gisteren niet naar school. |
631 | You must do your best. | Ge moet uw best doen. |
632 | You have a little fever today, don’t you? | Je hebt een klein beetje koorts vandaag, is het niet? |
633 | You look pale today. | Ge ziet er bleek uit vandaag. |
634 | You look pale today. | Je ziet er bleek uit vandaag. |
635 | What are you about now? | Wat doe je momenteel? |
636 | You have to go. | Je moet gaan. |
637 | Are you happy? | Ben je gelukkig? |
638 | Didn’t you see a dog pass through the yard? | Zag je de hond niet door de tuin lopen? |
639 | I suppose you’re hungry. | Ik neem aan dat je honger hebt. |
640 | You look pale. | Je ziet er bleek uit. |
641 | Have you ever read any Chinese poems? | Heb je ooit al eens Chinese gedichten gelezen? |
642 | Do you plan to go abroad? | Ben je van plan om naar het buitenland te gaan? |
643 | Will you stay at home? | Zult ge thuis blijven? |
644 | You continue making the same mistakes time after time. | Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken. |
645 | What time will you get to the station? | Hoe laat kom je aan op het station? |
646 | What are you looking at? | Waar kijk je naar? |
647 | What are you looking at? | Waarnaar kijk je? |
648 | What do you intend to do? | Wat ben je van plan om te doen? |
649 | What are you going to be? | Wat zult ge worden? |
650 | Do you love music? | Hou je van muziek? |
651 | You can’t swim, can you? | Jij kan niet zwemmen, of toch? |
652 | You are tallest. | Jij bent de grootste. |
653 | You are strong-minded. | Je bent resoluut. |
654 | You’ve done it! | Je hebt het gedaan! |
655 | You’ve done it! | Het is je gelukt! |
656 | Don’t you like apples? | Hou je niet van appels? |
657 | You are no longer a mere child. | Je bent niet langer gewoon een kind. |
658 | You should have known better. | Je zou beter moeten weten. |
659 | You should be more careful. | U zou beter wat voorzichtiger zijn. |
660 | Have you solved all the problems yet? | Heb je al alle problemen opgelost? |
661 | You must get up a little earlier. | Je moet iets vroeger opstaan. |
662 | Have you finished doing your homework yet? | Hebt gij uw huiswerk al af? |
663 | You may go home now. | Ge moogt naar huis gaan nu. |
664 | Now that you are eighteen, you can get a driver’s license. | Nu je achttien bent, mag je je rijbewijs halen. |
665 | You have made the very same mistake again. | Je hebt weer dezelfde fout gemaakt. |
666 | You’re such a cute boy. | Je bent zo’n schattige jongen. |
667 | Why can’t you come? | Waarom kunt ge niet komen? |
668 | Why do you want to study abroad? | Hoezo wil je in het buitenland studeren? |
669 | Why do you want to buy this book? | Waarom wil je dit boek kopen? |
670 | What do you need the money for? | Waarvoor hebt ge dat geld nodig? |
671 | How long will you stay here? | Hoelang blijf je hier? |
672 | How do you get to school? | Hoe geraak jij op school? |
673 | How tall are you? | Hoe lang bent u? |
674 | Which one do you take? | Welke neem jij? |
675 | Wherever you go, you’ll be welcomed. | Waar je ook heen gaat, zullen mensen je verwelkomen. |
676 | Where were you? | Waar waren jullie? |
677 | What are you doing? | Wat doe je? |
678 | What are you doing? | Wat ben je aan het doen? |
679 | You must give up smoking. | Ge moet stoppen met roken. |
680 | All you have to do is to wait. | Het enige wat je hoeft te doen is wachten. |
681 | You have many books. | U heeft veel boeken. |
682 | Do you have one? | Heb jij er een? |
683 | What did you open it with? | Waarmee hebt ge het geopend? |
684 | When did you finish it? | Wanneer was je ermee klaar? |
685 | Are you in favor of the workers getting more money? | Bent u ervoor dat arbeiders meer geld krijgen? |
686 | Could you solve the problem? | Heb je het probleem kunnen oplossen? |
687 | You should have introduced yourself to the girl. | Je had je aan het meisje moeten voorstellen. |
688 | You may keep the book. | Je mag het boek houden. |
689 | Are you planning to take part in the meeting? | Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst? |
690 | You’ve got a lot of guts. | Je hebt lef. |
691 | You’ll get well soon. | Je zal spoedig genezen. |
692 | Are you going to sing here? | Ben je van plan om hier te zingen? |
693 | You look just like your big brother. | Je ziet eruit als je oudere broer. |
694 | Haven’t you got any money? | Heb je geen geld? |
695 | Aren’t you happy? | Zijt ge niet gelukkig? |
696 | You’re always criticizing me! | Ge hebt niets dan kritiek op mij! |
697 | You are always wearing a loud necktie. | Je draagt altijd een schreeuwerige stropdas. |
698 | What time do you usually get up? | Hoe laat staat ge gewoonlijk op? |
699 | What time do you usually get up? | Hoe laat sta je gewoonlijk op? |
700 | What time do you usually go to bed? | Hoe laat gaat ge gewoonlijk slapen? |
701 | What on earth are you talking about? | Over wat hebt ge het eigenlijk? |
702 | You will know the truth some day. | Eens zult ge de waarheid te weten komen. |
703 | You are naughty. | Jij bent ondeugend. |
704 | You are a good boy. | Je bent een goede jongen. |
705 | You shouldn’t talk back to your parents like that. | Zo hoor je niet te antwoorden aan je ouders. |
706 | Have you ever been to America? | Zijt ge al eens in Amerika geweest? |
707 | Do you know how high the television tower is? | Weet ge hoe hoog de televisietoren is? |
708 | You must keep quiet for a few days. | Ge moet u enkele dagen stil houden. |
709 | Can you do it in one day? | Kunt u het doen in één dag? |
710 | Did you leave the window open? | Hebt ge het venster opengelaten? |
711 | It is better for you to do it now. | Het is beter voor je om het nu te doen. |
712 | You must always keep your hands clean. | Je moet je handen altijd schoonhouden. |
713 | When did you begin learning German? | Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren? |
714 | I can hardly hear you. | Ik kan je amper verstaan. |
715 | I can hardly hear you. | Ik kan u nauwelijks horen. |
716 | Omit needless words! | Laat onnodige woorden weg! |
717 | Your parents didn’t come, did they? | Uw ouders zijn niet gekomen zeker? |
718 | I think your theory does not hold water. | Ik denk dat jouw theorie niet steekhoudend is. |
719 | I think your theory does not hold water. | Ik vind dat jouw theorie niet steekhoudend is. |
720 | I admire your courage. | Ik bewonder je moed. |
721 | Where are your eyes? | Waar zijn uw ogen? |
722 | I know your name. | Ik weet wat jouw naam is. |
723 | Your book is double the size of mine. | Jouw boek is dubbel zo groot als dat van mij. |
724 | Your smile always makes me happy. | Jouw glimlach vrolijkt me altijd op. |
725 | Your smile always makes me happy. | Jouw glimlach maakt me altijd gelukkig. |
726 | Your smile always makes me happy. | Jouw glimlach maakt me altijd blij. |
727 | It’s your move. | Je bent aan zet. |
728 | Your problem is similar to mine. | Jouw probleem lijkt op dat van mij. |
729 | Compare your answer with Tom’s. | Vergelijk uw antwoord met dat van Tom. |
730 | Compare your answer with Tom’s. | Vergelijk jouw antwoord met dat van Tom. |
731 | Your answer is right. | Uw antwoord is juist. |
732 | May I use your phone? | Mag ik jouw telefoon gebruiken? |
733 | Your proposal is a bit extreme. | Uw voorstel is een beetje extreem. |
734 | Your brother said you’d gone to Paris. | Uw broer heeft mij gezegd dat ge naar Parijs geweest zijt. |
735 | Your brother said you’d gone to Paris. | Je broer zei dat je naar Parijs was gegaan. |
736 | It’s none of your business. | Dat zijn jouw zaken niet. |
737 | It’s none of your business. | Dat gaat je niets aan. |
738 | Mind your own business! | Bemoei je met je eigen zaken! |
739 | I will give you a bicycle for your birthday. | Ik zal je een fiets voor je verjaardag geven. |
740 | I will give you a bicycle for your birthday. | Voor je verjaardag zal ik je een fiets geven. |
741 | Your marks were well below average this term. | Je cijfers waren duidelijk lager dan gemiddeld dit semester. |
742 | I am glad to hear of your success. | Ik ben blij over je succes te horen. |
743 | I didn’t mean to hurt you. | Ik wou u niet kwetsen. |
744 | I didn’t mean to hurt you. | Ik wou u geen pijn doen. |
745 | I like the way you smile. | Ik hou van uw manier om te glimlachen. |
746 | The ice will give under your weight. | Het ijs zal breken onder je gewicht. |
747 | I’ll miss your cooking. | Ik zal uw kookkunst missen. |
748 | Give me a lift in your car. | Geef me een lift in uw auto. |
749 | May I take your picture? | Mag ik een foto van je maken? |
750 | May I take your picture? | Mag ik een foto van u maken? |
751 | I would like your picture. | Ik zou graag een foto van je willen. |
752 | Your question is not relevant to the subject. | Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken. |
753 | Your questions were too direct. | Jouw vragen waren te direct. |
754 | You have Jim to thank for your failure. | Je hebt je falen aan Jim te danken. |
755 | Will you lend me your dictionary? | Kun je mij je woordenboek lenen? |
756 | Could you lend me your bicycle for a couple of days? | Kunt ge mij uw fiets lenen voor enkel dagen? |
757 | Your bike is better than mine. | Uw fiets is beter dan de mijne. |
758 | Is your watch correct? | Loopt je horloge goed? |
759 | Is your watch correct? | Loopt uw horloge juist? |
760 | Your watch is more expensive than mine. | Jouw horloge is duurder dan het mijne. |
761 | I think your work is all right. | Ik vind dat je werk in orde is. |
762 | What do you do? | Wat doe je? |
763 | What do you do? | Wat ben je aan het doen? |
764 | I left your umbrella in the bus. | Ik heb je paraplu in de bus gelaten. |
765 | Compare your composition with the example. | Vergelijk je compositie met het voorbeeld. |
766 | There are few mistakes in your composition. | Er zitten een paar fouten in uw compositie. |
767 | Where do you come from? | Waar kom je vandaan? |
768 | Where do you come from? | Waar komt u vandaan? |
769 | Do you eat rice in your country? | Eten jullie rijst in je land? |
770 | You are not consistent in your actions. | Je bent niet consequent in je handelen. |
771 | Show me a fact which supports your idea. | Toon mij een feit dat uw idee ondersteunt. |
772 | Your ideas are different from mine. | Je ideeën verschillen van de mijne. |
773 | Do as you like. | Doe wat ge wilt. |
774 | I know what you mean. | Ik weet wat je wilt zeggen. |
775 | I know what you mean. | Ik weet wat je bedoelt. |
776 | All that you say is perfectly correct. | Alles wat je zegt, is volkomen correct. |
777 | What you say is usually true. | Wat je zegt is meestal waar. |
778 | You should pay more attention to what you say. | Jullie moeten beter opletten wat jullie zeggen. |
779 | I don’t get what you mean. | Ik weet niet wat je bedoelt. |
780 | I don’t get what you mean. | Ik begrijp niet wat u bedoelt. |
781 | Tell me about your plan. | Leg me je plan uit. |
782 | Your shoes do not go with the suit. | Je schoenen passen niet bij dat pak. |
783 | Your shoes are here. Where are mine? | Uw schoenen zijn hier. Waar zijn de mijne? |
784 | His argument is more radical than yours. | Zijn argument is radikaler dan het uwe. |
785 | Your eyes remind me of stars. | Jouw ogen doen me denken aan sterren. |
786 | Where is your school? | Waar is je school? |
787 | Make a sketch of your house. | Maak een schets van je huis. |
788 | Make a sketch of your house. | Maak een schets van uw huis. |
789 | How many rooms are there in your house? | Hoeveel kamers zijn er in je huis? |
790 | Can I use your pencil? | Mag ik jouw potlood gebruiken? |
791 | I’m annoyed at your selfishness. | Dat egoïsme van je stoort me. |
792 | Your pen is better than mine. | Uw pen is beter dan de mijne. |
793 | If I find your passport, I’ll call you at once. | Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen. |
794 | I will do all I can for you. | Ik zal alles voor u doen wat ik kan. |
795 | I will do anything for you. | Ik zal alles voor u doen. |
796 | Your shirt button is coming off. | Er valt bijna een knoop van je bloes af. |
797 | Your shirt button is coming off. | Uw hemdknoopje valt af. |
798 | Your cake is delicious. | Je taart is heerlijk. |
799 | Is your uncle still abroad? | Is jullie oom nog steeds in het buitenland? |
800 | Where does your uncle live? | Waar woont je oom? |
801 | I believe you. | Ik geloof je. |
802 | I have something to tell you. | Ik heb je iets te vertellen. |
803 | I want you to go to the post office. | Ik wil dat je naar het postkantoor gaat. |
804 | I feel for you. | Ik heb met je te doen. |
805 | I refuse to be treated like a slave by you. | Ik weiger door jou als slaaf behandeld te worden. |
806 | You are wanted on the phone. | Er is telefoon voor je. |
807 | I wanted to show it to you. | Ik wou het je tonen. |
808 | You have a tendency to talk too fast. | Je hebt de neiging om te snel te praten. |
809 | I expect you to be punctual. | Ik verwacht dat je stipt bent. |
810 | You have a gift for music. | Je bent muzikaal begaafd. |
811 | You have the advantage of a good education. | Gij hebt het voordeel van een goede opvoeding. |
812 | Green suits you. | Groen staat je goed. |
813 | I’ll give you this camera. | Ik zal u dit fototoestel geven. |
814 | All of you did good work. | Jullie hebben allemaal goed werk verricht. |
815 | What do you learn at school? | Wat leer je op school? |
816 | Who is your teacher? | Wie is uw leraar? |
817 | Who is your teacher? | Wie is jouw leraar? |
818 | There are merits and demerits to both your opinions so I’m not going to decide right away which to support. | Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen. |
819 | Your team is stronger than ours. | Jouw team is sterker dan het onze. |
820 | Any of you can do it. | Om het even wie van u kan het doen. |
821 | Any of you can do it. | Ieder van u kan het doen. |
822 | You are the man I’ve been looking for. | Jij bent de man waarnaar ik op zoek ben geweest. |
823 | I had no idea that you were coming. | Ik wist niet dat je zou komen. |
824 | It’s a pity that you can’t come. | Het is zonde dat je niet kan komen. |
825 | I will have left when you return. | Ik zal reeds vertrokken zijn wanneer jij terug komt. |
826 | What would you do if you were in my place? | Wat zoudt ge doen in mijn plaats? |
827 | What would you do if you were in my place? | Wat zoudt gij doen in mijn plaats? |
828 | What would you do if you were in my place? | Wat zou je in mijn plaats doen? |
829 | What would you do if you were in my place? | Wat zou jij in mijn plaats doen? |
830 | What would you do in my place? | Wat zoudt ge doen in mijn plaats? |
831 | What would you do in my place? | Wat zoudt gij doen in mijn plaats? |
832 | What would you do in my place? | Wat zou je in mijn plaats doen? |
833 | What would you do in my place? | Wat zou jij in mijn plaats doen? |
834 | The information you gave me is of little use. | De info die je me gaf is van weinig nut. |
835 | I need you. | Ik heb u nodig. |
836 | I need you. | Ik heb je nodig. |
837 | I need you. | Ik heb jullie nodig. |
838 | I don’t know whether you like her or not. | Ik weet niet of je haar leuk vindt. |
839 | Does he know that you love him? | Weet hij dat je van hem houdt? |
840 | Show me what you bought. | Laat zien wat ge gekocht hebt. |
841 | Show me what you bought. | Laat me zien wat je gekocht hebt. |
842 | You have good reason to be angry. | Je hebt het recht om boos te zijn. |
843 | It is a pity that you can’t join us. | Het is jammer dat je niet met ons mee kan. |
844 | I guess you are right. | Ik vermoed dat je gelijk hebt. |
845 | Your o’s look like a’s. | Je o’s zien eruit als a’s. |
846 | You may as well go yourself. | Je kan beter zelf gaan. |
847 | I love you more than you love me. | Ik hou meer van jou dan jij van mij. |
848 | I wish you could come with us. | Ik wou dat je met ons mee kon komen. |
849 | I don’t have as much money as you think. | Ik heb niet zo veel geld als ge denkt. |
850 | Show me the doll that you bought yesterday. | Toon me de pop die je gisteren kocht. |
851 | I know you are rich. | Ik weet dat je rijk bent. |
852 | I know you are rich. | Ik weet dat ge rijk zijt. |
853 | I hope you’ll never turn Communist. | Ik hoop dat je nooit een communist wordt. |
854 | I’ll stay here till you get back. | Ik blijf hier tot je terugkomt. |
855 | Whatever you say, I’ll marry her. | Wat ge ook zegt, ik zal met haar trouwen. |
856 | I enjoyed the holiday all the better for being with you. | Ik kon des te meer van mijn vrije dag genieten door met jou samen te zijn. |
857 | You go first. | Gij eerst. |
858 | Is it true that you are going to Paris? | Is het waar dat ge naar Parijs gaat? |
859 | What is it that makes you think that way? | Wat maakt dat jij zo denkt? |
860 | How can I feel relaxed, with you watching me like that? | Hoe kan ik me ontspannen voelen, als jij zo naar mij kijkt. |
861 | I don’t blame you. | Ik verwijt u dat niet. |
862 | I didn’t know that you were in this town. | Ik wist niet dat ge in deze stad waart. |
863 | Where was it that you found this key? | Waar heb je die sleutel gevonden? |
864 | You’ll be missed by your friends. | Je vrienden zullen je missen. |
865 | I miss you badly. | Ik mis je verschrikkelijk. |
866 | I miss you badly. | Ik mis je enorm. |
867 | I miss you badly. | Ik mis je ontzettend. |
868 | I miss you very much. | Ik mis je enorm. |
869 | I miss you very much. | Ik mis je heel erg. |
870 | We all miss you very much. | We missen je allemaal heel erg. |
871 | We will miss you badly. | We zullen je heel erg missen. |
872 | Why is it that you are always late? | Waarom ben je altijd te laat? |
873 | You may stay here as long as you like. | Je kan hier zo lang blijven als je wilt. |
874 | You may stay here as long as you like. | Ge kunt zo lang blijven als ge wilt. |
875 | Here is a letter for you. | Hier is een brief voor jou. |
876 | Chestnuts have to be boiled for at least fifteen minutes. | Kastanjes moeten minimaal een kwartier gekookt worden. |
877 | A bear can climb a tree. | Een beer kan in een boom klimmen. |
878 | How long does a bear sleep? | Hoelang slaapt een beer? |
879 | Take off your socks, please. | Doe uw kousen uit a.u.b. |
880 | Take off your shoes. | Doe uw schoenen uit. |
881 | Please take off your shoes. | Doe uw schoenen uit, alstublieft. |
882 | What size shoes do you wear? | Welke schoenmaat heeft u? |
883 | What a coincidence! | Wat een toeval! |
884 | I found that restaurant by accident. | Ik kwam dat restaurant toevallig tegen. |
885 | Hunger is the best sauce. | Honger maakt rauwe bonen zoet. |
886 | Hunger is the best sauce. | Honger is de beste saus. |
887 | It is a shameful fact that, while there are lands where people suffer from hunger, within Japan there are many households and restaurants where much food is thrown away. | Het is een beschamend feit dat, terwijl er landen zijn waar mensen honger lijden, er in Japan veel huishoudens en restaurants zijn waar veel eten weggegooid wordt. |
888 | Fantasy is often the mother of art. | Fantasie is vaak de moeder van de kunst. |
889 | Our house was robbed while we were away. | Tijdens onze afwezigheid werd er uit ons huis gestolen. |
890 | You are hearing things. | Je beeldt je dingen in. |
891 | I’ll drive you to the airport. | Ik breng je wel naar het vliegveld. |
892 | I’ll drive you to the airport. | Ik breng u wel naar het vliegveld. |
893 | How far is it to the airport? | Hoe ver is het naar het vliegveld? |
894 | How far is it to the airport? | Hoe ver is het naar de luchthaven? |
895 | I could’ve met you at the airport. | Ik had je op het vliegveld kunnen treffen. |
896 | How long does the airport bus take to the airport? | Hoelang doet de vliegveldbus erover naar het vliegveld? |
897 | I prefer a hotel by the airport. | Ik heb liever een hotel bij de luchthaven. |
898 | Arriving at the airport, I called her up. | Toen ik aankwam op het vliegveld belde ik haar. |
899 | How far is it from the airport to the hotel? | Hoe ver is het van het vliegveld naar het hotel? |
900 | Air is invisible. | Lucht is onzichtbaar. |
901 | Air is a mixture of several gases. | Lucht is een mengsel van verschillende gassen. |
902 | We cannot live without air. | We kunnen niet leven zonder lucht. |
903 | Air is to man what water is to fish. | Lucht is voor mensen wat water is voor vissen. |
904 | The balloon descended gradually as the air came out. | De ballon daalde geleidelijk naarmate de lucht eruit kwam. |
905 | The sky is blue. | De lucht is blauw. |
906 | The sky is blue. | De hemel is blauw. |
907 | The sky is full of stars. | De hemel is bezaaid met sterren. |
908 | The sky is clear almost every day. | Bijna elke dag is de hemel helderblauw. |
909 | The sky became darker and darker. | De lucht werd al maar donkerder. |
910 | I want a few empty glasses. | Ik wil een paar lege glazen. |
911 | Were there any stars in the sky? | Stonden er sterren aan de hemel? |
912 | I saw something strange in the sky. | Ik heb iets vreemds aan de hemel gezien. |
913 | There wasn’t a cloud in the sky. | Er was geen wolkje aan de hemel. |
914 | There are so many stars in the sky, I can’t count them all. | Er staan zoveel sterren aan de hemel, ik kan ze niet allemaal tellen. |
915 | There are billions of stars in the sky. | Er staan miljarden sterren aan de hemel. |
916 | You can see a lot of stars in the sky. | Je kan veel sterren aan de hemel zien. |
917 | The sky has become clear. | De lucht klaarde op. |
918 | The sky is getting dark. | De lucht wordt donker. |
919 | The sky brightened. | De lucht klaarde op. |
920 | I cannot bear the pain any more. | Ik kan niet meer tegen deze pijn. |
921 | I cannot bear the pain any more. | Ik kan de pijn niet meer uitstaan. |
922 | After all the trouble we went to in coming up with that project, it only took them a second to shoot it down in the meeting. | Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst. |
923 | It helps us in times of difficulty. | Het helpt ons in moeilijke tijden. |
924 | Open your book to page nine. | Open uw boek op bladzijde negen. |
925 | Open your book to page nine. | Open je boek op bladzijde negen. |
926 | I’ve been to the bank. | Ik ben naar de bank geweest. |
927 | The bank loaned him 500 dollars. | De bank leende hem vijfhonderd dollar. |
928 | Is the bank open? | Is de bank open? |
929 | Please deposit the money in a bank. | Stort het geld in een bank a.u.b. |
930 | He works for a bank. | Hij werkt bij een bank. |
931 | I have to take some money out of the bank. | Ik moet wat geld van de bank halen. |
932 | There are innumerable stars in the galaxy. | Er zijn ontelbaar veel sterren in het melkwegstelsel. |
933 | Falling interest rates have stimulated the automobile market. | Dalende rentevoeten hebben de automarkt gestimuleerd. |
934 | Read chapter 4 for Friday. | Lees voor vrijdag hoofdstuk 4. |
935 | Are you free on Friday afternoon? | Ben je vrijdagmiddag vrij? |
936 | Money is the root of all evil. | Geld is de wortel van alle kwaad. |
937 | Take part in the activity not for money but for learning through experience. | Neem deel aan de activiteit, niet voor geld, maar om te leren door ervaring. |
938 | For all his wealth, he is unhappy. | Ondanks al zijn rijkdom is hij ongelukkig. |
939 | He became rich. | Hij is rijk geworden. |
940 | He became rich. | Hij werd rijk. |
941 | Do you want to be rich? | Wil je rijk zijn? |
942 | I wish I were rich. | Ik wenste dat ik rijk was. |
943 | I wish I were rich. | Ik zou rijk willen zijn. |
944 | The rich are not always happier than the poor. | Rijken zijn niet altijd gelukkiger dan armen. |
945 | I’m broke. | Ik ben blut. |
946 | We die whether we make money or not. | We zullen sterven ongeacht of we geld verdienen of niet. |
947 | It’s money down the drain. | Het is verspild geld. |
948 | Gold is heavier than silver. | Goud is zwaarder dan zilver. |
949 | I have no money, but I have dreams. | Ik heb geen geld, maar ik heb dromen. |
950 | Money doesn’t grow on trees, you know. | Het geld groeit me niet op de rug, weet je. |
951 | I am short of money. | Ik zit krap bij kas. |
952 | Power and money are inseparable. | Macht en geld zijn onafscheidelijk. |
953 | It seems like there’s no money left. | Het lijkt erop dat er geen geld meer is. |
954 | Money talks. | Geld regeert de wereld. |
955 | The sudden increase of cars is causing a large number of traffic accidents every day. | De plotselinge toename van auto’s zorgt elke dag voor een groot aantal verkeersongelukken. |
956 | Travelling is easy these days. | Reizen is vandaag de dag gemakkelijk. |
957 | Nowadays children do not play outdoors. | Tegenwoordig spelen kinderen niet buiten. |
958 | I hope to see you soon. | Ik hoop je snel te zien. |
959 | We have had bad weather recently. | We hebben de laatste tijd slecht weer gehad. |
960 | Prices are high these days. | De prijzen zijn hoog tegenwoordig. |
961 | There is a flower shop near by. | Er is een bloemenwinkel in de buurt. |
962 | Is there a McDonald’s near here? | Is er hier een McDonald’s in de buurt? |
963 | These problems will be solved in the near future. | Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost. |
964 | I hope to see his picture soon. | Ik hoop zijn foto gauw te zien. |
965 | What number should I call in case of an emergency? | Welk nummer moet ik bellen in geval van nood? |
966 | In case of an emergency, get in touch with my agent right away. | Zoek onmiddellijk contact met mijn agent bij een noodgeval. |
967 | Hard work has made Japan what it is today. | Hard werk heeft Japan gemaakt tot wat het vandaag is. |
968 | Tears came into my eyes when I was chopping onions. | Ik kreeg tranen in mijn ogen toen ik de uien fijnsneed. |
969 | What a surprise! | Wat een verrassing! |
970 | Are you mad? | Ben je kwaad? |
971 | Tom started the engine. | Tom startte de motor. |
972 | The bridge was washed away by the flood. | De brug was weggespoeld door de overstroming. |
973 | It was dark under the bridge. | Het was donker onder de brug. |
974 | The professor gave a lecture on the Middle East. | De professor hield een college over het Midden-Oosten. |
975 | Take off your hat when you enter a classroom. | Zet je hoed af wanneer je een klaslokaal binnenkomt. |
976 | The church sits on the outskirts of town. | De kerk staat aan de rand van de stad. |
977 | The church is just across the street. | De kerk is juist aan de overkant van de straat. |
978 | The local school board would go to any length to ban that book. | De lokale schoolcommissie zou over lijken gaan om dat boek te verbieden. |
979 | Education does not consist simply in learning a lot of facts. | Onderwijs bestaat niet alleen uit het leren van grote hoeveelheden feitjes. |
980 | Teaching demands a lot of patience. | Onderwijzen vraagt veel geduld. |
981 | Oh! Show it to me please. | O! Laat eens zien. |
982 | It’s awfully cold today. | Het is verschrikkelijk koud vandaag. |
983 | It’s awfully cold this evening. | Het is verschrikkelijk koud deze avond. |
984 | A terrible fate awaited him. | Er wachtte hem een vreselijk lot. |
985 | Would you please open the window? | Wilt ge zo goed zijn het venster open te doen? |
986 | Don’t be afraid. | Wees niet bang. |
987 | There’s nothing to be afraid of. | Er is niks om bang voor te zijn. |
988 | The burglars broke into the bank at night. | De inbrekers braken ‘s nachts in bij de bank. |
989 | A strong wind was blowing. | Er stond een straffe wind. |
990 | Kyoto is worth visiting. | Kioto is een bezoek waard. |
991 | Kyoto is most beautiful in autumn. | Kioto is op zijn mooist in de herfst. |
992 | There are many famous old buildings in Kyoto. | Er zijn veel beroemde oude gebouwen in Kyoto. |
993 | I have been to Kyoto once. | Ik ben een keer in Kioto geweest. |
994 | Fishing just isn’t my line. | Vissen is niet echt mijn ding. |
995 | Fish, please. | Vis, alsjeblieft. |
996 | Fish live in the water. | Vissen leven in het water. |
997 | Do you think fish can hear? | Denk jij dat vissen kunnen horen? |
998 | We saw a fish splashing in the water. | We zagen een vis in het water plonsen. |
999 | I’m allergic to fish. | Ik ben allergisch voor vis. |
1000 | I had a miscarriage last year. | Ik had een miskraam vorig jaar. |
1001 | I had a stroke last year. | Afgelopen jaar kreeg ik een beroerte. |
1002 | Last summer, I worked part time on the farm. | De voorbije zomer heb ik deeltijds op de boerderij gewerkt. |
1003 | I bought two bottles of milk. | Ik kocht twee flessen melk. |
1004 | Milk makes us strong. | Melk maakt ons sterk. |
1005 | Milk easily turns sour. | Melk wordt gemakkelijk zuur. |
1006 | There’s only a little milk left. | Er is maar een klein beetje melk over. |
1007 | The milk was diluted with water. | De melk was verdund met water. |
1008 | You must buy milk, eggs, butter, and so on. | Je moet melk, eieren, boter enzovoorts kopen. |
1009 | Cows provide us with good milk. | Koeien voorzien ons van goede melk. |
1010 | The cow supplies us with milk. | De koe voorziet ons van melk. |
1011 | Cows are eating grass in the meadow. | Koeien grazen in de wei. |
1012 | Meeting my old friend was very pleasant. | Mijn oude vriend ontmoeten was erg aangenaam. |
1013 | Waiter, please bring me some water. | Ober! Breng me alstublieft wat water. |
1014 | Necessity is the mother of invention. | De wens is de vader van de gedachte. |
1015 | Ultimately, space flight will be beneficial to all mankind. | Uiteindelijk zal ruimtevaart voor de gehele mensheid voordelig zijn. |
1016 | One third of the earth’s surface is desert. | Een derde van het aardoppervlak is woestijn. |
1017 | Misfortunes never come singly. | Een ongeluk komt zelden alleen. |
1018 | Rub salt in the wound. | Zout in iemands wonden wrijven. |
1019 | I feel like crying. | Ik zou willen wenen. |
1020 | Ask, and it shall be given you. | Vraag en u zal gegeven worden. |
1021 | She did not eat anything until she was rescued. | Ze heeft niets gegeten tot ze gered werd. |
1022 | Call an ambulance. | Bel een ziekenwagen. |
1023 | A sudden illness forced her to cancel her appointment. | Door plotselinge ziekte moest ze haar afspraak afzeggen. |
1024 | The express train went by so fast that we hardly saw it. | De sneltrein reed zo snel voorbij, dat we hem nauwelijks zagen. |
1025 | I burst into tears. | Ik barstte in tranen uit. |
1026 | All of a sudden, three dogs appeared in front of us. | Plotseling verschenen er drie honden voor ons. |
1027 | Hurry up, and you’ll be in time for school. | Schiet op, dan ben je op tijd voor school. |
1028 | Hurry up, or you will miss the train. | Haast je, of je haalt de trein niet. |
1029 | Hurry up, or you will miss the train. | Haast u, anders mist ge de trein. |
1030 | Come on! We’re going to be late. | Haast je wat! We zullen te laat zijn. |
1031 | Let’s hurry up. | Laten we ons haasten! |
1032 | Hurry up, and you will be on time. | Schiet op, dan zal je op tijd zijn. |
1033 | Hurry up, or you’ll miss the train. | Haast je, of je haalt de trein niet. |
1034 | Haste makes waste. | Haastige spoed is zelden goed. |
1035 | The palace has a tall tower. | Het paleis heeft een hoge toren. |
1036 | Let’s take a break for coffee. | Laten we koffiepauze houden. |
1037 | Enjoy your vacation. | Geniet van je vakantie. |
1038 | We argued with each other about the best place for a holiday. | We discussieerden met elkaar over de beste vakantiebestemming. |
1039 | The vacation is close to an end. | De vakantie is bijna om. |
1040 | How was your vacation? | Hoe was je vakantie? |
1041 | The holidays always end all too soon. | Feestdagen eindigen al te snel. |
1042 | Too much rest is rust. | Te veel rust is roest. |
1043 | The hill lay covered with snow. | De heuvel was bedekt met sneeuw. |
1044 | We can get a beautiful view of the sea from the hill. | Vanaf de heuvel kunnen we een prachtig uitzicht over de zee krijgen. |
1045 | The doctor told me to give up smoking. | De dokter heeft mij gezegd dat ik moest stoppen met roken. |
1046 | Smoking is harmful to health. | Roken schaadt de gezondheid. |
1047 | Please address the chair! | Richt u alstublieft tot de voorzitter! |
1048 | You cannot make omelets without breaking eggs. | Waar gehakt wordt, vallen spaanders. |
1049 | Thanks to the technological innovation, the maximum output of the factory has doubled. | Dankzij de technische innovatie, is de maximale productie van de fabriek verdubbeld. |
1050 | The ceremony began with his speech. | De ceremonie begon met zijn toespraak. |
1051 | When the cat is away, the mice will play. | Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel. |
1052 | All that glitters is not gold. | Het is niet alles goud wat er blinkt. |
1053 | All that glitters is not gold. | Het is niet al goud dat blinkt. |
1054 | Do get up, it’s very late. | Sta op. Het is al heel laat. |
1055 | What is done cannot be undone. | Wat gebeurd is, is gebeurd. |
1056 | You are beautiful. | Ge zijt mooi. |
1057 | You like rain, don’t you? | Je houdt van regen, nietwaar? |
1058 | You are doctors. | Jullie zijn dokters. |
1059 | You are much too kind to me. | Ge zijt te vriendelijk voor mij. |
1060 | You are my best friend. | Je bent mijn beste vriend. |
1061 | You like elephants. | Je hebt graag olifanten. |
1062 | You have three cars. | Jij hebt drie auto’s. |
1063 | Do you study chemistry? | Studeer je scheikunde? |
1064 | You drink tea. | U drinkt thee. |
1065 | You drink tea. | Jij drinkt thee. |
1066 | What’s your shoe size? | Welke schoenmaat heeft u? |
1067 | Your daughter’s on drugs. | Uw dochter is aan de drugs. |
1068 | You have been a great mentor to me. | Je bent een goede leermeester voor me geweest. |
1069 | I learned about your portable copier at the Tokyo-Office ’97 Expo. | Ik heb gehoord over uw draagbare kopieerapparaat op de Tokyo-Office ’97 Expo. |
1070 | People who regularly work in the open air do not suffer from sleeplessness. | Mensen die regelmatig in de open lucht werken, lijden niet aan slapeloosheid. |
1071 | We must observe the rules. | We moeten de regels volgen. |
1072 | The train was derailed. | De trein was ontspoord. |
1073 | Do you feel sick? | Voel je je ziek? |
1074 | I think I’m going to faint. | Ik denk dat ik flauw ga vallen. |
1075 | I understand how you feel. | Ik begrijp hoe je je voelt. |
1076 | Take it easy! | Doe het rustig aan! |
1077 | Take it easy! | Doe het rustig! |
1078 | The temperature fell several degrees. | De temperatuur daalde met enkele graden. |
1079 | The temperature has suddenly dropped. | De temperatuur daalde plotseling. |
1080 | My joints ache when it gets cold. | Mijn gewrichten doen pijn wanneer het koud wordt. |
1081 | Take care. | Pas goed op jezelf. |
1082 | Watch out! There’s a big hole there. | Kijk uit! Daar is een groot gat. |
1083 | Are you crazy? | Ben je gek? |
1084 | It’s just your imagination. | Je beeldt het je maar in. |
1085 | Whether you like it or not, you have to go. | Of je het nu leuk vindt of niet, je moet gaan. |
1086 | I hope you’ll like it. | Ik hoop dat het u zal bevallen. |
1087 | Don’t worry about it! | Maak je er geen zorgen over! |
1088 | Never mind. | Maakt niet uit. |
1089 | Forget it. | Vergeet dat. |
1090 | Turn off the television. I can’t concentrate. | Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren. |
1091 | I met him on my way home. | Ik ontmoette hem op weg naar huis. |
1092 | I got the machine running. | Ik heb de machine aan de praat gekregen. |
1093 | The desk is covered with dust. | De schrijftafel zit onder het stof. |
1094 | The watch on the desk is mine. | Het horloge op het bureau is van mij. |
1095 | Not every book on the desk belongs to me. | Niet alle boeken op tafel zijn van mij. |
1096 | He noticed a letter on the desk. | Hij bemerkte een brief op de schrijftafel. |
1097 | There is a dictionary on the desk. | Er ligt een woordenboek op de schrijftafel. |
1098 | There is an apple on the desk. | Er ligt een appel op tafel. |
1099 | There is one apple on the desk. | Er ligt één appel op de tafel. |
1100 | There is a pen on the desk. | Er ligt een pen op het bureau. |
1101 | How many pens are there on the desk? | Hoeveel pennen liggen er op de schrijftafel? |
1102 | The desk drawer is open. | De schuif van de schrijftafel is open. |
1103 | I will be very happy to accept your invitation. | Ik zal jouw uitnodiging graag aannemen. |
1104 | I will be pleased to help you. | Ik zal u met plezier helpen. |
1105 | When they are in danger, they run away. | Wanneer ze in gevaar zijn, vluchten ze. |
1106 | I was nearly run over by a car. | Ik werd bijna overreden door een auto. |
1107 | Look out! | Kijk uit! |
1108 | You look pale. Shall I call the doctor? | Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen? |
1109 | Wash your face. | Was je gezicht. |
1110 | I try. | Ik probeer het. |
1111 | Cancer can be cured if discovered in time. | Kanker kan genezen worden als het bijtijds ontdekt wordt. |
1112 | What languages do they speak in Korea? | Welke talen worden in Korea gesproken? |
1113 | That was a close call. | Dat scheelde maar een haartje! |
1114 | I must have made a mistake. | Ik zal wel een fout gemaakt hebben. |
1115 | Don’t be afraid of making mistakes. | Wees niet bang om fouten te maken. |
1116 | Correct errors, if any. | Verbeter fouten, als die er zijn. |
1117 | There appears to have been a mistake. | Het lijkt erop dat er een fout is gemaakt. |
1118 | It’s going to clear up soon. | Het zal snel opklaren. |
1119 | Let us settle the matter without a third party. | Laat ons de kwestie zonder een derde partij regelen. |
1120 | That which is easily acquired is easily lost. | Zo gewonnen, zo geronnen. |
1121 | Nurses attend to sick people. | Verplegers verzorgen zieken. |
1122 | The nurse is dressed in white. | De verpleegster is in het wit gekleed. |
1123 | Have you ever thought of becoming a nurse? | Heb je er ooit over gedacht verpleegkundige te worden? |
1124 | A nurse wears white. | Een verpleegster kleedt zich in het wit. |
1125 | The nurse will tell you how to do it. | De verpleegster zal je uitleggen hoe dat moet. |
1126 | Sugar replaced honey as a sweetener. | Suiker verving honing als zoetstof. |
1127 | I want something sweet. | Ik wil iets zoets. |
1128 | The patient was allowed up. | De patiënt mocht uit bed. |
1129 | The patient will soon recover from his illness. | De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte. |
1130 | No problem at all! | Geen probleem! |
1131 | It cannot be completely cured. | Dit kan niet volledig genezen worden. |
1132 | My patience has come to the breaking point. | Mijn geduld raakt op. |
1133 | The bill amounted to 100 dollars. | De rekening bedroeg 100 dollar. |
1134 | May I have the check, please? | Mag ik de rekening alstublieft? |
1135 | Business is business. | Zaken zijn zaken. |
1136 | I feel cold. | Ik heb het koud. |
1137 | Don’t you feel cold? | Hebt ge het niet koud? |
1138 | I’m very sensitive to cold. May I have another blanket? | Ik ben gevoelig voor kou. Mag ik nog een deken hebben? |
1139 | It being cold, we made a fire. | Omdat het koud was, hebben we een vuur gemaakt. |
1140 | The cold weather continued for three weeks. | Het koude weer duurde drie weken. |
1141 | I find it hard to get up early on cold mornings. | Ik vind het moeilijk om vroeg op te staan op een koude morgen. |
1142 | The cold climate affected his health. | Het koude klimaat had zijn weerslag op zijn gezondheid. |
1143 | Bottoms up! | Proost! |
1144 | Dry sand absorbs water. | Droog zand neemt water op. |
1145 | The smell of cut grass summons up images of hot summer afternoons. | De geur van gemaaid gras roept beelden op van hete zomermiddagen. |
1146 | The stock market is very active. | De aandelenmarkt is erg actief. |
1147 | I need a bag. Will you lend me one? | Ik heb een koffer nodig. Leen je mij er een? |
1148 | Well begun is half done. | Een goed begin is het halve werk. |
1149 | Well begun is half done. | Goed begonnen is half gewonnen. |
1150 | After a storm comes a calm. | Na regen komt zonneschijn. |
1151 | Easy come, easy go. | Zo gewonnen, zo geronnen. |
1152 | Have fun. | Veel plezier! |
1153 | Have fun. | Amuseer je! |
1154 | Have a nice time. | Veel plezier! |
1155 | Have a nice time. | Amuseer je! |
1156 | Have a good time. | Veel plezier! |
1157 | Have a good time. | Amuseer je! |
1158 | Enjoy yourself! | Amuseer je! |
1159 | I wish you a pleasant voyage. | Ik wens u een goede reis. |
1160 | I hope you had a nice trip. | Ik hoop dat je een goede reis had. |
1161 | Have a nice weekend. | Goed weekeinde. |
1162 | Did you have a good weekend? | Hebt ge een aangenaam weekend gehad? |
1163 | It’s our pleasure. | Het is ons een genoegen. |
1164 | It is absurd to idle away the student life. | Het is absurd het studentenleven te verliezen aan nietsdoen. |
1165 | It was an advantage having learned Chinese while I was in school. | Het was een voordeel dat ik Chinees geleerd had toen ik op school zat. |
1166 | I used to go fishing in my school days. | Ik ging dikwijls vissen in mijn schooltijd. |
1167 | All the students come from the US. | Alle studenten komen uit de Verenigde Staten. |
1168 | The students learned many poems by heart. | De studenten hebben veel gedichten van buiten geleerd. |
1169 | The students learned this poem by heart. | De studenten leerden dit gedicht uit hun hoofd. |
1170 | He is something of a scholar. | Hij is een soort geleerde. |
1171 | Go to school. | Ga naar school. |
1172 | School begins in spring. | De school begint in de lente. |
1173 | School is over at 3:30. | School eindigt om 3:30. |
1174 | School is over at 3:30. | De schooldag eindigt om 15:30. |
1175 | School starts next Monday. | De school start de volgende maandag. |
1176 | School begins at 8:10 a.m. | School begint om 8:10. |
1177 | School will open on Monday. | School gaat maandag open. |
1178 | School begins at nine. | De school begint om negen uur. |
1179 | Our school is within ten minutes’ walk of my house. | Onze school is minder dan tien minuten lopen vanaf mijn huis. |
1180 | Is your school far from your home? | Is uw school ver van uw huis? |
1181 | Is your school far from your home? | Is je school ver weg van je huis? |
1182 | The school is farther than the station. | De school is verder dan het station. |
1183 | The school is located within five minutes’ walk of the station. | De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station. |
1184 | When is school over? | Hoe laat is school uit? |
1185 | School begins at eight-thirty. | De school begint om half negen. |
1186 | Our school begins at eight. | Onze school begint om acht uur. |
1187 | My school grades were average. | Mijn schoolcijfers waren gemiddeld. |
1188 | You must follow school rules. | Hou u aan de regels van de school. |
1189 | I do a lot of work on the school newspaper. | Ik doe veel werk voor de schoolkrant. |
1190 | I lost my purse on my way to school. | Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school. |
1191 | Remember well what you learn at school. | Onthou goed wat ge op school leert. |
1192 | I have just come back from school. | Ik ben net terug uit school. |
1193 | You’re never too old to learn. | Je bent nooit te oud om te leren. |
1194 | No one is too old to learn. | Je bent nooit te oud om te leren. |
1195 | After the revolution, France became a republic. | Na de revolutie werd Frankrijk een republiek. |
1196 | Do you remember? | Weet je nog? |
1197 | I am positive that he is wrong. | Ik ben zeker dat hij ongelijk heeft. |
1198 | I’m sure I’ve seen him before. | Ik ben er zeker van dat ik hem al eerder gezien heb. |
1199 | Nuclear weapons are a threat to all humanity. | Kernwapens zijn een bedreiging voor de hele mensheid. |
1200 | More people live in the northern part of the city. | Meer mensen wonen in het noordelijke gedeelte van de stad. |
1201 | As a rule, Japanese people are not good at foreign languages. | Over het algemeen zijn Japanners niet goed in vreemde talen. |
1202 | I don’t feel like going out. | Ik heb geen zin om uit te gaan. |
1203 | Comb your hair before you go out. | Kam uw haar voordat ge buiten gaat. |
1204 | It is almost impossible to learn a foreign language in a short time. | Het is bijna onmogelijk om een vreemde taal in een korte tijd te leren. |
1205 | Learning a foreign language is difficult. | Het is moeilijk om een vreemde taal te leren. |
1206 | It’s difficult to learn a foreign language. | Het is moeilijk om een vreemde taal te leren. |
1207 | Learning a foreign language is fun. | Het is leuk om een vreemde taal te leren. |
1208 | I will show you a new approach to foreign language learning. | Ik zal je een nieuwe aanpak voor het leren van vreemde talen laten zien. |
1209 | It’s by no means easy to master a foreign language. | Het is helemaal niet gemakkelijk een vreemde taal onder de knie te krijgen. |
1210 | Speaking of foreign languages, can you speak French? | Over vreemde talen gesproken, spreek je Frans? |
1211 | I want to go abroad. | Ik wil naar het buitenland. |
1212 | I’m thinking of going abroad. | Ik denk erover naar het buitenland te gaan. |
1213 | We have to buy them from abroad. | We moeten deze uit het buitenland aankopen. |
1214 | Diplomatic dialogue helped put an end to the conflict. | Het diplomatieke gesprek hielp een einde te maken aan het conflict. |
1215 | Don’t be deceived by appearances. | Laat je niet door schijn bedriegen. |
1216 | The air felt a little cold. | De lucht voelde een beetje koud aan. |
1217 | It seems warm outside. | Het lijkt buiten warm te zijn. |
1218 | It was pitch black outside. | Het was pikdonker buiten. |
1219 | It is getting dark outside. | Het wordt donker buiten. |
1220 | It is still light outside. | Het is nog klaar buiten. |
1221 | I found the box empty. | Ik heb de doos leeg gevonden. |
1222 | Look at the picture. | Bekijk de afbeelding. |
1223 | The girl in the picture is wearing a crown not of gold but of flowers. | Op de foto heeft het meisje geen gouden kroon, maar een kroon van bloemen op. |
1224 | Everybody was interested in the story. | Iedereen was geïnteresseerd in het verhaal. |
1225 | How is everyone? | Hoe gaat het met iedereen? |
1226 | I will miss you all. | Ik zal u allemaal missen. |
1227 | Good morning, everybody. | Goeiemorgen allemaal. |
1228 | Good morning, everybody. | Goedemorgen allemaal! |
1229 | Be silent in the library, boys. | Wees stil in de bibliotheek, jongens. |
1230 | Good morning, everyone. | Goeiemorgen allemaal. |
1231 | Good morning, everyone. | Goedemorgen allemaal! |
1232 | Speak clearly so that everyone may hear you. | Spreek duidelijk, zodat iedereen je kan horen. |
1233 | Everybody laughed. | Iedereen lachte. |
1234 | Which way is the beach? | Hoe kom ik bij het strand? |
1235 | Which way is the beach? | Welke kant is het strand op? |
1236 | I’ve been invited on a trip abroad, but I don’t want to go. | Ik ben uitgenodigd om naar het buitenland te gaan, maar ik wil niet. |
1237 | The number of students going abroad to study is increasing each year. | Het aantal studenten dat naar het buitenland gaat studeren groeit ieder jaar. |
1238 | I’ve never been abroad. | Ik ben nooit in het buitenland geweest. |
1239 | By studying overseas, students can come into contact with other manners and customs. | Door overzee te studeren kunnen studenten met andere gewoonten en zeden in contact komen. |
1240 | The ocean was calm. | De oceaan was rustig. |
1241 | Oceans do not so much divide the world as unite it. | Oceanen verdelen de wereld niet zozeer, als dat ze deze verenigen. |
1242 | Far away across the sea lies the sunny land of Italy. | Ver weg aan de andere kant van de zee ligt het zonnige land Italië. |
1243 | Can you fix the broken radio? | Kan je de defecte radio maken? |
1244 | Can you fix the broken radio? | Kunt u de defecte radio maken? |
1245 | All answers must be written according to the instructions. | Alle antwoorden moeten worden opgeschreven volgens de instructies. |
1246 | This hall was full of people. | Deze zaal was vol mensen. |
1247 | Management of a company is different from ownership of a company. | Beheer van een bedrijf is niet hetzelfde als eigenaar zijn van een bedrijf. |
1248 | I will tell her what to say at the meeting. | Ik zal haar zeggen wat ze moet zeggen op de vergadering. |
1249 | Please let me know immediately if you would like to set up an area of the conference room for your products. | Laat u me het alstublieft zo snel mogelijk weten als u een deel van de conferentiezaal zou willen opzetten om uw producten te tonen. |
1250 | The meeting will be held regardless of the weather. | De bijeenkomst zal gehouden worden, ongeacht het weer. |
1251 | The meeting lasted until 5. | De vergadering duurde tot vijf uur. |
1252 | The meeting finished thirty minutes ago. | De vergadering is dertig minuten geleden geëindigd. |
1253 | Fix a date for the meeting. | Leg een datum vast voor de bijeenkomst. |
1254 | Are you going to attend the meeting? | Komt u naar de bijeenkomst? |
1255 | Let’s hurry to be in time for the meeting. | Laten we ons spoeden om op tijd in de vergadering te zijn. |
1256 | I can’t attend the meeting. | Ik kan de vergadering niet bijwonen. |
1257 | When did they register the names of the members? | Wanneer registreerden ze de namen van de leden? |
1258 | The meeting took place yesterday. | De ontmoeting had gisteren plaats. |
1259 | Every time I go to see him, he is in bed. | Altijd wanneer ik hem bezoek, is hij in bed. |
1260 | I can’t put up with it. | Ik kan het niet verdragen. |
1261 | We were caught in a storm. | We werden door een storm bevangen. |
1262 | We stand for democracy. | Wij staan voor democratie. |
1263 | We should follow his example. | We zouden zijn voorbeeld moeten volgen. |
1264 | We banished him from the country. | We hebben hem uit het land verbannen. |
1265 | We provided them with money and clothes. | We gaven hen geld en kleding. |
1266 | We sang in loud voices. | We zongen met luide stem. |
1267 | We looked out the window but saw nothing. | We keken uit het raam, maar zagen niks. |
1268 | We’re elected. | We zijn verkozen. |
1269 | We eat to live, not live to eat. | We eten om te leven, we leven niet om te eten. |
1270 | We found him alive. | We hebben hem levend gevonden. |
1271 | We must pay attention to traffic signals. | We moeten op het stoplicht letten. |
1272 | We must always be prepared for the worst. | We moeten altijd op het slechtste voorbereid zijn. |
1273 | We failed due to a lack of preparation. | Wij zijn mislukt door het gebrek aan voorbereiding. |
1274 | We think we are over the worst. | We denken dat het ergste voorbij is. |
1275 | We are in the era of atomic energy. | We zijn in het tijdperk van de atoomenergie. |
1276 | We need more workers. | We hebben meer arbeiders nodig. |
1277 | We sat on a bench in the park. | We zaten op een bank in het park. |
1278 | We need action, not words. | We hebben daden nodig, geen woorden. |
1279 | We are free from danger. | We zijn buiten gevaar. |
1280 | We are influenced by our environment. | We worden beïnvloed door onze omgeving. |
1281 | We all suffer from it to some degree. | Tot op zekere hoogte hebben we er allemaal last van. |
1282 | We all desire success. | We verlangen allemaal naar succes. |
1283 | We walked more quickly than usual. | We gingen sneller dan gewoonlijk. |
1284 | We marveled at the little boy’s eloquence. | We stonden versteld van de welbespraaktheid van de kleine jongen. |
1285 | We voted for the candidate. | We hebben voor de kandidaat gestemd. |
1286 | We stayed at a hotel by the lake. | We verbleven in een hotel bij het meer. |
1287 | After much debate, we decided to spend our holidays in Spain. | Na veel overleg besloten we onze vakantie in Spanje door te brengen. |
1288 | We often associate black with death. | We associëren zwart vaak met de dood. |
1289 | We must get over this difficulty. | We moeten die moeilijkheid overwinnen. |
1290 | We have breakfast at seven. | We ontbijten om zeven uur. |
1291 | There are none of us who do not respect his honesty. | Er is niemand van ons die zijn eerlijkheid niet respecteert. |
1292 | We have a traitor among us. | Er is een verrader onder ons. |
1293 | Are there other universes outside our own? | Bestaan er andere universa buiten het onze? |
1294 | Our new head office is in Tokyo. | Ons nieuw hoofdkwartier is in Tokio. |
1295 | Our country borders on several countries. | Ons land grenst aan een aantal landen. |
1296 | Our school is very close to the park. | Onze school is heel dicht bij het park. |
1297 | Compared to our house, his is a palace. | Vergeleken met ons huis is het zijne een paleis. |
1298 | Our team won the game. | Ons team heeft de wedstrijd gewonnen. |
1299 | It is not necessary for us to attend the meeting. | Het is voor ons niet nodig aan de vergadering deel te nemen. |
1300 | It is not necessary for us to attend the meeting. | We zijn niet verplicht aan de bijeenkomst deel te nemen. |
1301 | It is not necessary for us to attend the meeting. | We zijn niet verplicht aan de vergadering deel te nemen. |
1302 | It is not necessary for us to attend the meeting. | Het is niet nodig voor ons om naar de vergadering te gaan. |
1303 | Stay here with us. | Blijf hier bij ons. |
1304 | My name is Hopkins. | Mijn naam is Hopkins. |
1305 | We import coffee from Brazil. | Wij voeren koffie in uit Brazilië. |
1306 | The youth of our country is apathetic about politics. | De jeugd in ons land heeft geen interesse in de politiek. |
1307 | If only we had a garden! | Hadden we maar een tuin! |
1308 | Our team lost all its games. | Ons team heeft alle wedstrijden verloren. |
1309 | A swarm of mosquitoes followed him. | Een zwerm muggen volgde hem. |
1310 | A mosquito just bit me. | Ik ben net door een mug gestoken. |
1311 | We can record the past and present. | We kunnen het verleden en het heden registreren. |
1312 | Don’t worry about the past. | Maak je geen zorgen over het verleden. |
1313 | It is no use crying over spilt milk. | Gedane zaken nemen geen keer. |
1314 | Do you have anything to declare? | Hebt u iets aan te geven? |
1315 | How many bags do you have? | Hoeveel tassen heb je? |
1316 | Hanako likes cake very much. | Hanako houdt erg van gebak. |
1317 | Happy are those who love flowers. | Blij zijn zij die van bloemen houden. |
1318 | Put some water into the vase. | Doe wat water in de vaas. |
1319 | I needn’t have watered the flowers. Just after I finished, it started raining. | Ik had de bloemen geen water hoeven geven. Ik was er maar net klaar mee, of het begon te regenen. |
1320 | We must water the flower. | We moeten de bloem water geven. |
1321 | Finishing the job by Tuesday will be a piece of cake. | Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen. |
1322 | It has been raining since Tuesday. | Het is aan het regenen sinds dinsdag. |
1323 | Gunpowder needs to be handled very carefully. | Buskruit moet met zorg behandeld worden. |
1324 | Mars is a promising place where we may be able to live. | Mars is een veelbelovende plaats waar we misschien kunnen wonen. |
1325 | It is said that there is no life on Mars. | Men zegt dat er geen leven is op Mars. |
1326 | A burnt child fears the fire. | Een verbrand kind is bang voor het vuur. |
1327 | In case of fire, dial 119. | In geval van brand, bel 119. |
1328 | The cause of the fire was known. | De oorzaak van de brand was bekend. |
1329 | I lost my shoe in the fire. | Ik heb in de brand mijn schoen verloren. |
1330 | Four families were killed in the fire. | Vier gezinnen kwamen om in de brand. |
1331 | Don’t forget to put out the fire. | Vergeet niet het vuur uit te doen. |
1332 | Fire burns. | Het vuur brandt. |
1333 | It’s dangerous to play around the fire. | Het is gevaarlijk dicht bij het vuur te spelen. |
1334 | There is no smoke without fire. | Waar rook is, is vuur. |
1335 | The fire is out. | Het vuur is uitgegaan. |
1336 | Do you like singing? | Zing je graag? |
1337 | What do you do in your free time? | Wat doe je in je vrije tijd? |
1338 | What do you do in your free time? | Wat doen jullie in je vrije tijd? |
1339 | What do you do in your free time? | Wat doet gij in uw vrije tijd? |
1340 | I’m free. | Ik ben vrij. |
1341 | I do not like science. | Ik hou niet van wetenschap. |
1342 | My wife will be glad to see you, too. | Mijn vrouw zal ook blij zijn u te zien. |
1343 | I’m sick of listening to her complaints. | Ik ben het beu om naar haar gezaag te luisteren. |
1344 | There is no place like home. | Oost, west, thuis best. |
1345 | There is no place like home. | Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
1346 | All the family got out of the car. | De hele familie kwam uit de auto. |
1347 | How is your family? | Hoe is het met uw familie? |
1348 | I feel homesick when I remember my family. | Ik krijg heimwee als ik aan m’n familie denk. |
1349 | If we pay the rent to the landlady, we won’t have any money for food; we are between the devil and the deep blue sea. | Als we de huur betalen aan de huiseigenares, zullen we geen geld meer hebben voor eten; we zitten tussen de duivel en de diepe blauwe zee. |
1350 | I will take you home. | Ik breng je naar huis. |
1351 | I’ll drive you home. | Ik breng je naar huis. |
1352 | My house was on fire. | Mijn huis was aan het branden. |
1353 | We have two cats; one is white, and the other is black. | We hebben twee katten; de ene is wit en de andere zwart. |
1354 | Every door in the house is locked. | Iedere deur in het huis is op slot. |
1355 | When we have a family argument, my husband always sides with his mother instead of me. | Als we thuis ruzie hebben, kiest mijn man niet mijn kant maar altijd die van zijn moeder. |
1356 | I had to help with the housework. | Ik moest hem helpen met het huishoudelijk werk. |
1357 | Our dog buries its bones in the garden. | Onze hond begraaft zijn botten in de tuin. |
1358 | It is our custom to take off our shoes when we enter the house. | Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan. |
1359 | When I got home, I found I had lost my wallet. | Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had. |
1360 | On my way home, I met him. | Ik ontmoette hem op weg naar huis. |
1361 | I would rather sit reading in the library than go home. | Ik zit liever in de bibliotheek te lezen dan dat ik naar huis ga. |
1362 | Staying home isn’t fun. | Thuisblijven is niet leuk. |
1363 | I would rather stay at home. | Ik zou liever thuis blijven. |
1364 | I’d rather stay at home. | Ik zou liever thuis blijven. |
1365 | We will purchase a new car next week. | Wij gaan volgende week een nieuwe auto kopen. |
1366 | I was away from home all through the summer vacation. | Ik ben heel de zomervakantie van huis weg geweest. |
1367 | I worked in a post office during the summer vacation. | In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt. |
1368 | The summer vacation is over. | De zomervakantie is voorbij. |
1369 | I look forward to the summer vacation. | Ik kijk uit naar de zomervakantie. |
1370 | As the summer has come, so it will go. | Zoals de zomer gekomen is, zo zal hij ook gaan. |
1371 | The summer had gone before I knew. | De zomer was voorbij voordat ik het besefte. |
1372 | Summer is gone. | De zomer is voorbij. |
1373 | Summer is the season I like best. | De zomer is mijn favoriete seizoen. |
1374 | The summer is over. | De zomer is voorbij. |
1375 | In summer, eggs soon go bad. | In de zomer worden eieren rap slecht. |
1376 | Summer days can be very, very hot. | De zomerdagen kunnen heel, heel heet zijn. |
1377 | The town was deluged with tourists in summer. | In de zomer werd de stad overspoeld door toeristen. |
1378 | I often go swimming at the beach in the summer. | In de zomer zwem ik vaak in de zee. |
1379 | Plant these seeds before summer sets in. | Plant deze zaden voordat de zomer begint. |
1380 | Hundreds of people work in this factory. | Honderden mensen werken in die fabriek. |
1381 | What number bus do I take? | Welke buslijn moet ik nemen? |
1382 | I haven’t seen him for years. | Ik heb hem al jaren niet gezien. |
1383 | How many days does it usually take to get there? | Hoeveel dagen kost het meestal om daar te komen? |
1384 | Thousands of people were there. | Er waren duizenden mensen aanwezig. |
1385 | How many children do you have? | Hoeveel kinderen heb je? |
1386 | Some boys came into the classroom. | Een paar jongens kwamen het klaslokaal binnen. |
1387 | It rained for hours and hours. | Het regende uren aan één stuk door. |
1388 | A fox is not caught twice in the same snare. | Een ezel stoot zich in ‘t gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen. |
1389 | What time does it start? | Hoe laat begint het? |
1390 | What time will the game start? | Wanneer begint de wedstrijd? |
1391 | What time will the game start? | Wanneer begint het spel? |
1392 | What time do you get up? | Hoe laat staat gij op? |
1393 | What time do you get up? | Om hoe laat sta je op? |
1394 | When did you get up? | Hoe laat ben je opgestaan? |
1395 | What time and where could we meet? | Waar en wanneer kunnen we elkaar ontmoeten? |
1396 | Do you know what time the shop is closed? | Weet je om hoe laat de winkel sluit? |
1397 | Do you know what day it is? | Weet je welke dag het is? |
1398 | What time do you start check-in? | Vanaf hoe laat kunnen we inchecken? |
1399 | Moderation in all things. | Alles met mate. |
1400 | What language is spoken in America? | Welke taal spreekt men in Amerika? |
1401 | Why were you silent all the time? | Waarom was je de hele tijd stil? |
1402 | Why didn’t you come? | Waarom kwam je niet? |
1403 | Several cottages have been isolated by the flood water. | Meerdere huizen zijn geïsoleerd door de overstroming. |
1404 | What did you buy? | Wat heb je gekocht? |
1405 | What are you reading? | Wat ben je aan het lezen? |
1406 | What are you laughing at? | Wat lach je nou? |
1407 | What should I bring? | Wat moet ik meenemen? |
1408 | What are you thinking about? | Waar denk je aan? |
1409 | Why are you so happy? | Waarom ben je zo blij? |
1410 | What do you want to do? | Wat wil je doen? |
1411 | May I help you ma’am? | Kan ik u helpen, mevrouw? |
1412 | What would you like to drink? | Wat wilt ge drinken? |
1413 | The one resource more precious than any other was land. | De enige hulpbron die kostbaarder was dan alle andere was land. |
1414 | That won’t change anything. | Dat zal niets aan de zaak veranderen. |
1415 | You have no need to be ashamed. | Je hoeft je niet te schamen. |
1416 | There is no hurry. | Er is geen haast bij. |
1417 | Above all, I want to be healthy. | Ik wil bovenal gezond zijn. |
1418 | Those who forget everything are happy. | Zij die alles vergeten, zijn gelukkig. |
1419 | What do I have? | Wat heb ik? |
1420 | What kind of sandwich do you want? | Wat voor soort broodje wil je? |
1421 | What a beautiful rainbow! | Wat een mooie regenboog! |
1422 | What a pity! | Wat jammer! |
1423 | I sort of understand. | Ik begrijp het min of meer. |
1424 | We must prevent the fire from reaching the gunpowder at any cost. | We moeten te allen prijze vermijden dat het vuur het buskruit bereikt. |
1425 | I tried everything to keep him alive. | Ik heb alles geprobeerd om hem in leven te houden. |
1426 | I hope I can manage to make both ends meet. | Ik hoop dat het me lukt de eindjes aan elkaar te knopen. |
1427 | Do something! | Doe iets! |
1428 | I cannot thank you too much. | Ik kan u niet te veel danken. |
1429 | What a waste of water! | Wat een waterverspilling! |
1430 | How slow you are! | Hoe traag zijt ge toch! |
1431 | Why me? | Waarom ik? |
1432 | It was nothing. | Niets te danken! |
1433 | Help yourself to anything you’d like to eat. | Eet waar je zin in hebt. |
1434 | Eat whatever you like. | Eet al wat ge wilt. |
1435 | What marvelous weather. | Wat een prachtig weer. |
1436 | I want something cold to drink. | Ik wil iets kouds om te drinken. |
1437 | I want to drink something cold. | Ik wil iets kouds drinken. |
1438 | Tell me what you want. | Zeg me wat je wil. |
1439 | Have you got any plans? | Heb je enige plannen? |
1440 | A certain problem may come about. | Er kan zich een bepaald probleem voordoen. |
1441 | Time will pass quite quickly when you read something. | De tijd zal wel vlug genoeg voorbij gaan als ge iets leest. |
1442 | I want something to read. | Ik wil iets om te lezen. |
1443 | Would you like to leave a message? | Wilt u een boodschap achterlaten? |
1444 | Is it anything serious? | Is het iets ernstigs? |
1445 | Give me something to eat. | Geef mij iets te eten. |
1446 | Can I have something to eat? | Kan ik iets te eten krijgen? |
1447 | I want something to eat. | Ik wil iets om te eten. |
1448 | I’d like something to eat. | Ik zou graag iets eten. |
1449 | I need something to write with. | Ik heb iets nodig om mee te schrijven. |
1450 | Can I help you? | Kan ik u helpen? |
1451 | What do you want me to do? | Wat wilt ge dat ik doe? |
1452 | What do you want me to do? | Wat wil je dat ik doe? |
1453 | May I say something? | Mag ik iets zeggen? |
1454 | What’s the cause? | Wat is de oorzaak? |
1455 | We should obey the law no matter what happens. | Wat er ook gebeurt, wij moeten gehoorzamen aan de wet. |
1456 | I’ll keep my word, whatever may happen. | Ik zal mijn woord houden, wat er ook gebeurt. |
1457 | Come what may; I won’t change my mind. | Wat er ook komen mag, ik zal mijn mening niet veranderen. |
1458 | What is going on? | Wat is er aan de hand? |
1459 | I was astonished to hear what had happened. | Ik was verwonderd wanneer ik hoorde wat er gebeurd was. |
1460 | I wonder what happened. | Ik ben benieuwd wat er gebeurd is. |
1461 | I wonder what happened. | Ik vraag me af wat er gebeurd is. |
1462 | What’s up? | Wat is er gaande? |
1463 | Something may have happened to him. | Misschien is er iets met hem gebeurd. |
1464 | Give me something to drink. | Geef me iets te drinken. |
1465 | Can I get you something to drink? | Kan ik u iets te drinken aanbieden? |
1466 | I want something to drink. | Ik wil iets om te drinken. |
1467 | I’d like something to drink. | Ik zou graag iets drinken. |
1468 | I’d like something to drink. | Ik zou graag iets te drinken hebben. |
1469 | Would you like to drink anything? | Wilt u iets drinken? |
1470 | Would you like to drink anything? | Willen jullie iets drinken? |
1471 | Would you like to drink anything? | Wil je iets drinken? |
1472 | Do you have any good news? | Heb je enig goed nieuws? |
1473 | Do you have any pets? | Heb je huisdieren? |
1474 | What is missing? | Wat ontbreekt er? |
1475 | Would you like anything to eat? | Wilt u iets om te eten? |
1476 | Do you play any sports? | Doet gij aan sport? |
1477 | Something stinks here. | Er stinkt hier iets. |
1478 | I feel that something is wrong. | Ik voel dat er iets mis is. |
1479 | I need some good advice. | Ik heb goed advies nodig. |
1480 | Is there anything you can do? | Is er iets wat je kan doen? |
1481 | Is there anything that I can do for you? | Is er iets dat ik voor u kan doen? |
1482 | Please keep me informed. | Blijf mij op de hoogte houden. |
1483 | You’ll need a temporary bridge. | Je zal een tijdelijke brug nodig hebben. |
1484 | If you were to win the lottery, what would you buy with the money? | Als jullie de loterij zouden winnen, wat zouden jullie dan kopen voor dat geld? |
1485 | Were I to die, who would look after my children? | Als ik zou overlijden, wie zou er dan voor mijn kinderen zorgen? |
1486 | Turn down the volume, please. | Zet het volume eens wat zachter. |
1487 | Not a sound was to be heard in the concert hall. | Je kon een speld horen vallen in de concertzaal. |
1488 | Did you come from a musical family? | Kom je uit een muzikaal gezin? |
1489 | I listen to music. | Ik luister naar muziek. |
1490 | Music makes our life happy. | Muziek maakt ons leven gelukkig. |
1491 | Are you fond of music? | Hou je van muziek? |
1492 | The importance of music is underrated. | Het belang van de muziek wordt onderschat. |
1493 | Talking of music, what kind of music do you like? | Wat muziek betreft, welke soort muziek hoor jij graag? |
1494 | Sound travels very quickly. | Geluid beweegt zich erg snel voort. |
1495 | I’m looking for a warm, woolen skirt. | Ik zoek een warme, wollen rok. |
1496 | How should I know? | Hoe moet ik dat weten? |
1497 | How should I know? | Weet ik veel! |
1498 | I’m a free man. | Ik ben een vrije man. |
1499 | I’m a free man. | Ik ben een vrije mens. |
1500 | Was I wrong? | Had ik ongelijk? |
1501 | I am incomplete. | Ik ben onvolledig. |
1502 | I’m a hero. | Ik ben een held. |
1503 | I play in a band. | Ik speel in een groep. |
1504 | I’m not talking to you; I’m talking to the monkey. | Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap. |
1505 | Don’t worry about me. | Maak je geen zorgen over mij. |
1506 | Don’t worry about me. | Maak je geen zorgen om mij. |
1507 | Don’t worry about me. | Maak u maar geen zorgen over mij. |
1508 | Don’t put it on my desk. | Zet het niet op mijn schrijftafel. |
1509 | Leave me alone! | Laat me met rust! |
1510 | Let me handle this. | Laat dat maar aan mij over. |
1511 | Are you talking to me? | Spreekt ge tegen mij? |
1512 | I prefer cakes or candies to alcohol, but I do drink. | Ik heb liever koekjes of snoep dan alcohol, maar ik drink wel. |
1513 | Look at the house with the red roof. | Kijk naar het huis met het rode dak. |
1514 | We saw the bird when we visited Okinawa. | We zagen de vogel toen we Okinawa bezochten. |
1515 | The king ordered that the prisoner should be set free. | De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden. |
1516 | Long live the king! | Lang leve de koning! |
1517 | The prince fell in love with a woodcutter’s daughter. | De prins werd verliefd op de dochter van een houthakker. |
1518 | The king abused his power. | De koning maakte misbruik van zijn macht. |
1519 | Mr. Oh came to Japan to study Japanese. | Mr Oh kwam naar Japan om Japans te leren. |
1520 | Mr Wang is from China. | Meneer Wang komt uit China. |
1521 | Yokohama is the city in Japan with the second largest population. | Jokohama is de stad in Japan met de op één na grootste bevolking. |
1522 | Delete his name from the list of the applicants. | Verwijder zijn naam van de lijst met kandidaten. |
1523 | Round trip or one-way? | Heen en terug of enkele reis? |
1524 | How’s your wife? | Hoe gaat het met je vrouw? |
1525 | Please say hello to your wife for me. | Doe alstublieft uw vrouw de groeten voor me. |
1526 | I’d like to speak to the lady of the household. | Ik had graag met de dame des huizes gesproken. |
1527 | It’s an awful shame your wife couldn’t come. | Het is heel jammer dat je vrouw niet kon komen. |
1528 | How do you feel? | Hoe voelt ge u? |
1529 | How do you feel? | Hoe voel je je? |
1530 | Salt water is more buoyant than fresh water. | Zout water heeft meer drijfvermogen dan zoet water. |
1531 | Could you pass me the salt, please? | Geef me het zout alsjeblieft. |
1532 | Pass me the salt and pepper, please. | Geef me het zout en de peper, alsjeblieft. |
1533 | There is no salt left. | Er is geen zout meer. |
1534 | He should have bought some pencils. | Hij had een paar potloden moeten kopen. |
1535 | I bought a dozen pencils today. | Ik heb vandaag een dozijn potloden gekocht. |
1536 | I bought a dozen pencils today. | Ik heb vandaag een twaalftal potloden gekocht. |
1537 | Have you got a pencil? | Heb je een potlood? |
1538 | Which is heavier, lead or gold? | Wat is zwaarder, lood of goud? |
1539 | Don’t hesitate to ask for advice. | Aarzel niet om raad te vragen. |
1540 | Don’t beat about the bush. | Draai niet rond de pot. |
1541 | Don’t beat around the bush; tell me who is to blame. | Draai niet om de pot. Zeg me wie schuldig is. |
1542 | I saw a house in the distance. | Ik zag een huis in de verte. |
1543 | I saw a light far away. | Ik zag heel ver weg een licht. |
1544 | We could see the lights of the town in the distance. | We konden de lichten van de stad in de verte zien. |
1545 | Can you see far? | Kan je ver kijken? |
1546 | Seen from a distance, the hill looks like an elephant. | Van een afstand gezien, lijkt de heuvel op een olifant. |
1547 | Seen from a distance, the hill looks like an elephant. | Vanuit de verte gezien ziet de heuvel eruit als een olifant. |
1548 | Seen from a distance, it looked like a human face. | Vanuit de verte gezien zag het eruit als een menselijk gezicht. |
1549 | Viewed from a distance, the island looked like a cloud. | Vanuit de verte gezien zag het eiland eruit als een wolk. |
1550 | Monkeys climb trees. | Apen klimmen in bomen. |
1551 | The monkeys are grooming each other. | De apen vlooien elkaar. |
1552 | It is easy for a monkey to climb a tree. | In een boom klimmen is voor een aap gemakkelijk. |
1553 | A monkey is climbing up a tall tree. | Een aap beklimt een hoge boom. |
1554 | Please put your cigarette out. | Doof uw sigaret a.u.b. |
1555 | Smoking is harmful to your health. | Roken schaadt de gezondheid. |
1556 | His pride didn’t allow him to ask for help. | Zijn trots weerhield hem ervan om hulp te vragen. |
1557 | Gardening has been popular for some years. | Tuinieren is al enkele jaren populair. |
1558 | The value of the yen has soared. | De waarde van de yen is flink gestegen. |
1559 | I’d like to know the exact exchange rate for yen. | Ik zou willen weten wat de exacte wisselkoers is voor de yen. |
1560 | Could you please tell me how to get to the station? | Zou u me kunnen vertellen hoe ik bij het station kom? |
1561 | Where is the railroad station? | Waar is het treinstation? |
1562 | The station is nearby. | Het station is dichtbij. |
1563 | Is there a bank near the station? | Is er een bank in de buurt van het station? |
1564 | On arriving at the station, I called a friend of mine. | Eenmaal op het station aangekomen, belde ik mijn vriend op. |
1565 | Please drop me off at the station. | Wilt u me bij het station afzetten? |
1566 | The man you met at the station is my father. | De man die ge bij het station ontmoet hebt, is mijn vader. |
1567 | I waited for him at the station for an hour, but he didn’t show up. | Ik wachtte een uur op hem op het station, maar hij kwam niet opdagen. |
1568 | It takes twenty minutes to walk from the station to school. | Het kost twintig minuten om van het station naar school te lopen. |
1569 | The satellite is in orbit around the moon. | De satelliet bevindt zich in een baan om de maan. |
1570 | England expects that every man will do his duty. | Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen. |
1571 | London, the capital of England, is on the Thames. | Londen, de hoofdstad van Engeland, ligt aan de Theems. |
1572 | Can you speak English? | Spreekt u Engels? |
1573 | Speaking English is very difficult for me. | Engels spreken is zeer moeilijk voor mij. |
1574 | She speaks English better than any of her classmates. | Ze spreekt beter Engels dan elk van haar klasgenoten. |
1575 | Don’t be afraid to make mistakes when speaking English. | Wees niet bang om fouten te maken wanneer je Engels spreekt. |
1576 | It is not difficult to speak English. | Het is niet moeilijk om Engels te spreken. |
1577 | I found it easy to speak English. | Ik vond het makkelijk om Engels te spreken. |
1578 | You speak good English. | Je spreekt goed Engels. |
1579 | Don’t be afraid of making mistakes when you speak English. | Heb geen angst fouten te maken wanneer u Engels spreekt. |
1580 | Don’t be afraid of making mistakes when speaking English. | Wees niet bang om fouten te maken als je Engels spreekt. |
1581 | Don’t be afraid of making mistakes when speaking English. | Heb geen angst fouten te maken wanneer u Engels spreekt. |
1582 | Speaking English is not easy. | Engels spreken is niet makkelijk. |
1583 | Speaking English is useful. | Engels spreken is nuttig. |
1584 | Speaking English is difficult. | Engels spreken is moeilijk. |
1585 | Is it hard to speak English? | Is het moeilijk om Engels te spreken? |
1586 | To speak English is not easy, but it is interesting. | Engels spreken is niet makkelijk maar het is interessant. |
1587 | To speak English is not easy. | Engels spreken is niet makkelijk. |
1588 | I can speak a little English. | Ik spreek een beetje Engels. |
1589 | To master English is hard. | Engels beheersen is moeilijk. |
1590 | Learning English requires patience. | Engels leren vereist geduld. |
1591 | I do not support the theory that one has to study Latin in order to understand English better. | Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen. |
1592 | I’ve studied English for five years. | Ik heb vijf jaar Engels gestudeerd. |
1593 | I cannot speak English, much less Spanish. | Ik kan geen Engels spreken, en Spaans nog minder. |
1594 | English is difficult, isn’t it? | Engels is moeilijk hè? |
1595 | English is studied in China, too. | In China leert men ook Engels. |
1596 | English is a language spoken all over the world. | Engels is een taal die over heel de wereld wordt gesproken. |
1597 | English is not my native language. | Het Engels is niet mijn moedertaal. |
1598 | English is not easy for me. | Engels is niet makkelijk voor mij. |
1599 | English is used by many people. | Het Engels wordt door veel mensen gebruikt. |
1600 | English is not spoken here. | Engels wordt hier niet gesproken. |
1601 | Is English spoken in Canada? | Spreken ze in Canada Engels? |
1602 | English is too difficult for me to understand. | Engels is voor mij te moeilijk om te begrijpen. |
1603 | How many English words do you know? | Hoeveel Engelse woorden kent u? |
1604 | We listened to the teacher during the English lesson. | We luisterden naar de leraar tijdens de Engelse les. |
1605 | Do you have an English dictionary? | Heb je een Engels woordenboek? |
1606 | We wish we didn’t have to take a test in English. | Wij zouden willen dat we geen examen moesten afleggen in het Engels. |
1607 | The English alphabet has 26 letters. | Het Engels alfabet telt 26 letters. |
1608 | Many English words are derived from Latin. | Veel Engelse woorden komen uit het Latijn. |
1609 | To write a love letter in English is not easy. | Een liefdesbrief in het Engels schrijven is niet makkelijk. |
1610 | In the English language many words contain letters which are not pronounced. | In het Engels staan er in veel woorden letters die niet worden uitgesproken. |
1611 | What do you call this bird in English? | Hoe noem je deze vogel in het Engels? |
1612 | Say it in English. | Zeg het in het Engels. |
1613 | I wish I could speak English. | Ik wenste dat ik Engels kon spreken. |
1614 | Some are good at English, and others are good at mathematics. | Sommigen zijn goed in Engels, en anderen in wiskunde. |
1615 | I wish I could swim. | Ik wou dat ik kon zwemmen. |
1616 | It’s warm enough to swim. | Het is warm genoeg om te zwemmen. |
1617 | It’s much too cold to swim. | Het is veel te koud om te zwemmen. |
1618 | It is easy for me to swim. | Het is makkelijk voor mij om te zwemmen. |
1619 | How about going for a swim? | Zullen we gaan zwemmen? |
1620 | Do you feel like going swimming? | Heb je zin om te gaan zwemmen? |
1621 | I adore going to the cinema. | Ik ga graag naar de bioscoop. |
1622 | Do you like movies? | Houd je van films? |
1623 | Do you like movies? | Hou je van films? |
1624 | Did you enjoy the film? | Vond je de film leuk? |
1625 | The movie starts at ten o’clock. | De film begint om tien uur. |
1626 | That’s something like a movie scenario. | Dat lijkt wel een scène uit een speelfilm. |
1627 | You’re going to a movie? | Ga je naar de bioscoop? |
1628 | The movie starts. | De film begint. |
1629 | Today the sky is a cloudless blue. | Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt. |
1630 | A cloud floated across the sky. | Een wolk dreef door de lucht. |
1631 | Lack of exercise may harm your health. | Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden. |
1632 | Do you have a driver’s license? | Heeft u een rijbewijs? |
1633 | May I see your driver’s license, sir? | Mijnheer, mag ik uw rijbewijs zien? |
1634 | The driver asked me which way to go. | De bestuurder vroeg me welke kant hij op moest. |
1635 | The end justifies the means. | Het doel heiligt de middelen. |
1636 | After rain comes fair weather. | Na regen komt zonneschijn. |
1637 | Let’s get out of the rain. | Laat ons gaan schuilen voor de regen. |
1638 | It’s a rainy day. | Het is een regendag. |
1639 | The rainy season begins in June. | Het regenseizoen begint in juni. |
1640 | The rain lasted through the night. | De regen bleef de ganse nacht door aanhouden. |
1641 | It rained nonstop. | Het regende zonder ophouden. |
1642 | The rain changed into snow. | De regen ging over in sneeuw. |
1643 | The rain lasted four days. | Het regende gedurende vier dagen. |
1644 | The rain lasted a week. | De regen hield aan gedurende een week. |
1645 | The rain lasted a week. | Het regende een week lang. |
1646 | It is raining all the time. | Het regent zonder ophouden. |
1647 | It is raining all the time. | Het regent de hele tijd. |
1648 | When did it begin to rain? | Wanneer begon het te regenen? |
1649 | The rain lasted five days. | De regen duurde vijf dagen. |
1650 | The rain continued all day. | Het bleef de hele dag door regenen. |
1651 | I like to walk in the rain. | Ik wandel graag in de regen. |
1652 | A bicycle will rust if you leave it in the rain. | Een fiets zal roesten als ge hem in de regen laat staan. |
1653 | In case it rains, I won’t go. | In geval dat het regent, zal ik niet vertrekken. |
1654 | The rain prevented me from going. | De regen weerhield me om te vertrekken. |
1655 | The game was called off on account of the rain. | De wedstrijd werd afgelast vanwege regen. |
1656 | Stay out of the rain. | Blijf uit de regen. |
1657 | I was caught in the rain and got wet. | Ik kwam in een regenbui terecht en ben nat geworden. |
1658 | The children went to school in spite of the rain. | Ondanks de regen gingen de kinderen naar school. |
1659 | In spite of the rain, the game was not cancelled. | Ondanks de regen werd het spel niet afgelast. |
1660 | In spite of the rain, I went out. | Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan. |
1661 | I’m afraid it’s going to rain. | Ik vrees dat het zal gaan regenen. |
1662 | I’m afraid it’s going to rain. | Ik ben bang dat het gaat regenen. |
1663 | It began to rain cats and dogs. | Het begon pijpestelen te regenen. |
1664 | The rain changed to snow. | De regen veranderde in sneeuw. |
1665 | I wish it would stop raining. | Ik wou dat het ophield met regenen. |
1666 | Let’s wait until it stops raining. | Laat ons wachten tot het ophoudt met regenen. |
1667 | When it rains, it pours. | Een ongeluk komt zelden alleen. |
1668 | I’ll stay if it rains. | Als het regent, blijf ik. |
1669 | Every time it rains, the roof leaks. | Iedere keer als het regent, lekt het dak. |
1670 | When it rains, she takes the bus. | Wanneer het regent, neemt ze de bus. |
1671 | When it rains, she takes the bus. | Als het regent, neemt ze de bus. |
1672 | Our streets flood when we have rain. | Onze straten overstromen wanneer het regent. |
1673 | Take your umbrella with you in case it rains. | Neem je paraplu mee voor wanneer het zou regenen. |
1674 | Don’t forget to take an umbrella in case it rains. | Vergeet geen paraplu mee te nemen voor het geval dat het regent. |
1675 | Take an umbrella with you in case it should rain. | Neem een paraplu met je mee in het geval dat het gaat regenen. |
1676 | Remember to take your umbrella, in case it rains. | Denk eraan je paraplu mee te nemen, voor het geval het regent. |
1677 | It is going to rain. | Het gaat regenen. |
1678 | It is likely to rain. | Het ziet ernaar uit dat het gaat regenen. |
1679 | Unless it rains, I will go, too. | Ik zal ook gaan, tenzij het regent. |
1680 | I stayed indoors because it rained. | Ik bleef binnen omdat het regende. |
1681 | The weather being rainy, the baseball game was cancelled. | Aangezien het regenachtig was, werd de honkbalwedstrijd afgelast. |
1682 | Plants grow quickly after rain. | Planten groeien snel na regen. |
1683 | I always wear boots when it rains or snows. | Ik draag altijd laarzen als het regent of sneeuwt. |
1684 | They stayed at home, because it rained. | Zij bleven thuis omdat het regende. |
1685 | It is raining hard. | Het regent dat het giet. |
1686 | I wish the rain would stop. | Ik wou dat de regen ophield. |
1687 | The rain just stopped, so let’s leave. | Het houdt juist op met regenen, laat ons dus vertrekken. |
1688 | It rained five days on end. | Het regende vijf dagen na elkaar. |
1689 | It has been raining a full five days. | Het regende gedurende vijf dagen. |
1690 | The astronauts went up to the moon in a rocket. | De astronauten gingen naar de maan in een raket. |
1691 | There is no air in space. | Er is geen lucht in de ruimte. |
1692 | Space is full of mystery. | Het heelal is vol geheimen. |
1693 | There are millions of stars in the universe. | Er zijn miljoenen sterren in het universum. |
1694 | There are many galaxies in the universe. | Er zijn veel sterrenstelsels in het heelal. |
1695 | I can’t lift my right arm. | Ik kan mijn rechterarm niet optillen. |
1696 | Raise your right hand. | Steek uw rechterhand op. |
1697 | Are drinks free? | Zijn dranken gratis? |
1698 | I drank too much. My face is swollen! | Ik heb te veel gedronken. Mijn gezicht is gezwollen. |
1699 | Gravity is the natural force by which objects are attracted to each other. | Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken. |
1700 | Gravity binds the planets to the sun. | De zwaartekracht verbindt de planeten met de zon. |
1701 | Could you help me when I move? | Kunt ge mij helpen als ik verhuis? |
1702 | Let’s turn back. | Laten we teruggaan. |
1703 | Can you lend me 10,000 yen? | Kunt ge mij tienduizend yen lenen? |
1704 | He took out a piece of chalk. | Hij nam een stuk krijt. |
1705 | One is red and the other is white. | De ene is rood en de andere is wit. |
1706 | A single step, and you will fall over the cliff. | Nog één stap en je valt van de klif af. |
1707 | I got up early in order to catch the first train. | Ik stond vroeg op om de eerste trein te nemen. |
1708 | Where’s the nearest drugstore? | Waar is de dichtstbijzijnde apotheek? |
1709 | Where is the nearest bank? | Waar is de dichtstbijzijnde bank? |
1710 | Where’s the nearest art gallery? | Waar is de dichtstbijzijnde kunstgalerij? |
1711 | Will you put us up for one night? | Mogen we bij jou overnachten? |
1712 | Boys, as a rule, are taller than girls. | Jongens zijn in de regel groter dan meisjes. |
1713 | In general, young people dislike formality. | In het algemeen houden jongeren niet van formaliteit. |
1714 | I feel like having a drink. | Ik heb zin om iets te drinken. |
1715 | I feel like having a drink. | Ik heb zin in een drankje. |
1716 | How about a drink? | Wat dacht je van een drankje? |
1717 | The first month of the year is January. | De eerste maand van het jaar is januari. |
1718 | I only missed one day of work because of a cold and my desk is piled high with papers. | Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau. |
1719 | It rained continuously all day. | Het regende de ganse dag zonder ophouden. |
1720 | It rained hard all day. | Het regende hard de hele dag door. |
1721 | I had to stay in bed all day. | Ik moest de hele dag in bed blijven. |
1722 | You should brush your teeth at least twice a day. | Je moet minstens twee keer per dag je tanden poetsen. |
1723 | Don’t try to do two things at a time. | Probeer niet twee dingen tegelijk te doen. |
1724 | What’s done cannot be undone. | Wat gebeurd is, is gebeurd. |
1725 | Rome was not built in a day. | Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd. |
1726 | Can his story be true? | Kan zijn verhaal waar zijn? |
1727 | How in the world did you do it? | Wel wel! Hoe hebt ge dat gedaan? |
1728 | Can the rumor be true? | Zou het kunnen dat dat gerucht waar is? |
1729 | To kill two birds with one stone. | Twee vliegen in een klap slaan. |
1730 | Left alone, the little girl began to cry. | Alleen gelaten begon het kleine meisje te huilen. |
1731 | A boy is walking across the street. | Een jongen steekt de straat over. |
1732 | Let me go alone. | Laat me alleen gaan. |
1733 | I don’t want to go alone. | Ik wil niet alleen gaan. |
1734 | She allowed him to go alone. | Ze liet hem toe alleen te gaan. |
1735 | Did you come here alone? | Zijt ge alleen naar hier gekomen? |
1736 | Won’t you come with me? | Kom je niet mee met mij? |
1737 | Do you want to come along? | Wil je meekomen? |
1738 | It kept raining for a week. | Het bleef een week regenen. |
1739 | He took a week off. | Hij heeft een week vrij genomen. |
1740 | How often a week do you take a bath? | Hoeveel maal per week neemt ge een bad? |
1741 | I waited for an hour, but he didn’t appear. | Ik wachtte een uur, maar hij kwam niet opdagen. |
1742 | It stopped snowing an hour ago. | Een uur geleden stopte het met sneeuwen. |
1743 | Scarcely an hour goes by that I don’t I think of you with love. | Geen uur gaat voorbij zonder dat mijn gedachten in liefde bij jou zijn. |
1744 | The leader of the party is a famous scientist. | De partijleider is een beroemd geleerde. |
1745 | Can I have a bite? | Mag ik een hapje? |
1746 | He didn’t say a word. | Hij zei geen woord. |
1747 | He didn’t say a word. | Hij zei niets. |
1748 | January is the first month of the year. | Januari is de eerste maand van het jaar. |
1749 | We have snow in January. | Bij ons sneeuwt het in januari. |
1750 | I want to sing a song. | Ik wil een liedje zingen. |
1751 | A word is enough to a wise man. | Voor een wijze man is één woord genoeg. |
1752 | I’ll give you a piece of good advice. | Ik zal je een goed advies geven. |
1753 | May I ask a favor of you? | Mag ik je om een gunst vragen? |
1754 | Do you have medical insurance? | Ben je medisch verzekerd? |
1755 | The doctors thought he was dead, but today he is still alive and healthy, and has a job and a family. | De dokters dachten dat hij dood was, maar vandaag is hij gezond en wel en hij heeft werk en een familie. |
1756 | The doctor cured him of his illness. | De arts heeft zijn ziekte genezen. |
1757 | The doctor advised him to stop working too much. | De dokter adviseerde hem om niet meer te veel te werken. |
1758 | The doctor examined the patients. | De dokter onderzocht de patiënten. |
1759 | What did he say? | Wat heeft hij gezegd? |
1760 | With the help of doctors, she got over her illness. | Met de hulp van dokters is ze genezen. |
1761 | Any doctor will tell you to quit smoking. | Elke arts zal je vertellen te stoppen met roken. |
1762 | Doctors refused to perform a second operation. | Dokters weigerden om een tweede operatie uit te voeren. |
1763 | I’m thinking of going to Germany to study medicine. | Ik denk eraan om naar Duitsland te gaan om geneeskunde te studeren. |
1764 | He died without having made a will. | Hij stierf zonder een testament opgesteld te hebben. |
1765 | Wrong. | Fout. |
1766 | My stomach hurts. | Mijn buik doet pijn. |
1767 | It is under the chair. | Het ligt onder de stoel. |
1768 | You may sit down on the chair. | U mag op de stoel gaan zitten. |
1769 | He’ll make a good husband. | Hij zal een goede echtgenoot zijn. |
1770 | I lost consciousness. | Ik verloor het bewustzijn. |
1771 | I lost consciousness. | Ik viel bewusteloos. |
1772 | The committee consists of twelve members. | Het comité bestaat uit twaalf leden. |
1773 | On your marks, get set, go! | Op uw plaatsen, klaar, af! |
1774 | On your marks, get set, go! | Op je plaats, klaar, af! |
1775 | Mr Ito is a highly educated man. | Meneer Ito is een hoogopgeleide man. |
1776 | A hideous monster used to live there. | Een verschrikkelijk monster leefde hier vroeger. |
1777 | Haven’t we met before? | Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet? |
1778 | The data to be discussed below was collected in the following way. | De gegevens die hieronder besproken worden, zijn op de volgende manier verzameld. |
1779 | Show me the way, will you? | Wijs me de weg, wil je? |
1780 | I don’t mind your groping in the dark for a solution, but I wish you’d come to a decision. | Het maakt mij niet uit dat je in het donker tast naar een oplossing, maar ik zou willen dat je tot een besluit zou komen. |
1781 | A red light was glowing in the dark. | Een rood licht scheen in het duister. |
1782 | Somebody called my name in the dark. | Iemand riep mijn naam in het duister. |
1783 | It is too dark to see clearly. | Het is te donker om goed te kunnen zien. |
1784 | You had better not go after dark. | Je kan beter niet weggaan, nadat het donker geworden is. |
1785 | It’s not good to read in a dark room. | Lezen in een donkere kamer is niet goed. |
1786 | Buy cheap and waste your money. | Goedkoop is duurkoop. |
1787 | Organic vegetables are popular because they’re safe and tasty. | Biologische groenten zijn populair omdat ze zeker zijn en smaakvol. |
1788 | I feel relieved. | Ik voel mij opgelucht. |
1789 | Due to bad weather, the plane was late. | Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer. |
1790 | No offense was meant. | Ik wilde niemand beledigen. |
1791 | I don’t like bad boys. | Ik hou niet van stoute jongens. |
1792 | Is there a problem? | Is er een probleem? |
1793 | I’m sorry, but it’s just not possible. | Sorry, maar dat is gewoon onmogelijk. |
1794 | I’m sorry, but it’s just not possible. | Sorry, maar dat kan gewoon niet. |
1795 | Nothing is as precious as love. | Niets is zo waardevol als de liefde. |
1796 | Love undeniably has wings to fly away from love, but it’s also undeniable that it also has wings to fly back. | Liefde heeft ontegensprekelijk vleugels om weg te vliegen van de liefde, maar even ontegensprekelijk is het dat ze ook vleugels heeft om terug te vliegen. |
1797 | Love and Peace. | Liefde en vrede. |
1798 | To love and to be loved is the greatest happiness. | Beminnen en bemind worden is het grootste geluk. |
1799 | The naughty boy got lost and looked around. | Het stoute jongetje verdwaalde en keek om zich heen. |
1800 | We defeated the enemy. | Wij versloegen de vijand. |
1801 | We were sweating in the heat. | We zweetten van de hitte. |
1802 | We stood at the door and waited. | We stonden voor de deur en wachtten. |
1803 | We are very much concerned about the future of this country. | We zijn erg verontrust over de toekomst van dit land. |
1804 | Our plane was flying above the clouds. | Ons vliegtuig vloog boven de wolken. |
1805 | I am ashamed of myself. | Ik schaam me voor mezelf. |
1806 | Stop yelling, I beg you. | Hou op met schreeuwen, ik smeek het je. |
1807 | I’m working in Tokyo now. | Momenteel werk ik in Tokio. |
1808 | I walked up the hill. | Ik liep de heuvel op. |
1809 | I prefer traveling by train to flying. | Ik reis liever per trein dan per vliegtuig. |
1810 | I’m tired now. | Ik ben moe nu. |
1811 | I couldn’t get in touch with him. | Ik kon geen contact krijgen met hem. |
1812 | I swim once a week. | Ik zwem eenmaal per week. |
1813 | I swim once a week. | Ik zwem één keer per week. |
1814 | I have nothing to boast about. | Ik heb niks om over op te scheppen. |
1815 | I have a cat and a dog. | Ik heb een kat en een hond. |
1816 | I want to go with you. | Ik wil met je meegaan. |
1817 | We decided to put off the meeting until next Sunday. | We hebben beslist de vergadering uit te stellen tot volgende zondag. |
1818 | I must make up for lost time by driving fast. | Ik moet sneller rijden om de verloren tijd in te halen. |
1819 | I simply don’t understand this. | Ik begrijp het gewoon niet. |
1820 | I have nothing to do with the affair. | Ik heb niets met de zaak te maken. |
1821 | I have nothing to do with the affair. | Ik heb niets met die zaak te maken. |
1822 | I wanted to go there. | Ik wilde daarnaartoe gaan. |
1823 | I didn’t mean to do that. | Het was niet mijn bedoeling dat te doen. |
1824 | I invited them to the party. | Ik heb hen uitgenodigd voor het feest. |
1825 | I have a desire to go to England. | Ik heb een verlangen om naar Engeland te gaan. |
1826 | I want to travel with you. | Ik wil met je reizen. |
1827 | My aunt lives in New York. | Mijn tante woont in New York. |
1828 | I have a friend whose father is a famous pianist. | Ik heb een vriend, wiens vader een beroemd pianist is. |
1829 | We took a taxi so as to reach there on time. | We namen een taxi om er op tijd te geraken. |
1830 | Our school is across the river. | Onze school is aan de andere kant van de rivier. |
1831 | Which is the capital of the United States, Washington or New York? | Welke is de hoofdstad van de Verenigde Staten van Amerika, Washington of New York? |
1832 | Our company is planning to build a new chemical plant in Russia. | Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland. |
1833 | We import tea from India. | We importeren thee uit India. |
1834 | Our army attacked the enemy during the night. | Ons leger heeft de vijand tijdens de nacht aangevallen. |
1835 | There is a church near my house. | Er is een kerk dicht bij mijn huis. |
1836 | Don’t hesitate to ask questions if you don’t understand. | Aarzel niet vragen te stellen indien je iets niet begrijpt. |
1837 | Wine is made from grapes. | Wijn wordt van druiven gemaakt. |
1838 | There is little wine left. | Er is bijna geen wijn meer. |
1839 | Did you visit the Tower of London? | Heb je de Tower of London bezocht? |
1840 | London is among the largest cities in the world. | Londen is een van de grootste steden van de wereld. |
1841 | London is one of the largest cities in the world. | Londen is een van de grootste steden van de wereld. |
1842 | London was bombed several times. | Londen werd verscheidene keren gebombardeerd. |
1843 | What time is it in London now? | Hoe laat is het nu in Londen? |
1844 | London, where I live, used to be famous for its fog. | Londen, waar ik woon, was vroeger beroemd om zijn mist. |
1845 | Be sure to drop us a line as soon as you get to London. | Vergeet niet ons te schrijven, wanneer je in Londen aangekomen bent. |
1846 | During my stay in London, I met him. | Ik heb hem leren kennen tijdens mijn verblijf in Londen. |
1847 | There are a lot of parks in London. | Er zijn veel parken in Londen. |
1848 | A robot can do more work than a man can. | Een robot kan meer werken dan een man. |
1849 | Which do you like better, rock music or classical music? | Wat hoor je het liefst, rockmuziek of klassieke muziek? |
1850 | It is unusual to see rock stars wearing a tie! | Het is ongebruikelijk om rocksterren met een stropdas te zien! |
1851 | Russian is very difficult to learn. | Russisch is erg moeilijk te leren. |
1852 | I know a man who can speak Russian well. | Ik ken een man die goed Russisch spreekt. |
1853 | Russia is facing great financial difficulties. | Rusland heeft te maken gekregen met ernstige financiële problemen. |
1854 | I’m looking for books on Roman history. | Ik zoek boeken over de Romeinse geschiedenis. |
1855 | Fasten the rope to the tree. | Maak het touw vast aan de boom. |
1856 | Let go of the rope. | Laat het touw los. |
1857 | Don’t let go of the rope. | Laat het touw niet los. |
1858 | The candles made the room bright. | De kaarsen verlichtten de kamer. |
1859 | I’d like to rent a car. | Ik zou graag een auto willen huren. |
1860 | The lemon has a flavor all of its own. | De citroen heeft een eigen smaak. |
1861 | A tea with lemon, please. | Een thee met citroen, alstublieft. |
1862 | Be sure to look over your paper again before you hand it in. | Vergeet niet om je papier te herlezen voordat je het inlevert. |
1863 | Where’s the checkout counter? | Waar is de kassa? |
1864 | Lucy came to see me three days ago. | Lucy heeft me drie dagen geleden bezocht. |
1865 | Lindbergh was the first man to fly across the Atlantic. | Lindbergh was de eerste mens die de Atlantische Oceaan overvloog. |
1866 | Linda stood up to sing. | Linda stond op om te zingen. |
1867 | Linda loves chocolate. | Linda houdt van chocola. |
1868 | I am eating an apple. | Ik eet een appel. |
1869 | Do you like apples? | Vind je appels lekker? |
1870 | Half of the apples are rotten. | De helft van de appels is rot. |
1871 | Which do you like best, apples, oranges or grapes? | Wat heb je het liefste: appels, sinaasappels of druiven? |
1872 | There are a few apples on the tree, aren’t there? | Er hangen enkele appels aan de boom, niet? |
1873 | One of the apples fell to the ground. | Een van de appels viel op de grond. |
1874 | Lincoln was opposed to slavery. | Lincoln was tegen de slavernij. |
1875 | Lincoln’s parents remained poor all their lives. | Lincolns ouders bleven hun hele leven arm. |
1876 | The squirrel was busy gathering nuts. | De eekhoorn was bezig met noten verzamelen. |
1877 | A squirrel hid among the branches. | Een eekhoorntje verstopte zich tussen de takken. |
1878 | Put down your name on the list and pass it on to the next person. | Zet je naam op de lijst en geef hem door aan de volgende persoon. |
1879 | Lisa speaks not only English but also French. | Lisa spreekt niet alleen Engels, maar ook Frans. |
1880 | Few students can read Latin. | Weinig studenten kunnen Latijn lezen. |
1881 | Latin is a highly inflected language. | Latijn is een taal met sterke flexie. |
1882 | Who was the inventor of the radio? | Wie heeft de radio uitgevonden? |
1883 | Can I borrow your radio? | Mag ik jouw radio lenen? |
1884 | Turn on the radio. | Doe de radio aan. |
1885 | The radio is too loud. Can’t you turn it down a little? | De radio staat te luid. Kunt ge hem niet wat stiller zetten? |
1886 | The radio is too loud. | De radio is te luid. |
1887 | The radio doesn’t work. | De radio werkt niet. |
1888 | It was Marie Curie who discovered radium. | Het was Marie Curie die radium ontdekte. |
1889 | The Rhine runs between France and Germany. | De Rijn stroomt tussen Frankrijk en Duitsland. |
1890 | Do you have any light beer? | Hebt u een licht bier? |
1891 | Have you got a lighter? | Heeft u een aansteker? |
1892 | Have you got a lighter? | Heb je een aansteker? |
1893 | Do you have a lighter? | Heeft u een aansteker? |
1894 | The lions are in the cage. | Er zijn leeuwen in de kooi. |
1895 | The lion is the king of the jungle. | De leeuw is de koning van het oerwoud. |
1896 | What’s the difference between lions and leopards? | Wat is het verschil tussen leeuwen en luipaarden? |
1897 | If you like, I will teach you to play chess. | Als je wil, zal ik je leren om te schaken. |
1898 | All right. I’ll accept your offer. | Goed. Ik aanvaard je aanbod. |
1899 | Whether it’s good or not, let’s do it anyway. | Of het nu goed is of niet, laten we het toch doen. |
1900 | Mind your own business. | Bemoei je met je eigen zaken. |
1901 | I didn’t hear you. | Ik hoorde je niet. |
1902 | Shake before using. | Schudden voor gebruik. |
1903 | The pencil which writes well is mine. | Het potlood dat goed schrijft, is van mij. |
1904 | I urinate involuntarily. | Ik urineer onvrijwillig. |
1905 | I don’t remember exactly, but I suppose it was Friday last week. | Ik herinner het me niet precies, maar ik veronderstel dat het vorige week vrijdag was. |
1906 | I often go to the movies. | Ik ga vaak naar de bioscoop. |
1907 | How dare you say such a thing! | Hoe durf je zoiets zeggen? |
1908 | He was not at home, as is often the case with him. | Hij was niet thuis, zoals het geval vaak bij hem is. |
1909 | How dare you say that! | Hoe durf je dat te zeggen. |
1910 | Europeans tried to civilize the tribe. | Europeanen probeerden de stam beschaving bij te brengen. |
1911 | I’d like to see you before I leave for Europe. | Ik wil je nog zien voor ik naar Europa vertrek. |
1912 | Europe has a smaller population than Asia. | Europa heeft minder inwoners dan Azië. |
1913 | In most of the countries in Europe, cars have to keep to the right. | In de meeste Europese landen moeten auto’s rechts rijden. |
1914 | The war in Europe was carried into Africa. | De oorlog in Europa werd naar Afrika overgezet. |
1915 | No city in Europe is as populous as Tokyo. | Geen stad in Europa is zo dichtbevolkt als Tokio. |
1916 | I’ve just been to the airport to see off a friend who was leaving for Europe. | Ik ben alleen even naar het vliegveld geweest om een vriend die naar Europa ging uit te zwaaien. |
1917 | Are there many people in Europe who believe in ghosts even now? | Zijn er veel mensen in Europa die zelfs nu nog in spoken geloven? |
1918 | Are there many people in Europe who believe in ghosts even now? | Zijn er in Europa veel mensen die zelfs nu in geesten geloven? |
1919 | Fatigue follows a flight to Europe. | Na een vlucht naar Europa volgt vermoeidheid. |
1920 | School starts in September in Europe. | In Europa beginnen de scholen in september. |
1921 | Good traditions should be preserved. | Goede tradities moeten behouden worden. |
1922 | Good students study hard. | Goede studenten studeren hard. |
1923 | You must educate your tongue to distinguish good coffee from bad. | Je moet je tong leren om goede koffie van slechte te onderscheiden. |
1924 | Can you recommend a good camera? | Kunt u mij een goed fototoestel aanraden? |
1925 | Lilies smell sweet. | Lelies ruiken zoet. |
1926 | A smell of lilies filled the room. | De geur van lelies vulde de kamer. |
1927 | What is learned in the cradle is carried to the tomb. | Jong geleerd is oud gedaan. |
1928 | Who runs faster, Yumi or Keiko? | Wie loopt het snelst, Jumi of Keiko? |
1929 | Where is the boarding gate for UA 111? | Waar is de gate voor UA 111? |
1930 | Take your time. | Neem de tijd. |
1931 | Work slowly. | Werk langzaam. |
1932 | Drive slowly. | Rij langzaam. |
1933 | Speak slowly and clearly. | Spreek langzaam en duidelijk. |
1934 | Make haste slowly. | Haast je langzaam. |
1935 | There were five fires last night. | Gisterenavond waren er vijf branden. |
1936 | Much still remains to be done. | Er blijft nog veel te doen. |
1937 | Let sleeping dogs lie. | Je moet geen slapende honden wakker maken. |
1938 | So, we finally meet! I’ve waited so long for this moment. | Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht. |
1939 | I’m glad I’ve finally caught you. | Ik ben blij dat ik je eindelijk heb gevangen. |
1940 | If you want to lose weight, you’ll have to be careful about what you eat. | Als je wil afvallen, moet je letten op wat je eet. |
1941 | It will not be long before the winter vacation ends. | Het duurt niet lang meer voordat de wintervakantie afgelopen is. |
1942 | Hello, John! How are you? | Hallo John! Hoe gaat het? |
1943 | Hi, Bill. How are you? | Hoi, Bill. Hoe gaat het? |
1944 | I have nothing further to say. | Ik heb hierover niets verder te zeggen. |
1945 | Please put it back in its place. | Leg het terug op zijn plaats, alstublieft. |
1946 | I wish I had more time to talk with her. | Ik wou dat ik meer tijd had om met haar te praten. |
1947 | I wish I were taller. | Ik had graag groter willen zijn. |
1948 | I will tell you more about Japan. | Ik zal je meer vertellen over Japan. |
1949 | You should have told it to me sooner. | Je had het me eerder moeten laten weten. |
1950 | You need to eat more fiber. | U moet meer vezels eten. |
1951 | You need to eat more fiber. | Je moet meer vezels eten. |
1952 | You need to eat more fiber. | Jullie moeten meer vezels eten. |
1953 | Eat more fresh vegetables. | Eet meer verse groenten. |
1954 | You must gather further information. | Je moet meer informatie verzamelen. |
1955 | Quieter! | Zachter! |
1956 | We have to cut business expenses here. Haven’t you ever heard of looking at how much you’re getting before you start spending? | We moeten de bedrijfskosten terugdringen. Heb je nooit gehoord van eerst te kijken wat je binnenkrijgt, voordat je begint uit te geven? |
1957 | Please let me know if you need help in reserving a room closer to the Convention Center. | Neemt u alstublieft contact met mij op als u de voorkeur geeft aan een kamer dichter bij de conferentiezaal. |
1958 | Could you reduce the price a little? | Kan je een beetje van de prijs afdoen? |
1959 | Could you reduce the price a little? | Kan je de prijs een beetje laten zakken? |
1960 | Show me a cheaper one, please. | Toon mij een goedkopere alstublieft. |
1961 | He asked me to speak more slowly. | Hij vroeg mij om trager te spreken. |
1962 | Walk more slowly. | Loop eens wat langzamer. |
1963 | Could you drive more slowly? | Kun je langzamer rijden? |
1964 | I should have come earlier. | Ik had eerder moeten komen. |
1965 | I want a lot more. | Ik wil veel meer. |
1966 | Can you think of something better? | Kun je iets beters bedenken? |
1967 | Can you think of something better? | Weet gij iets beters? |
1968 | Of course I will go. | Natuurlijk ga ik. |
1969 | Of course, you may. | Natuurlijk mag dat. |
1970 | Why not? | Waarom niet? |
1971 | What would you do if you saw a ghost? | Wat zou u doen als u een spook zou zien? |
1972 | If it rains tomorrow, let’s stay home. | Laten we thuis blijven als het morgen regent. |
1973 | If I knew his address, I would write to him. | Ik zou hem schrijven als ik zijn adres wist. |
1974 | If he were here, what would he say? | Als hij hier was, wat zou hij gezegd hebben? |
1975 | If he carries on drinking like that, he’s going to have a problem. | Als hij doorgaat zo te drinken, heeft hij straks een probleem. |
1976 | If the number of cars increases, so will the traffic. | Als het aantal auto’s toeneemt, neemt ook het verkeer toe. |
1977 | Were I a bird, I would fly to you. | Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen. |
1978 | If I were a boy, I could join a baseball team. | Als ik een jongen was zou ik op honkbal kunnen gaan. |
1979 | If I knew it, I would tell it to you. | Als ik het wist, zou ik het je zeggen. |
1980 | If I knew it, I would tell it to you. | Als ik het wist, zou ik het u zeggen. |
1981 | I wouldn’t do that if I were you. | Dat zou ik niet doen als ik jou was. |
1982 | If his father wasn’t there, he’d be poor right now. | Als zijn vader er niet was, zou hij nu arm geweest zijn. |
1983 | If she knew your address, she would write to you. | Als ze uw adres kende, zou ze u schrijven. |
1984 | They would have gotten a better exchange rate if they had gone to a bank. | Ze zouden een betere wisselkoers hebben gekregen als ze naar een bank zouden zijn gegaan. |
1985 | If I had money, I could buy it. | Als ik geld had, kon ik het kopen. |
1986 | Hello. This is Ogawa speaking. | Hallo. Hier spreekt Ogawa. |
1987 | Hello, is Mr Freeman in? | Hallo, is meneer Freeman er? |
1988 | Should you have settled the account since this mail was written, please ignore our reminder. | Mochten deze mail en uw betaling elkaar gekruist hebben, dan verzoeken wij u deze herinnering als niet verzonden te beschouwen. |
1989 | If Bob had taken my advice, everything would be all right now. | Als Bob mijn raad gevolgd had, zou alles nu in orde zijn. |
1990 | If he has time, he will come. | Als hij tijd heeft, zal hij komen. |
1991 | Without water, the soldiers would have died. | Zonder water zouden de soldaten gestorven zijn. |
1992 | If you were in my place, what would you do? | Wat zoudt ge doen in mijn plaats? |
1993 | If you were in my place, what would you do? | Wat zoudt gij doen in mijn plaats? |
1994 | If you were in my place, what would you do? | Wat zou je in mijn plaats doen? |
1995 | If you were in my place, what would you do? | Wat zou jij in mijn plaats doen? |
1996 | What would you say if you were in my place? | Wat zou jij zeggen als je mij was? |
1997 | If you had not eaten so much, you would not be so sleepy now. | Als je niet zoveel had gegeten zou je nu ook niet zo slaperig zijn. |
1998 | Suppose it rains tomorrow, shall we still go on the picnic? | Veronderstel dat het morgen regent, gaan we dan nog steeds picknicken? |
1999 | We don’t have any more bread. | We hebben geen brood meer. |
2000 | Please don’t mumble. | Mompel alsjeblieft niet. |
2001 | Mozart’s life was very short. | Het leven van Mozart was heel kort. |
2002 | The motor does not function properly. | De motor werkt niet goed. |
2003 | It is time for her to go home. | Het is tijd voor haar om naar huis te gaan. |
2004 | I haven’t seen her for ages. | Ik heb haar in geen eeuwigheid gezien. |
2005 | Have you eaten lunch yet? | Heb je al geluncht? |
2006 | It’s late. | Het is laat. |
2007 | I can’t wait any more. | Ik kan niet meer wachten. |
2008 | I don’t feel like waiting any longer. | Ik heb geen zin om nog langer te wachten. |
2009 | It’s time to go to bed. | Het is tijd om naar bed te gaan. |
2010 | It’s time to go to bed. Turn off the radio. | Het is tijd om naar bed te gaan. Zet de radio af. |
2011 | May I start eating now? | Mag ik nu beginnen met eten? |
2012 | You could have solved this puzzle with a little more patience. | Met een beetje meer geduld zou je deze puzzel opgelost kunnen hebben. |
2013 | I think we should do some more. | Ik denk dat we wat meer zouden moeten doen. |
2014 | Just a little more patience. | Nog een beetje geduld. |
2015 | Will you have some more cake? | Neem je nog meer gebak? |
2016 | Would you like some more cake? | Wil je nog wat taart? |
2017 | Could you speak a little louder please? | Spreek wat luider a.u.b. |
2018 | Can I leave now? | Mag ik nu gaan? |
2019 | Have you finished your homework yet? | Hebt gij uw huiswerk al af? |
2020 | Have you finished your homework already? | Hebt gij uw huiswerk al af? |
2021 | Time is up. | De tijd is om. |
2022 | We have no time. | We hebben geen tijd. |
2023 | I can look after myself now. | Nu kan ik voor mijzelf zorgen. |
2024 | Please don’t write letters to me anymore. | Schrijf alsjeblieft geen brieven meer naar me. |
2025 | Since you are no longer a child, you should be responsible for what you do. | Aangezien je geen kind meer bent zou je verantwoordelijk moeten zijn voor wat je doet. |
2026 | I’ve already finished my work. | Ik heb mijn werk al af. |
2027 | I’ve already finished my work. | Ik ben al klaar met mijn werk. |
2028 | Have you read today’s paper yet? | Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen? |
2029 | Have you read today’s paper yet? | Heeft u de krant van vandaag al gelezen? |
2030 | Have you read today’s paper yet? | Heb je de krant van vandaag al gelezen? |
2031 | I don’t want to hear any more excuses. | Ik wil geen smoesjes meer horen. |
2032 | No, thank you. | Nee, bedankt. |
2033 | No, thank you. | Nee, dank u. |
2034 | It’s already time to go home. | Het is al tijd om naar huis te gaan. |
2035 | It’s already time to go home. | Het is reeds tijd om naar huis te gaan. |
2036 | Please take another one. | Neem er alsjeblieft nog een. |
2037 | Will you have another cup of tea? | Wil je nog een kopje thee? |
2038 | Will you have another cup of tea? | Wilt u nog een kopje thee? |
2039 | Could you repeat that, please? | Kunt ge dat herhalen? |
2040 | Read it once more. | Lees het nog een keer. |
2041 | Try it once again. | Probeer het nog eens. |
2042 | Let’s try once again. | Laten we dat nog eens proberen. |
2043 | Let’s try once again. | Laten we het nog eens proberen. |
2044 | Please show me another one. | Kunt u me nog een andere laten zien? |
2045 | May I have another piece of cake? | Mag ik nog een stuk taart hebben? |
2046 | Would you like another piece of cake? | Wilt u nog een stuk gebak? |
2047 | Would you like another piece of cake? | Wil je nog een stuk cake? |
2048 | One more effort, and you will get on in life. | Nog één inspanning, en je komt verder in het leven. |
2049 | Could you please speak a little bit more slowly? | Spreekt u alstublieft langzamer. |
2050 | That will do. | Zo is het wel genoeg. |
2051 | That will do. | Zo is het genoeg. |
2052 | With a little more effort. | Met een beetje meer moeite. |
2053 | Day will break soon. | Het zal vlug dag worden. |
2054 | I can’t walk any farther. | Ik kan niet verder lopen. |
2055 | She does not eat cake, so as not to put on any more weight. | Ze eet geen geen gebakjes om niet verder aan te komen. |
2056 | I’ve had coffee already. | Ik heb al koffie gedronken. |
2057 | They’re already here. | Ze zijn er al. |
2058 | It’s already seven. | Het is al zeven uur. |
2059 | One more step, and you’ll be a dead man. | Nog één stap en je bent dood. |
2060 | Try again. | Probeer opnieuw. |
2061 | Mary wants to become a teacher. | Mary wil lerares worden. |
2062 | Mary is interested in politics. | Mary is geïnteresseerd in politiek. |
2063 | Meg is curious to know everything about Japan. | Meg wil graag alles over Japan weten. |
2064 | I couldn’t make out what he meant by ‘megafeps’. | Ik kon niet duiden wat hij bedoelde met ‘megafeps’. |
2065 | I’ll deal out three to each. | Ik zal er aan elk drie uitdelen. |
2066 | Mary is a bookworm. | Mary is een boekenwurm. |
2067 | Mary looks unfriendly, but she is really very kind at heart. | Mary ziet er niet zo erg vriendelijk uit, maar ze heeft het hart op de juiste plaats. |
2068 | Mary can speak Japanese. | Mary kan Japans spreken. |
2069 | Mary likes Japan, doesn’t she? | Mary houdt van Japan, of niet? |
2070 | Mary understands Chinese. | Maria verstaat Chinees. |
2071 | Mary shut herself up in the room, with all the windows closed. | Mary sloot zichzelf op in haar kamer en deed alle ramen dicht. |
2072 | Mary is said to have been ill last week, but she looks well now. | Ze zeggen dat Mary vorige week ziek was, maar nu ziet ze er goed uit. |
2073 | Mary is said to have been a great singer in her youth. | Men zegt dat Mary in haar jeugd een geweldige zangeres was. |
2074 | Mary said to me, “are you ill?” | Maria vroeg me: “ben je ziek?” |
2075 | Mary stayed up late last night. | Mary is gisteravond laat opgebleven. |
2076 | Mary can swim. | Mary kan zwemmen. |
2077 | Mary swims as fast as Jack. | Maria zwemt even snel als Jakobo. |
2078 | I’m going to make a cake for Mary’s birthday. | Ik ben van plan een taart te bakken voor Maria’s verjaardag. |
2079 | It was sheer coincidence that Mary and I were on the same train. | Het was puur toeval dat Mary en ik op dezelfde trein zaten. |
2080 | It was yesterday that Mary bought this skirt. | Gisteren heeft Maria die rok gekocht. |
2081 | All sold out! | Alles is uitverkocht! |
2082 | Let’s pretend we are aliens. | Laten we doen alsof we buitenaardse wezens zijn. |
2083 | Let’s pretend we are aliens. | Laten we doen alsof we vreemdelingen zijn. |
2084 | Everyone calls him Jeff. | Iedereen noemt hem Jeff. |
2085 | Everybody sang at the top of their lungs. | Iedereen zong uit volle borst. |
2086 | I spoke loudly so that everyone could hear me. | Ik sprak luid, zodat iedereen me kon verstaan. |
2087 | Everybody wants to sit beside her. | Iedereen wil naast haar zitten. |
2088 | Everybody speaks well of him. | Iedereen spreekt goed over hem. |
2089 | Are there enough chairs to go around? | Zijn er genoeg stoelen voor iedereen? |
2090 | All of the milk was spilled. | Alle melk was gemorst. |
2091 | The milk boiled over. | De melk is overgekookt. |
2092 | Cheese is made from milk. | Kaas wordt gemaakt van melk. |
2093 | Miniskirts have gone out of fashion. | Minirokjes zijn uit de mode geraakt. |
2094 | The Mississippi River flows into the Gulf of Mexico. | De Mississippirivier mondt uit in de Golf van Mexico. |
2095 | You talk as if you were the boss. | Je praat alsof je de baas bent. |
2096 | Marconi invented the radio. | Marconi heeft de radio uitgevonden. |
2097 | Maria knew neither his name nor his phone number. | Maria kende noch zijn naam, noch zijn telefoonnummer. |
2098 | Mayuko entered the room. | Mayuko kwam de kamer binnen. |
2099 | Mayuko eats bread for breakfast. | Mayuko eet brood voor het ontbijt. |
2100 | Mayuko denied the rumor. | Mayuko ontkende het gerucht. |
2101 | Mayuko dreamed a strange dream. | Majoeko heeft vreemd gedroomd. |
2102 | Mayuko came out of the room. | Mayuko kwam de kamer uit. |
2103 | The Mayas made their balls out of rubber. | De Maya’s maakten hun ballen van rubber. |
2104 | It was not long before we met again by chance. | Niet lang daarna kwamen we elkaar weer toevallig tegen. |
2105 | It will stop raining before long. | Het zal gauw stoppen te regenen. |
2106 | It soon began to rain very hard. | Het begon al snel zeer hard te regenen. |
2107 | It won’t be long before we know the truth. | Het zal niet lang duren voordat we de waarheid weten. |
2108 | Do you have a match? | Heb je een lucifer? |
2109 | Quite by chance, I met my old friend at the airport. | Geheel toevallig ontmoette ik mijn oude vriend in de luchthaven. |
2110 | I wrote to him for quite another reason. | Ik schreef hem voor iets totaal anders. |
2111 | See you next week! | Tot volgende week! |
2112 | I don’t know yet. | Ik weet het nog niet. |
2113 | I still haven’t found what I’m looking for. | Ik heb nog steeds niet gevonden wat ik zoek. |
2114 | Are you still collecting stamps? | Verzamel je nog steeds postzegels? |
2115 | The night is still young. | De nacht is nog jong. |
2116 | I haven’t finished my homework yet. | Ik ben nog niet klaar met mijn huiswerk. |
2117 | I don’t know my address yet, I’m going to stay with my friend for a while. | Ik weet mijn adres nog niet, ik ga een tijdje bij mijn vriend wonen. |
2118 | I don’t know my address yet, I’m going to stay with my friend for a while. | Ik weet mijn adres nog niet, ik ga een tijdje bij mijn vriendin wonen. |
2119 | Haven’t you decided yet? | Heeft u nog geen beslissing genomen? |
2120 | Haven’t you decided yet? | Heb je nog niet besloten? |
2121 | See you again. | Tot ziens! |
2122 | It’s still raining. | Het regent nog. |
2123 | See you soon! | Tot ziens! |
2124 | See you soon! | Tot straks! |
2125 | Until next time. | Tot de volgende keer. |
2126 | I hope we’ll see each other again sometime. | Ik hoop dat we elkaar eens zullen terugzien. |
2127 | Not again! Look at those two kissing. They’ve really got the hots for each other. I can’t watch this any more. | Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien. |
2128 | They asked him. | Ze vroegen hem. |
2129 | First find out her name and address. | Ontdek eerst zijn naam en adres. |
2130 | Let’s start the ball rolling by introducing ourselves. | Laten we de bal aan het rollen brengen door onszelf voor te stellen. |
2131 | Where would you like to go first? | Waar zou je als eerste heen willen? |
2132 | We will first ascertain the cause of the disaster. | We zullen eerst de oorzaak van de ramp vaststellen. |
2133 | Don’t take me seriously. I’m only joking. | Neem me niet te serieus. Ik schertste zomaar wat. |
2134 | You should always save money for a rainy day. | Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen. |
2135 | Mother Teresa used the prize money for her work in India and around the world. | Moeder Teresa gebruikte het prijzengeld voor haar werk in India en over de wereld. |
2136 | Mother Teresa was born in Yugoslavia in 1910. | Moeder Teresa werd geboren in Joegoslavië in 1910. |
2137 | You must reap what you have sown. | Wat je zaait, zul je oogsten. |
2138 | You reap what you sow. | Wie wind zaait, zal storm oogsten. |
2139 | Michael, this is the restaurant where your father and I had our first date. | Michael, dit is het restaurant waar uw vader en ik onze eerste afspraak hadden. |
2140 | I have attached a Microsoft Excel file. | Ik heb een Microsoft Excelbestand bijgevoegd. |
2141 | Mike named his dog Spike. | Mike heeft zijn hond Spike genoemd. |
2142 | Mike named his dog Spike. | Mike noemde zijn hond Spike. |
2143 | Mike sings well. | Mike zingt goed. |
2144 | Mike goes to school by bus. | Mike gaat met de bus naar school. |
2145 | Mike likes to play basketball. | Mike speelt graag basketbal. |
2146 | Mike has a friend who lives in Chicago. | Mike heeft een vriendin die in Chicago woont. |
2147 | Is Mike off the bottle? | Is Mike gestopt met drinken? |
2148 | Mike has a few friends in Florida. | Mike heeft een aantal vrienden in Florida. |
2149 | Mike and Ken are friends. | Mike en Ken zijn vrienden. |
2150 | Mike laughs. | Mike lacht. |
2151 | It is nothing but a joke. | Het is maar een grapje. |
2152 | It’s only a short way, so you can walk there in a few minutes. | Het is maar een korte weg, dus je kan daar heen lopen in een paar minuten. |
2153 | A pound is a unit of weight. | Pond is een gewichtseenheid. |
2154 | Do you know what it is like to be really hungry? | Weet ge wat het is, echt honger hebben? |
2155 | Mr White is a man of reason. | Meneer White is een verstandige mens. |
2156 | Mr White is about my age. | Meneer White is ongeveer van mijn leeftijd. |
2157 | I’m going to see a horror film. | Ik ga een horrorfilm kijken. |
2158 | I get goose bumps when I see a horror movie. | Ik krijg kippenvel van horrorfilms te bekijken. |
2159 | Bob can cook. | Bob kan koken. |
2160 | Bob could not control his anger. | Bob kon zijn woede niet beheersen. |
2161 | Bob is my friend. | Bob is mijn vriend. |
2162 | Bob is the only student that can speak Spanish in our class. | Bob is de enige leerling in onze klas die Spaans kan spreken. |
2163 | Bob is popular at school. | Bob is geliefd op school. |
2164 | Bob is popular at school. | Bob is populair op school. |
2165 | Bob was very happy. | Bob was heel blij. |
2166 | Bob came home very late. | Bob kwam zeer laat thuis. |
2167 | Bob can answer all the questions. | Bob kan alle vragen beantwoorden. |
2168 | I would rather go to the movie alone than have Bob come with me. | Ik zou liever alleen naar de bioscoop gaan dan samen met Bob. |
2169 | Mr Hobson shut the shop and went home. | Mijnheer Hobson sloot de winkel en ging naar huis. |
2170 | We won’t start till Bob comes. | We gaan niet beginnen voordat Bob er is. |
2171 | I don’t know when Bob came to Japan. | Ik weet niet wanneer Bob naar Japan gekomen is. |
2172 | Uncle Bob invited us to have dinner. | Oom Bob nodigde ons uit voor het avondeten. |
2173 | I can hardly walk. | Ik kan amper wandelen. |
2174 | Most everything has been improved. | Bijna alles is verbeterd. |
2175 | It was nearly noon. | Het was bijna middag. |
2176 | Most big Japanese companies depend on exports. | De meeste grote Japanse firma’s hangen af van de export. |
2177 | Almost all of the dogs are alive. | Bijna alle honden zijn levend. |
2178 | Take a taxi to the hotel. | Neem een taxi naar het hotel. |
2179 | I’d like a hotel reservation. | Ik wil graag een hotelreservering. |
2180 | It was dark when I reached the hotel. | Het was donker toen ik het hotel bereikte. |
2181 | The pot is boiling over. | De pan kookt over. |
2182 | The pot is boiling over. | De pot kookt over. |
2183 | Don’t touch that button! | Raak die knop niet aan! |
2184 | There are buttons on the coat. | Er zitten knopen op het jasje. |
2185 | I was a stranger in Boston. | Ik was een vreemdeling in Boston. |
2186 | The posters were immediately removed from the wall. | De aanplakbiljetten zijn onmiddellijk van de muur gehaald. |
2187 | The posters were immediately removed from the wall. | De posters zijn meteen van de muur afgehaald. |
2188 | The posters were immediately removed from the wall. | Ze hebben de plakkaten dadelijk van de muur gehaald. |
2189 | The posters were immediately removed from the wall. | De affiches zijn direct van de muur verwijderd. |
2190 | Tomorrow is my day off. | Morgen is mijn vrije dag. |
2191 | I wish to see my father. | Ik zou mijn vader willen zien. |
2192 | I’m about ready. | Ik ben bijna klaar. |
2193 | I don’t like to speak in public. | Ik spreek niet graag in het openbaar. |
2194 | I can easily touch my toes. | Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken. |
2195 | I know only this. | Ik weet alleen dit. |
2196 | I don’t like coffee. | Ik hou niet van koffie. |
2197 | I prefer tea to coffee. | Ik heb liever thee dan koffie. |
2198 | Don’t avoid my question. | Ontwijk mijn vraag niet. |
2199 | My car burns a lot of gas. | Mijn auto verbruikt veel benzine. |
2200 | Can you give me some money? | Kan je me wat geld geven? |
2201 | Can you give me some money? | Kan jij mij wat geld geven? |
2202 | We have to go by the rules. | We moeten de regels volgen. |
2203 | Is everything OK here? | Is alles in orde hier? |
2204 | Throw the ball back to me. | Gooi de bal terug naar mij. |
2205 | I have a ball-point pen, but I want another. | Ik heb een balpen, maar ik wil er nog één. |
2206 | Balls are round. | Ballen zijn rond. |
2207 | I wonder what happened to Paul. | Ik vraag mij af wat er met Paul gebeurd is. |
2208 | The ball hit her in the eye. | De bal trof haar in het oog. |
2209 | I enjoyed the concert except that the hall was cold. | Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal. |
2210 | The boat shipped water and nearly capsized. | De boot maakte water en kapseisde bijna. |
2211 | Barking dogs don’t always bite. | Blaffende honden bijten niet. |
2212 | Finding an apartment can be difficult. | Het kan moeilijk zijn om een appartement te vinden. |
2213 | Henry has no more than six dollars. | Henry heeft niet meer dan zes dollar. |
2214 | Henry wants to see you. | Henry wil je zien. |
2215 | Ben put his hands in his pockets. | Ben stak zijn handen in zijn broekzakken. |
2216 | The pen is mightier than the sword. | De pen is machtiger dan het zwaard. |
2217 | The pen is mightier than the sword. | De pen heeft meer macht dan het zwaard. |
2218 | Ben learned to make a fire without matches. | Ben heeft geleerd hoe hij vuur kan maken zonder lucifers. |
2219 | Please write with a pen. | Schrijf alstublieft met een pen. |
2220 | The two men sitting on the bench were Americans. | Die twee daar op de bank waren Amerikanen. |
2221 | Let’s sit down on the bench. | Laten we op de bank zitten. |
2222 | Benson and Holmes analyzed the psychological effect of artificial insemination on parents. | Benson en Holmes analyseerden het psychologische effect van kunstmatige inseminatie op de ouders. |
2223 | If you need a pen, I’ll lend you one. | Als je een pen nodig hebt, zal ik je er een uitlenen. |
2224 | Helen is playing in the yard. | Helen speelt in de tuin. |
2225 | Helen is by nature an optimist. | Helen is van nature een optimist. |
2226 | Helen is seventeen years old. | Helen is zeventien jaar oud. |
2227 | Helen Keller was deaf and blind. | Helen Keller was doof en blind. |
2228 | Bern is the capital of Switzerland. | Bern is de hoofdstad van Zwitserland. |
2229 | Bell invented the telephone. | Bell vond de telefoon uit. |
2230 | Bell used to live in London, didn’t he? | Bell woonde vroeger in Londen, of niet? |
2231 | Do you know the capital of Belgium? | Kent u de hoofdstad van België? |
2232 | Do you know the capital of Belgium? | Kennen jullie de hoofdstad van België? |
2233 | Do you know the capital of Belgium? | Ken je de hoofdstad van België? |
2234 | What languages do they speak in Belgium? | Welke talen spreekt men in België? |
2235 | The bell is ringing. | De klok luidt. |
2236 | Tell those people to back off so that the helicopter can land. | Zeg dat ze plaats voor de helikopter moeten maken. |
2237 | Perry visited Uraga in 1853. | Perry bezocht Uraga in 1853. |
2238 | Perry is mistaken in thinking that Emmet’s theory was constructed without reference to Newtonian physics. | Perry heeft zich vergist door te denken dat Emmets theorie geconstrueerd is zonder verwijzing naar de Newtoniaanse natuurkunde. |
2239 | Betty killed her mother. | Betty vermoordde haar moeder. |
2240 | Betty killed her mother. | Betty heeft haar moeder gedood. |
2241 | Betty killed her. | Betty vermoordde haar. |
2242 | Betty killed him. | Betty heeft hem gedood. |
2243 | Betty never said a word. | Betty zei nooit een woord. |
2244 | A bad workman blames his tools. | Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap. |
2245 | Do your best. | Doe je best. |
2246 | I’m a vegetarian, so I’d rather not have meat, if that’s okay. | Ik ben vegetarisch, dus ik zou liever geen vlees hebben, als dat OK is. |
2247 | Peter loves Jane. | Peter houdt van Jane. |
2248 | The bath was not hot enough and I was unable to enjoy it. | Het bad was niet warm genoeg, dus kon ik er niet van genieten. |
2249 | Fred wrote his mother a long letter. | Fred schreef aan zijn moeder een lange brief. |
2250 | Thank you for your present. | Bedankt voor je cadeau. |
2251 | Something is wrong with the brakes. | Er is iets mis met de remmen. |
2252 | French is spoken in France. | Frans wordt in Frankrijk gesproken. |
2253 | French is spoken in France. | Frans spreekt men in Frankrijk. |
2254 | France is in western Europe. | Frankrijk ligt in West-Europa. |
2255 | France is to the south of England. | Frankrijk ligt ten zuiden van Engeland. |
2256 | France was at war with Russia. | Frankrijk voerde oorlog met Rusland. |
2257 | France is adjacent to Spain. | Frankrijk grenst aan Spanje. |
2258 | The French flag is blue, white and red. | De Franse vlag is blauw, wit en rood. |
2259 | The capital of Brazil is Brasilia. | De hoofdstad van Brazilië is Brasilia. |
2260 | I wonder what language they speak in Brazil. | Ik vraag me af welke taal men spreekt in Brazilië. |
2261 | My idea is that we should talk to Mr Brown. | Ik vind dat we met meneer Brown moeten praten. |
2262 | Mr Brown is our English teacher. | Meneer Brown is onze leraar Engels. |
2263 | Mr Brown always carries a book with him. | Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich. |
2264 | Mr Brown has four children. | Meneer Brown heeft vier kinderen. |
2265 | Brian took some roses. | Brian nam wat rozen. |
2266 | Brian took some roses. | Brian nam een paar rozen. |
2267 | Give me a bottle of wine. | Geef me een fles wijn. |
2268 | The date and address is usually written at the head of letters. | De datum en het adres schrijft men gewoonlijk bovenaan de brief. |
2269 | Fork-users are mainly in Europe, North America, and Latin America; chopstick-users in eastern Asia and finger-users in Africa, the Middle East, Indonesia, and India. | Mensen die met een vork eten, wonen voornamelijk in Europa, Noord-Amerika en Latijns Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Oost-Azië, en mensen die met hun vingers eten wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India. |
2270 | There is a fork missing. | Er ontbreekt een vork. |
2271 | The work of Feuerbach is frequently referred to. | Er wordt vaak verwezen naar het werk van Feuerbach. |
2272 | Phoenix is the capital of Arizona. | Phoenix is de hoofdstad van Arizona. |
2273 | The file cabinet drawers are open. | De laden van de archiefkast staan open. |
2274 | Fabre wrote books about insects. | Fabre schreef boeken over insecten. |
2275 | Do you like baseball, Bin? | Bin, houd je van honkbal? |
2276 | There is no water left in the bottle. | Er zit geen water meer in de fles. |
2277 | Who is the girl in the pink dress? | Wie is het meisje in de roze jurk? |
2278 | Hiromi wears a new dress. | Hiromi draagt een nieuwe jurk. |
2279 | Bill will return next week. | Bill komt volgende week terug. |
2280 | Bill often fails to keep his word. | Bill houdt zijn woord vaak niet. |
2281 | Bill is on the editorial staff. | Bill zit in de redactie. |
2282 | Bill was in Japan. | Bill is in Japan geweest. |
2283 | Bill was in Japan. | Bill was in Japan. |
2284 | Bill was killed by an intruder. | Bill was door een inbreker vermoord. |
2285 | Bill is nervous about the exam. | Bill is zenuwachtig voor het examen. |
2286 | Bill is two years older than I. | Bill is twee jaar ouder dan ik. |
2287 | Bill is my best friend. | Bill is mijn beste vriend. |
2288 | Bill made me a nice dress. | Bill heeft me een mooie jurk gemaakt. |
2289 | Bill kept on crying for hours. | Bill schreide urenlang. |
2290 | Bill is not as tall as Bob. | Bill is niet zo groot als Bob. |
2291 | Bill was killed by that man. | Bill werd gedood door die man. |
2292 | Bill did not commit the crime. | Bill heeft de misdaad niet begaan. |
2293 | Bill’s work is selling cars. | Bill werkt in de autoverkoop. |
2294 | Bill has many friends. | Bill heeft veel vrienden. |
2295 | The Hilton Hotel, please. | Naar het Hiltonhotel alstublieft. |
2296 | Nobody knows where Bill has gone. | Niemand weet waar Bill naartoe is. |
2297 | She might know the answer. | Zij weet wellicht het antwoord. |
2298 | Should anyone call on me in my absence, tell him that I will be back soon. | Mocht iemand tijdens mijn afwezigheid komen, zeg hem dan dat ik snel weer terug zal zijn. |
2299 | The explanation of each fact took a long time. | Het uitleggen van elk feit duurde lang. |
2300 | Could I ask a favor of you? | Mag ik je om een gunst vragen? |
2301 | May I ask you a favor? | Mag ik je om een gunst vragen? |
2302 | I had a bad stomach-ache. | Ik had een vreselijke maagpijn. |
2303 | It was dreadful weather. | Het was verschrikkelijk weer. |
2304 | The noise of the heavy traffic kept me awake all night. | Het geluid van het zwaar verkeer heeft mij heel de nacht wakker gehouden. |
2305 | You’re sick! | U bent ziek! |
2306 | You’re sick! | Je bent ziek! |
2307 | Pizza is my favorite food. | Pizza is mijn lievelingsgerecht. |
2308 | It’s brand new. | Het is gloednieuw. |
2309 | Picasso is a famous artist. | Picasso is een beroemd kunstenaar. |
2310 | Beer bottles are made of glass. | Bierflesjes zijn van glas. |
2311 | Have you got any beer? | Heeft u ook bier? |
2312 | Let’s go to the beach. | Laten we naar het strand gaan. |
2313 | Peter doesn’t need to attend the meeting. | Peter hoeft de vergadering niet bij te wonen. |
2314 | Peter fell in love with the girl. | Peter werd verliefd op het meisje. |
2315 | The girl playing the piano is Akiko. | Het meisje dat op de piano speelt is Akiko. |
2316 | A piano is expensive, but a car is more expensive. | Een piano is duur, maar een auto is duurder. |
2317 | Half a loaf is better than none. | Beter een half ei dan een lege dop. |
2318 | I bought two loaves of bread. | Ik heb twee broden gekocht. |
2319 | Bread is made from flour, water, and often yeast. | Brood wordt gemaakt uit meel, water en dikwijls gist. |
2320 | Bread is made from flour. | Brood wordt van meel gemaakt. |
2321 | Giant pandas live only in China. | Reuzenpanda’s komen alleen in China voor. |
2322 | Have you ever been to Hawaii? | Zijt ge al eens op Hawaï geweest? |
2323 | Have you ever been to Hawaii? | Hebt ge Hawaï al eens bezocht? |
2324 | I am going to stay with my aunt in Hawaii. | Ik ga bij mijn tante op Hawaï logeren. |
2325 | It is not far to Paris. | Het is niet ver van Parijs. |
2326 | Have you ever been to Paris? | Ben je al eens in Parijs geweest? |
2327 | Paris is one of the largest cities in the world. | Parijs is een van de grootste steden van de wereld. |
2328 | Paris is the capital of France. | Parijs is de hoofdstad van Frankrijk. |
2329 | It is extremely hot and humid in Bali in December. | In december is het zeer heet en vochtig in Bali. |
2330 | I met him while I was staying in Paris. | Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was. |
2331 | I remember meeting him in Paris. | Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb. |
2332 | The smell of roses filled the room. | De geur van rozen vulde de kamer. |
2333 | Would you slice me a piece of ham, please? | Wil je een plakje ham voor me snijden? |
2334 | Who wrote Hamlet? | Wie heeft Hamlet geschreven? |
2335 | He brought our TV set down to the cellar. | Hij bracht ons tv-toestel naar de kelder. |
2336 | Where are you going, Dad? | Papa, waar ga je heen? |
2337 | Two vanilla ice creams please. | Twee vanille-ijsjes alstublieft. |
2338 | Keep an eye on the bags. | Hou de tassen in de gaten. |
2339 | I guess I haven’t made myself clear. | Ik denk dat ik niet duidelijk genoeg ben geweest. |
2340 | Bread and butter is my usual breakfast. | Brood en boter is mijn gewoon ontbijt. |
2341 | I ate nothing but bread and butter. | Ik at niets anders dan brood en boter. |
2342 | Butter is made from cream. | Boter wordt van room gemaakt. |
2343 | What is butter made of? | Waar wordt boter van gemaakt? |
2344 | What do you think of the idea of making a bus trip? | Wat denkt ge ervan een busreis te maken? |
2345 | It’s a ten minutes walk to the bus stop. | De bushalte is hier tien minuten lopen vandaan. |
2346 | Would you like a room with a bath or a shower? | Wilt u een kamer met een bad of een douche? |
2347 | Could you show me the way to the bus stop? | Kunt u mij de weg naar de bushalte wijzen? |
2348 | Could you show me the way to the bus stop? | Kun je me de weg naar de bushalte tonen? |
2349 | Where’s the bus stop? | Waar is de bushalte? |
2350 | The bus had already left when I got to the bus stop. | Toen ik aankwam bij de halte, was de bus al vertrokken. |
2351 | Show me the way to the bus stop. | Laat me de weg naar de bushalte zien. |
2352 | Show me the way to the bus stop. | Toon me de weg naar de bushalte. |
2353 | The bathroom is at the end of the hall. | De wc is aan het einde van de gang. |
2354 | May I see your passport, please? | Mag ik uw paspoort, alstublieft? |
2355 | Someone stole my passport. | Iemand heeft mijn paspoort gestolen. |
2356 | Will you show me your passport, please? | Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft? |
2357 | May I look at your passport? | Mag ik uw paspoort even zien? |
2358 | I need your passport and three pictures. | Ik heb uw paspoort en drie foto’s nodig. |
2359 | The bus arrived ten minutes behind time. | De bus kwam tien minuten te laat. |
2360 | The bus stopped suddenly in the middle of the street. | De bus stopte plots in het midden van de straat. |
2361 | A bus driver is responsible for the safety of the passengers. | Een buschauffeur is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagiers. |
2362 | The bus drivers are on strike today. | De buschauffeurs zijn vandaag in staking. |
2363 | It was careless of you to miss the bus. | Het was ondoordacht van je de bus te missen. |
2364 | Should I take the bus? | Zal ik de bus nemen? |
2365 | There being no vacant seat in the bus, I kept on standing. | Gezien er geen vrije zitplaatsen waren in de bus bleef ik staan. |
2366 | Let’s take a bus. | Laten we een bus pakken. |
2367 | I’ll bring one more towel. | Ik zal nog een handdoek brengen. |
2368 | Where is the bus terminal? | Waar is het busstation? |
2369 | In basketball, tall players have an advantage. | Lange spelers hebben een voordeel in basketbal. |
2370 | Quite a lot of rotten apples were in the basket. | Er waren nogal wat rotte appels in de mand. |
2371 | The bus is behind time. | De bus is vertraagd. |
2372 | How do you do, Mrs. Jones? | Hoe gaat het met u, mevrouw Jones? |
2373 | Fill the bucket with water. | Vul de emmer met water. |
2374 | Don’t talk nonsense! | Zeg geen onzin! |
2375 | Of all the silly ideas! | Van alle gekke ideeën! |
2376 | Yes, I know. | Ja, ik weet het. |
2377 | The pilot described the scene in detail. | De piloot beschreef de scène tot in detail. |
2378 | Shut the door behind you. | Doe de deur achter je dicht. |
2379 | Shut the door behind you. | Sluit de deur achter je. |
2380 | Close the door after you. | Doe de deur achter je dicht. |
2381 | Close the door after you. | Sluit de deur achter je. |
2382 | Here we are. | Hier zijn we dan. |
2383 | Yes, I’m coming immediately. | Ja, ik kom dadelijk. |
2384 | The party was a lot of fun. | Het feestje was echt leuk. |
2385 | The date of the party is still up in the air. | De feestdatum staat nog ter bespreking. |
2386 | Over 100 people were present at the party. | Meer dan 100 mensen waren op het feest. |
2387 | Please say hello to her if you see her at the party. | Doe haar de groeten als je haar ziet op het feest. |
2388 | Please put some candles on the birthday cake. | Zet alsjeblieft wat kaarsen op de verjaardagstaart. |
2389 | I am thirsty. I would like to have a cup of coffee. | Ik heb dorst. Ik had graag een kopje koffie. |
2390 | I’ll call you back later. | Ik bel je later terug. |
2391 | The Nozomi is the fastest of all the trains in Japan. | De Nozomi is het snelst van alle treinen in Japan. |
2392 | Have you ever heard of Nessie? | Heb je ooit gehoord van Nessie? |
2393 | Rats breed rapidly. | Ratten vermenigvuldigen zich snel. |
2394 | A rat ran across the road. | Er stak een rat de weg over. |
2395 | Cats usually hate dogs. | Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden. |
2396 | Cats can see in the dark. | Katten kunnen in het donker zien. |
2397 | Cats catch mice. | Katten vangen muizen. |
2398 | Put the cap back on the bottle in case the cat knocks it over. | Doe de dop terug op de fles voor het geval de kat hem omstoot. |
2399 | A cat was sitting on the chair. | Er zat een kat op de stoel. |
2400 | Your tie is crooked. | Je stropdas zit scheef. |
2401 | Will you marry me? | Wil je met me trouwen? |
2402 | Come on, Bill. | Kom op, Bill. |
2403 | May I bother you for a moment? | Mag ik je een moment storen? |
2404 | My wet clothes clung to my body. | Mijn natte kleren plakten tegen mijn lichaam. |
2405 | Clean the window with a damp cloth. | Maak het raam schoon met een vochtige doek. |
2406 | Except for carrots, there is nothing he won’t eat. | Behalve wortelen is er niets dat hij niet eet. |
2407 | New York State is almost as large as Greece. | De staat New York is bijna net zo groot als Griekenland. |
2408 | New York is a big city. | New York is een grote stad. |
2409 | New York is the biggest city in the world. | New York is de grootste stad van de wereld. |
2410 | New York is a huge city. | New York is een enorme stad. |
2411 | We call New York the Big Apple. | Wij noemen New York “the Big Apple”. |
2412 | How’s the weather in New York? | Hoe is het weer in New York? |
2413 | Nick doesn’t need to come to my office. | Nick moet niet naar mijn bureau komen. |
2414 | Nick owes me ten dollars. | Nick is mij tien dollar verschuldigd. |
2415 | My brother seems to enjoy himself at college. | Mijn broer lijkt zich te vermaken aan de universiteit. |
2416 | How beautiful a sunrise is! | Hoe mooi is toch een zonsopgang! |
2417 | What a beautiful garden! | Wat een prachtige tuin. |
2418 | What a beautiful garden! | Wat een leuke tuin. |
2419 | What a wonderful machine! | Wat een geweldige machine! |
2420 | If it’s at all possible, I’d like you to take part in the next meeting. | Als het mogelijk is, zou ik willen dat u deelneemt aan de volgende bijeenkomst. |
2421 | I will finish this work somehow. | Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken. |
2422 | What a nice day it is! | Wat een mooie dag! |
2423 | Why do I have to do that? | Waarom moet ik dat doen? |
2424 | What a hot day it is! | Wat een warme dag! |
2425 | What? | Wat? |
2426 | What a cute baby! Peek-a-boo! | Wat een schattige baby. Kiekeboe! |
2427 | Why should you be so sad? | Waarom zou je zo triest moeten zijn? |
2428 | What a beautiful town! | Wat een prachtige stad! |
2429 | What a good shot! | Wat een goed schot! |
2430 | What a good shot! | Wat een goede schutter! |
2431 | Both Nancy and Jane were absent from school. | Nancy en Jane waren beiden afwezig van school. |
2432 | Nancy studied hard. | Nancy studeerde hard. |
2433 | Nancy has a piano. | Nancy heeft een piano. |
2434 | Nancy smiled happily. | Nancy glimlachte gelukkig. |
2435 | Nancy cannot have told a lie. | Nancy kon niet hebben gelogen. |
2436 | It is true she is young, but she is wise. | Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs. |
2437 | I may indeed be wrong. | Ik zou het inderdaad mis kunnen hebben. |
2438 | It may, indeed, be a mistake. | Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn. |
2439 | Napoleon marched his armies into Russia. | Napoleon heeft zijn leger naar Rusland geleid. |
2440 | Naples is a picturesque city. | Napels is een pittoreske stad. |
2441 | I have no idea why she got so angry. | Ik heb geen enkel idee waarom zij zo kwaad geworden is. |
2442 | Why did he run away? | Waarom is hij weggelopen? |
2443 | Why did he change his plans? | Waarom heeft hij zijn plannen veranderd? |
2444 | Why is he here? | Waarom is hij hier? |
2445 | Why did you turn down his offer? | Waarom wees je zijn aanbod af? |
2446 | Why did you come to Japan? | Waarom ben je naar Japan gekomen? |
2447 | Why did you come to Japan? | Waarom zijt ge naar Japan gekomen? |
2448 | Why were you late? | Waarom was je laat? |
2449 | Why are you crying? | Waarom ben je aan het huilen? |
2450 | Why are you crying? | Waarom huil je? |
2451 | Why are you crying? | Waarom huilt u? |
2452 | Why do you want to be a nurse? | Waarom wil je verpleegster worden? |
2453 | Why do you want to be a nurse? | Waarom wil je verpleger worden? |
2454 | Why did you quit? | Waarom heb je ontslag genomen? |
2455 | Why? | Waarom? |
2456 | Because he invited me. | Omdat hij me uitnodigde. |
2457 | Why do you say that? | Waarom zeg je dat? |
2458 | Tell me why you want to go there. | Zeg me waarom je daarheen wilt gaan. |
2459 | Why do you study? | Waarom studeer je? |
2460 | Why are you so tired today? | Hoezo ben je zo moe vandaag? |
2461 | There still remains much to be done. | Er blijft nog veel te doen. |
2462 | The late Mr Smith was a doctor. | De overleden heer Schmidt was geneesheer. |
2463 | That sounds like a fairly good proposal. | Dat klinkt als een vrij goed voorstel. |
2464 | I couldn’t get to sleep. | Ik kon niet in slaap raken. |
2465 | Can you get it repaired? | Kunt ge het laten herstellen? |
2466 | Cut the cake with a knife. | Snij de cake met een mes. |
2467 | There is a knife missing. | Er ontbreekt een mes. |
2468 | What’s this chair doing here? | Wat heeft deze stoel hier te zoeken? |
2469 | How’s the weather? | Hoe is het weer? |
2470 | What did you have to eat? | Wat heb je gegeten? |
2471 | What kind of sport do you like? | Welk type sport vind je leuk? |
2472 | Any paper will do. | Elke soort papier is geschikt. |
2473 | No matter how busy you are, I think you should at least read a newspaper. | Hoe druk je het ook hebt, ik vind dat je op z’n minst een krant zou moeten lezen. |
2474 | No matter how fast you may walk, you can’t catch up with him. | Het maakt niet uit hoe snel je wandelt, je kan hem niet inhalen. |
2475 | However hard I tried, I could not solve the problem. | Hoe ik ook probeerde, ik kon het probleem niet oplossen. |
2476 | It will cost thirty thousand yen at the lowest estimate. | Volgens de laagste schatting zal dat dertigduizend jen kosten. |
2477 | Would you please reserve a room near the Toronto International Airport? | Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren? |
2478 | The thief ran away. | De dief rende weg. |
2479 | How long does it take? | Hoelang duurt het? |
2480 | How soon can they be delivered? | Hoe gauw kunnen ze worden geleverd? |
2481 | Above all, children need love. | Boven alles hebben kinderen liefde nodig. |
2482 | Above all, beware of pickpockets. | Pas vooral op voor zakkenrollers. |
2483 | I love this book above all. | Van dit boek houd ik het meest. |
2484 | Let’s play cards. | Laten we kaart spelen. |
2485 | A truck hit the dog. | Een vrachtwagen heeft de hond aangereden. |
2486 | In any case, it’s none of your business. | Hoe dan ook, het gaat je niks aan. |
2487 | Tom gets up at six every morning. | Tom staat iedere morgen om zes uur op. |
2488 | Tom does anything but study. | Tom doet alles behalve studeren. |
2489 | Tom showed her the letter from Santa Claus. | Tom liet haar de brief van de Kerstman zien. |
2490 | Tom is in bed with a fever. | Tom ligt in bed met koorts. |
2491 | Tom wants to go to Japan. | Tom wil naar Japan gaan. |
2492 | Tom walked across the street. | Tom stak de straat over. |
2493 | Tom looked at the tall man suspiciously. | Tom keek argwanend naar de lange man. |
2494 | As Tom is honest, I like him. | Ik mag Tom, omdat hij eerlijk is. |
2495 | Tom is due to come at noon. | Tom zou rond het middaguur moeten komen. |
2496 | I believe Tom is right. | Ik denk dat Tom gelijk heeft. |
2497 | Hello, said Tom, smiling. | Hallo, zei Tom al glimlachend. |
2498 | Tom sometimes rips off his customers. | Tom zet zijn klanten soms af. |
2499 | Tom is older than I. | Tom is ouder dan ik. |
2500 | Tom has lived in New York since he was a child. | Tom woont al in New York sinds hij klein was. |
2501 | Tom didn’t have dinner last night. | Gisteravond heeft Tom geen avondeten gegeten. |
2502 | Tom watched TV yesterday. | Gisteren heeft Tom tv gekeken. |
2503 | Did Tom help his mother yesterday? | Heeft Tom gisteren zijn moeder geholpen? |
2504 | Tom is living with his uncle now. | Tom woont nu bij zijn oom. |
2505 | Tom is absent. | Tom is afwezig. |
2506 | Tom changed color. | Tom verkleurde. |
2507 | Tom met Mary on his way to school. | Tom kwam Mary tegen op weg naar school. |
2508 | Tom became popular among teenagers as soon as he made his debut on the screen. | Tom werd populair onder de tieners zodra hij zijn debuut maakte op het witte doek. |
2509 | Tom is a good worker. | Tom is een goede werker. |
2510 | Tom has a bright career as a medical doctor. | Tom heeft een glansrijke carrière als arts. |
2511 | Tom walks slowly. | Tom stapt traag. |
2512 | Tom’s already here, but Bill hasn’t come yet. | Tom is er al, maar Bill is nog niet gekomen. |
2513 | Tom is still hospitalized. | Tom is nog steeds in het ziekenhuis. |
2514 | Tom is still hospitalized. | Tom is nog in het ziekenhuis. |
2515 | Tom is not yet able to swim. | Tom kan nog niet zwemmen. |
2516 | Where was Tom born? | Waar is Tom geboren? |
2517 | Tom can’t play tennis. | Tom kan niet tennissen. |
2518 | Tom doesn’t like cheese. | Tom houdt niet van kaas. |
2519 | Tom was a witness to the accident. | Tom was getuige van het ongeluk. |
2520 | Tom always makes fun of John because of his dialect. | Tom spot altijd met John om zijn dialect. |
2521 | Tom came running with a letter from Judy. | Tom kwam aangerend met een brief van Judy. |
2522 | Tom is taller than his mother. | Tom is groter dan zijn moeder. |
2523 | Tom is a friend of mine. | Tom is mijn vriend. |
2524 | Tom is a friend of mine. | Tom is een vriend van mij. |
2525 | Tom’s grandmother looks healthy. | Toms grootmoeder ziet er gezond uit. |
2526 | Tom and Frank are good friends. | Tom en Frank zijn goede vrienden. |
2527 | Aren’t you Tom? | Zijt gij Tom niet? |
2528 | It was a pity that Tom couldn’t come to our party. | Het was zonde dat Tom niet naar ons feestje kon komen. |
2529 | Tom ran and ran, until at last he saw the telephone booth. | Tom rende en rende, totdat hij uiteindelijk de telefooncel zag. |
2530 | What a good boy you are, Tom! | Je bent zo’n goede jongen, Tom! |
2531 | There’s a black sheep in every flock. | In elke kudde is er een zwart schaap. |
2532 | There’s a black sheep in every flock. | Er is een zwart schaap in elke kudde. |
2533 | No book is worth reading. | Geen enkel boek is het lezen waard. |
2534 | Each boy has a bike. | Elke jongen heeft een fiets. |
2535 | Where does it hurt? | Waar doet het pijn? |
2536 | Not all children like apples. | Niet alle kinderen houden van appels. |
2537 | Every country has its national flag. | Elk land heeft zijn nationale vlag. |
2538 | Which shoes are you going to put on? | Welke schoenen trek je aan? |
2539 | I don’t know which button to push. | Ik weet niet op welke knop ik moet drukken. |
2540 | Which team will win? | Welk team zal winnen? |
2541 | How long have you been abroad? | Hoe lang was je in het buitenland? |
2542 | How much longer will I have to stay in the hospital? | Hoe lang moet ik nog in het ziekenhuis blijven? |
2543 | How long do you plan to stay? | Hoelang blijf je? |
2544 | At any rate, I must finish this work by tomorrow. | In ieder geval, ik moet dit werk morgen af hebben. |
2545 | In any case you had better obey your parents. | In alle geval kunt ge beter gehoorzamen aan uw ouders. |
2546 | In any case, it’s no business of yours. | Hoe dan ook, het gaat je niks aan. |
2547 | Tony speaks English well. | Tony spreekt goed Engels. |
2548 | Tony speaks English better than I do. | Tony spreekt beter Engels dan ik. |
2549 | Tony speaks English as well as you. | Toni spreekt even goed Engels als gij. |
2550 | Where’s Tony? | Waar is Tony? |
2551 | Totoro makes friends with everyone. | Totoro maakt met iedereen vrienden. |
2552 | It was such a fine day that we decided to have a picnic. | Het was zo’n mooie dag, dat we besloten te gaan picknicken. |
2553 | Being very tired, I went to bed early. | Ik was erg moe, daarom ging ik vroeg naar bed. |
2554 | They are very big. | Ze zijn heel groot. |
2555 | Much to my surprise, the door opened noiselessly. | Tot mijn grote verrassing ging de deur open zonder veel geluid. |
2556 | It was so cold that I stayed at home all day. | Het was zo koud, dat ik de hele dag thuis bleef. |
2557 | It was really cheap. | Het was erg goedkoop. |
2558 | I’m so hungry that I could eat a horse. | Ik heb zoveel honger dat ik een paard kon opeten. |
2559 | I’m as hungry as a bear. | Ik heb honger als een paard. |
2560 | I’m as hungry as a bear. | Ik rammel van de honger. |
2561 | I was very hungry. | Ik had veel honger. |
2562 | I’m very short of money. | Ik zit krap bij kas. |
2563 | It doesn’t matter. | Het is niet belangrijk. |
2564 | It doesn’t matter. | Het maakt niets uit. |
2565 | We find it difficult to decide which one to buy. | We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen. |
2566 | She is no more beautiful than her mother is. | Zij is niet mooier dan haar moeder. |
2567 | Where are you headed for? | Waar gaan jullie naartoe? |
2568 | Which boy is Masao? | Welke jongen is Masao? |
2569 | Which car is your father’s? | Welke auto is van je vader? |
2570 | Which team is likely to win? | Welk team zal waarschijnlijk winnen? |
2571 | Which team will win the game? | Welk team zal de wedstrijd winnen? |
2572 | Which team won the game? | Welk team heeft de wedstrijd gewonnen? |
2573 | It doesn’t matter which team wins the game. | Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint. |
2574 | Which bag is yours? | Welke zak is van jou? |
2575 | Which bag is yours? | Welke tas is van jou? |
2576 | You may choose whichever you want. | U kunt kiezen welke u wilt. |
2577 | Could you tell me which way I should go? | Kun je me vertellen welke kant ik op moet? |
2578 | You may choose whichever you like. | Je mag kiezen welke je wilt |
2579 | By the way, where do you live? | Waar woont gij eigenlijk? |
2580 | By the way, I have something to tell you. | Trouwens, ik heb je iets te vertellen. |
2581 | By the way, have you done your homework? | Tussen haakjes, hebt ge uw huiswerk gemaakt? |
2582 | Guess where I’ve been. | Raad eens waar ik geweest ben? |
2583 | Where can I obtain a map of Europe? | Waar kan ik een kaart van Europa verkrijgen? |
2584 | Where do you want to go? | Waar wilt ge naartoe? |
2585 | Please tell me where to park my car. | Vertel me alstublieft waar ik mijn wagen moet parkeren. |
2586 | Where do you work? | Waar werk je? |
2587 | Where can I get stamps? | Waar kan ik postzegels kopen? |
2588 | We haven’t decided where to take a rest. | We hebben nog niet beslist waar we gaan rusten. |
2589 | Where did you find it, at school or at home? | Waar heb je het gevonden, op school of thuis? |
2590 | Is there a telephone anywhere? | Is er ergens een telefoon? |
2591 | That rings a bell. | Dat zegt me iets. |
2592 | I must have made a mistake somewhere. | Ik moet ergens een fout gemaakt hebben. |
2593 | Keep in touch with me. | Blijf met mij in contact. |
2594 | Every now and then he drops in at this bookstore on his way home from the office. | Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor. |
2595 | Can you come? | Kan je komen? |
2596 | No matter what the excuse, he is to be blamed. | Ongeacht wat het excuus is, het valt hem te verwijten. |
2597 | How is it going? | Hoe gaat ie? |
2598 | I’m afraid it will rain tomorrow. | Ik ben bang dat het morgen gaat regenen. |
2599 | He seems to have been ill for a long time. | Hij schijnt lange tijd ziek te zijn geweest. |
2600 | I can’t remember how to go there. | Ik kan mij niet herinneren, hoe daar te komen. |
2601 | I’m afraid it will rain. | Ik ben bang dat het gaat regenen. |
2602 | Finally, my sister got married. | Mijn zus is eindelijk getrouwd. |
2603 | Please give us some examples. | Kunt u ons een paar voorbeelden geven? |
2604 | Please keep it secret. | Hou het alsjeblieft geheim. |
2605 | Let me pass, please. | Gelieve mij door te laten. |
2606 | Please step inside. | Kom alstublieft binnen. |
2607 | Please keep quiet. | Houd je alsjeblieft rustig. |
2608 | I want to speak to Mr. Sato, please. | Ik wil spreken met M. Sato alstublieft. |
2609 | Open the door, please. | Doe de deur open alstublieft. |
2610 | Close the door, please. | Sluit de deur alsjeblieft. |
2611 | Please turn it on. | Zet het alsjeblieft aan. |
2612 | Please translate this sentence into Japanese. | Vertaal deze zin in het Japans alstublieft. |
2613 | Make yourself comfortable. | Maak het je gemakkelijk! |
2614 | Please don’t get up. | Alsjeblieft sta niet op. |
2615 | I appreciate your request to reproduce 70 copies of my report. | Ik apprecieer jouw vraag om zeventig kopieën van mijn opstel te maken. |
2616 | Please, tell me. | Alsjeblieft, vertel het me. |
2617 | Please remain seated. | Blijf zitten alstublieft. |
2618 | Please take a seat. | Gaat u zitten. |
2619 | How can I get to heaven? | Hoe kan ik in de hemel komen? |
2620 | How can we abolish war? | Hoe kunnen we oorlog afschaffen? |
2621 | What made her so angry? | Wat maakte haar zo kwaad? |
2622 | I wonder what has made him change his mind. | Ik vraag me af wat hem van gedachte heeft doen veranderen. |
2623 | Why are you drying your hair? | Waarom droog je je haren? |
2624 | Why did you run away? | Waarom zijt ge weggelopen? |
2625 | Why did you run away? | Waarom zijn jullie weggelopen? |
2626 | Why did you run away? | Waarom bent u weggelopen? |
2627 | Why did you run away? | Waarom ben je weggelopen? |
2628 | Why are you holding my hands? | Waarom hou je mijn handen vast? |
2629 | How come you say nothing? | Waarom zeg je niks? |
2630 | How come you don’t know this? | Hoe komt het dat je dit niet weet? |
2631 | Why are you under the desk? | Waarom zit je onder het bureau? |
2632 | Accidents will happen. | Een ongeluk zit in een klein hoekje. |
2633 | Why did you paint the bench red? | Waarom hebben jullie de bank rood geschilderd? |
2634 | Why did you paint the bench red? | Waarom heeft u de bank rood geschilderd? |
2635 | Why did you paint the bench red? | Waarom heb je de bank rood geschilderd? |
2636 | Why is it so hot? | Waarom is het zo heet? |
2637 | How can I start the engine? | Hoe kan ik de motor starten? |
2638 | What’s the matter with you? You look pale. | Wat scheelt er met je? Je ziet er bleek uit. |
2639 | Please wake me up at six tomorrow morning. | Wek me morgenochtend om zes uur alsjeblieft. |
2640 | Please forgive me. | Vergeef me alsjeblieft. |
2641 | Open the window, please. | Doe het raam open, alstublieft. |
2642 | Please give me a piece of bread. | Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven? |
2643 | Please give me another chance. | Geef me alstublieft nog een kans. |
2644 | Please remember to post this letter. | Alsjeblieft denk eraan dat je deze brief post. |
2645 | Please write about your real experience. | Schrijf alstublieft over uw echte ervaring. |
2646 | Please leave me alone. | Laat me alsjeblieft met rust. |
2647 | I cannot possibly help you. | Ik kan je onmogelijk helpen. |
2648 | How are you doing? | Hoe gaat het? |
2649 | How are you doing? | Hoe gaat het met je? |
2650 | How are you doing? | Hoe gaat het ermee? |
2651 | How are you doing? | Hoe gaat het met u? |
2652 | Can I use your toilet, please? | Mag ik van uw wc gebruikmaken? |
2653 | Where’s the restroom? | Waar is het toilet? |
2654 | May I use your toilet? | Mag ik van uw wc gebruikmaken? |
2655 | Where is the toilet? | Waar is het toilet? |
2656 | There’s no toilet paper. | Er is geen toiletpapier. |
2657 | German is not an easy language. | Duits is geen makkelijke taal. |
2658 | I don’t understand German at all. | Ik begrijp absoluut niets van Duits. |
2659 | Germany borders on France. | Duitsland grenst aan Frankrijk. |
2660 | Germany was once allied with Italy. | Duitsland was ooit een bondgenoot van Italië. |
2661 | Germany adjoins the Netherlands. | Duitsland grenst aan Nederland. |
2662 | When did you come back from Germany? | Wanneer ben je uit Duitsland teruggekomen? |
2663 | When did you come back from Germany? | Wanneer ben je uit Duitsland weergekeerd? |
2664 | Don’t open the door. | Doe de deur niet open. |
2665 | Don’t leave the door open. | Laat de deur niet open. |
2666 | I shut the door behind me. | Ik deed de deur achter me dicht. |
2667 | Keep the door open. | Hou de deur open. |
2668 | The door will lock automatically when you go out. | De deur sluit automatisch na het buitengaan. |
2669 | The bicycle by the door is mine. | De fiets bij de deur is van mij. |
2670 | There was a big gold star on the door. | Er stond een grote gouden ster op de deur. |
2671 | The doors were locked and we couldn’t get in anyhow. | De deuren waren op slot en we konden op geen enkele manier binnenkomen. |
2672 | The door won’t open. | De deur gaat niet open. |
2673 | Please turn off the TV. | Doe de televisie uit alstublieft. |
2674 | It’s time you stopped watching television. | Het is tijd dat je stopt met televisie kijken. |
2675 | Mary likes watching TV. | Maria kijkt graag tv. |
2676 | I watch television. | Ik kijk tv. |
2677 | Don’t watch TV. | Kijk geen televisie! |
2678 | Play outside instead of watching TV. | Speel buiten in plaats van televisie te kijken. |
2679 | I’ll do my homework after I watch television. | Ik maak mijn huiswerk, nadat ik televisie heb gekeken. |
2680 | When you watch television or listen to the radio, the music which you hear is often African in origin. | Wanneer je naar televisie kijkt of naar de radio luistert, is de muziek die je hoort vaak van Afrikaanse origine. |
2681 | Let’s watch TV. | Laten we tv kijken. |
2682 | Television could be an important source of culture, and its educational broadcasts are valued in many schools. | Televisie kan een belangrijke cultuurbron zijn en haar schooluitzendingen staan in veel scholen hoog aangeschreven. |
2683 | There is a TV remote control under the couch. | Er ligt een afstandsbediening voor de tv onder de bank. |
2684 | Television helps us widen our knowledge. | Televisie helpt ons onze kennis te verruimen. |
2685 | The television doesn’t work. | De tv werkt niet. |
2686 | Can you imagine what life would be like without television? | Kan je je voorstellen hoe het leven zou zijn zonder televisie? |
2687 | The TV doesn’t work. | De tv werkt niet. |
2688 | Please show me the TV Guide. | Laat me alsjeblieft de tv-gids zien. |
2689 | But I can’t understand them very well. | Maar ik kan hen niet goed verstaan. |
2690 | See you tonight, then. Cheers! | Tot vanavond dan. Doei! |
2691 | I am afraid I must be going now. | Het spijt me, maar nu moet ik weg. |
2692 | Let’s see if I’ve got that right. | Even zien of ik dat goed begrepen heb. |
2693 | Some boys play tennis and others play soccer. | Sommige jongens spelen tennis en anderen spelen voetbal. |
2694 | Playing tennis is easy for me. | Tennis is makkelijk voor mij. |
2695 | It is easy to play tennis. | Tennis spelen is gemakkelijk. |
2696 | Detroit is famous for its car industry. | Detroit is voor zijn auto-industrie beroemd. |
2697 | I had just finished my homework when Ted phoned me. | Ik had net mijn huiswerk af, toen Ted me opbelde. |
2698 | Apples were served as the dessert. | Appels werden als nagerecht geserveerd. |
2699 | Run as fast as you can. | Ren zo snel als je kan. |
2700 | Please come home as quickly as possible. | Kom alsjeblieft zo snel mogelijk naar huis. |
2701 | Please speak as clearly as possible. | Spreek alsjeblieft zo duidelijk mogelijk. |
2702 | Express yourself as clearly as you can. | Druk jezelf zo duidelijk mogelijk uit. |
2703 | I will give you what help I can. | Ik zal u helpen zoveel ik kan. |
2704 | I will return the book as soon as I can. | Ik zal het boek teruggeven zodra ik kan. |
2705 | The tape recorder is a useful aid to teaching. | De bandrecorder is een handig hulpmiddel in het onderwijs. |
2706 | There is an apple on the table. | Er ligt een appel op tafel. |
2707 | There is an apple on the table. | Er ligt een appel op de tafel. |
2708 | On the table there was a cat. | Er zat een kat op de tafel. |
2709 | A table has four legs. | Een tafel heeft vier poten. |
2710 | The tablecloth is in the cabinet. | Het tafellaken ligt in de kast. |
2711 | Damon showed me his stamp album. | Damon liet mij zijn postzegelalbum zien. |
2712 | I can’t find Tim. | Ik kan Tim niet vinden. |
2713 | Dinner is ready. | Het avondeten is klaar. |
2714 | What about having fish for dinner? | Wat vind je van vis voor het avondeten? |
2715 | Dick takes after his mother in appearance. | Qua uiterlijk lijkt Dick op zijn moeder. |
2716 | Dick plans to go by himself. | Dick is van plan alleen te gaan. |
2717 | Dick tried to solve the problem, in vain. | Dick probeerde het probleem tevergeefs op te lossen. |
2718 | Disneyland was built in 1955. | Disneyland is gebouwd in negentien vijfenvijftig. |
2719 | Disneyland was built in 1955. | Disneyland is gebouwd in 1955. |
2720 | Cranes are big beautiful birds. | Kraanvogels zijn grote mooie vogels. |
2721 | Keep the change! | Hou het wisselgeld! |
2722 | The penalty for spitting is five pounds. | De boete voor spuwen bedraagt vijf pond. |
2723 | One swallow does not make a summer. | Eén zwaluw maakt nog geen zomer. |
2724 | The moon was above the horizon. | De maan stond boven de horizon. |
2725 | At last he found out the truth. | Uiteindelijk ontdekte hij de waarheid. |
2726 | Can you buy one for me as well? | Kan je er ook één voor mij kopen? |
2727 | If you follow me, I’ll show you the way to the hospital. | Als je me volgt, zal ik je de weg naar het ziekenhuis tonen. |
2728 | Paul telephoned just now. | Paul heeft net gebeld. |
2729 | I wasn’t being mindful and got on a wrong bus by mistake. | Ik lette niet goed op en ben per ongeluk in de verkeerde bus terechtgekomen. |
2730 | Many a little makes a mickle. | Vele kleintjes maken een grote. |
2731 | Can I use your telephone? | Mag ik je telefoon gebruiken? |
2732 | Would you mind waiting a few minutes? | Zou je even kunnen wachten? |
2733 | Would you mind waiting a few minutes? | Zou u even kunnen wachten? |
2734 | What do you say to going out for a short walk? | Wil je een korte wandeling maken? |
2735 | Let’s take a rest for a while. | Laten wij even rusten. |
2736 | Hold your horses, young man. | Niet zo vlug, jonge vriend. |
2737 | It was just a joke. | Ik zei dat alleen maar om te lachen. |
2738 | Hey, where are you going? | Hé, waar ga je heen? |
2739 | It is not easy to write in chalk. | Het is niet makkelijk met krijt te schrijven. |
2740 | It falls on Sunday. | Het valt op zondag. |
2741 | I was just thinking of a new job. | Ik dacht net aan een nieuwe baan. |
2742 | I’m about to leave. | Ik sta op het punt uit te gaan. |
2743 | I have just finished my homework. | Ik heb zojuist mijn huiswerk afgemaakt. |
2744 | Prince Charles will be the next king of England. | Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn. |
2745 | I don’t have a ticket. | Ik heb geen ticket. |
2746 | I’d like to book three seats. | Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren. |
2747 | Cheese doesn’t digest easily. | Kaas is niet licht verteerbaar. |
2748 | Would you teach me how to make cheese? | Ga je me tonen hoe je kaas maakt? |
2749 | Cheese and butter are products made from milk. | Kaas en boter zijn melkproducten. |
2750 | It will get warmer and warmer. | Het zal warmer en warmer worden. |
2751 | What a pity you can’t dance! | Wat jammer dat je niet kan dansen! |
2752 | Nobody could give the correct answer. | Niemand kon het juiste antwoord geven. |
2753 | Everyone praises the boy. | Iedereen looft de jongen. |
2754 | No one could find the cave. | Niemand kon de grot vinden. |
2755 | Who were you talking with? | Met wie was je aan het praten? |
2756 | I want someone to talk to. | Ik wil iemand om mee te praten. |
2757 | Who invented the telephone? | Wie heeft de telefoon uitgevonden? |
2758 | There is no doubt as to who will be elected. | Er bestaat geen twijfel over wie er gekozen zal worden. |
2759 | Someone is at the door. | Er is iemand aan de deur. |
2760 | Who wrote this book? | Wie heeft dit boek geschreven? |
2761 | Who wrote this book? | Wie schreef dit boek? |
2762 | Somebody took away my bag. | Iemand heeft mijn zak weggenomen. |
2763 | Someone is calling you. | Iemand roept je. |
2764 | Who teaches you French? | Wie leert jou Frans? |
2765 | There was a water mill below the dam. | Er stond een watermolen onderaan de dam. |
2766 | Why don’t you dine out with me for a change? | Waarom ga je voor de verandering niet eens met mij uit eten? |
2767 | Just take my word for it. | Geloof me maar gewoon. |
2768 | Perhaps it will rain in the afternoon. | Misschien regent het vanmiddag. |
2769 | It’s going to rain. | Het gaat regenen. |
2770 | You will live longer if you don’t smoke. | Je zal langer leven als je niet rookt. |
2771 | I’d rather you didn’t smoke so much. | Ik heb het liever dat je niet zo veel rookt. |
2772 | Smoking is permitted. | Roken is toegestaan. |
2773 | You’d better give up smoking. | Je zou beter stoppen met roken. |
2774 | I don’t smoke. | Ik rook niet. |
2775 | Even if pigs were to fly in the air, I would believe her. | Al vlogen er varkens in de lucht, nog zou ik haar geloven. |
2776 | Live where she may, she always enjoys her surroundings. | Waar ze ook leeft, ze geniet altijd van haar omgeving. |
2777 | Even if it is true, it matters little. | Zelfs als het waar is, maakt het weinig uit. |
2778 | They live there. | Ze wonen daar. |
2779 | Ostriches are incapable of flight. | Struisvogels kunnen niet vliegen. |
2780 | You can just call me Taro. | Je kan me gewoon Taro noemen. |
2781 | You can have this book for nothing. | Je mag dit boek gratis hebben. |
2782 | Flying a kite can be dangerous. | Een vlieger oplaten kan gevaarlijk zijn. |
2783 | But I never had you. | Maar ik had jou nooit. |
2784 | Let’s take a taxi. | Laten we een taxi nemen. |
2785 | Shall we take a taxi? | Nemen we een taxi? |
2786 | There being no taxis, I had to walk. | Ik moest lopen, omdat er geen taxi’s waren. |
2787 | You have made many mistakes. | Ge hebt veel fouten gemaakt. |
2788 | Many famous artists live in New York. | Veel beroemde artiesten wonen in New York. |
2789 | Many children were playing in the park. | Er speelden veel kinderen in het park. |
2790 | A lot of students do part-time jobs. | Veel studenten werken deeltijds. |
2791 | There are many hotels downtown. | Er zijn veel hotels in de binnenstad. |
2792 | How about Thai food? | Wat dacht je van Thais eten? |
2793 | The tire leaks air. | De band is lek. |
2794 | Have you read the article about Asia in Time? | Hebt ge het artikel over Azië gelezen in Time? |
2795 | Thank you very much, she said with a smile. | Heel erg bedankt, zei ze met een glimlach. |
2796 | The pain has mostly gone away. | De pijn is voor het grootste deel verdwenen. |
2797 | You can type, can’t you? | Jij kan toch typen? |
2798 | Do you have any other guidebooks about Thailand? | Heb je nog andere reisgidsen over Thailand? |
2799 | In Thailand, people use coconuts for food, drinks and toys. | In Thailand gebruikt men kokosnoten als eten, drinken en speelgoed. |
2800 | In Thailand, bringing up the children isn’t the father’s responsibility; it’s entirely up to the mother. | In Thailand is de opvoeding van de kinderen niet de verantwoordelijkheid van de vader; het is geheel aan de moeder. |
2801 | I usually get up late. | Meestal word ik laat wakker. |
2802 | Most people like watching TV. | De meeste mensen kijken graag televisie. |
2803 | Most people think so. | De meeste mensen denken dat. |
2804 | Most students study hard. | De meeste studenten studeren hard. |
2805 | It’s almost six o’clock. | Het is bijna zes uur. |
2806 | It is dangerous to drive so fast. | Het is gevaarlijk om zo snel te rijden. |
2807 | People would sell their souls to hear the concert from those seats. | Mensen zouden hun ziel verkopen om vanaf deze plaatsen naar het concert te luisteren. |
2808 | She was the last person I expected to see in such a place. | Zij was de laatste persoon die ik verwachtte te zien op zo’n plek. |
2809 | You can’t fool me with a trick like that. | Je kan me niet voor de gek houden met een trukje als deze. |
2810 | I would buy it, except that it costs too much. | Ik zou het kopen, maar het kost te veel. |
2811 | I would buy it, except that it costs too much. | Ik zou het kopen, maar het is te duur. |
2812 | I can’t afford to buy such an expensive car. | Ik kan me niet veroorloven om zo’n dure auto te kopen. |
2813 | I don’t want to take risks. | Ik wil geen risico nemen. |
2814 | I don’t give a damn about it! | Ik geef er geen bal om! |
2815 | Such a ridiculous superstition no longer exists. | Zo’n belachelijk bijgeloof bestaat niet meer. |
2816 | Don’t speak so fast, please. | Wilt u niet zo snel spreken, alstublieft? |
2817 | Don’t speak so fast, please. | Spreek alsjeblieft niet zo snel. |
2818 | Don’t run so fast. | Loop niet zo snel. |
2819 | Please don’t speak so fast. | Spreek alsjeblieft niet zo snel. |
2820 | Please don’t speak so fast. | Praat niet zo snel, alstublieft. |
2821 | I can’t keep up with you if you walk so fast. | Ik kan je niet volgen als je zo snel wandelt. |
2822 | It’s not so far. | Het is niet zo ver. |
2823 | Please don’t make so much noise. | Maak alstublieft niet zoveel lawaai. |
2824 | All of a sudden, I remembered that I couldn’t pay for so many books. | Plotseling herinnerde ik me dat ik zoveel boeken niet kon betalen. |
2825 | That can’t be true. | Dat kan niet waar zijn. |
2826 | That’s easy for you to say. | Dat is makkelijk voor jou om te zeggen. |
2827 | Don’t say that. | Zeg dat niet. |
2828 | Don’t worry about such a thing. | Maak u geen zorgen om zoiets. |
2829 | It’s below her to say such a thing. | Het is beneden haar waardigheid om zoiets te zeggen. |
2830 | Give me a reason for doing such a thing. | Geef mij één reden om zoiets te doen. |
2831 | He must be a fool to do so. | Hij moet dom zijn om dat te doen. |
2832 | That cannot be true. | Dat kan niet waar zijn. |
2833 | Hadn’t we better be going soon? | Kunnen we zo niet beter gaan? |
2834 | Turn it off. | Zet het af. |
2835 | We have been friends ever since. | Van toen af aan zijn we vrienden geworden. |
2836 | Three years have passed since then. | Sindsdien zijn er drie jaar voorbijgegaan. |
2837 | I haven’t seen her since then. | Sindsdien heb ik haar niet meer gezien. |
2838 | It’s the animal in me that wants it. | ‘t Is het beest in mij dat ernaar verlangt. |
2839 | I’m very sorry to hear that. | Het spijt me erg om dat te horen. |
2840 | I’m sorry to hear that. | Het spijt me dat te horen. |
2841 | Cut it in half. | Snij het doormidden. |
2842 | Cut it in half. | Snij het door de helft. |
2843 | Don’t blame it on her. | Geef haar er niet de schuld van. |
2844 | I don’t know how to put it in Japanese. | Ik weet niet hoe ik dat in het Japans kan uitdrukken. |
2845 | I don’t know how to put it in Japanese. | Ik weet niet hoe ik dat in het Japans kan vertalen. |
2846 | May I try it on? | Mag ik het eens passen? |
2847 | Give it to anyone you like. | Geef het aan iemand die u leuk vindt. |
2848 | Give it to anyone you like. | Geef het aan wie je wilt. |
2849 | Say it in another way. | Zeg het op een andere manier. |
2850 | Let’s make it brief. | Laat het ons kort houden. |
2851 | Can you prove it? | Kunt u dat bewijzen? |
2852 | Give it to me, please. | Geef het mij, alstublieft. |
2853 | I wish you had told me that. | Ik wou dat je mij dat had verteld. |
2854 | Let’s climb that mountain to see it. | Laten we die berg beklimmen om het te zien. |
2855 | If it is worth doing, do it well. | Als het de moeite waard is om te doen, doe het dan goed. |
2856 | I thought I must do it. | Ik vond dat ik dat moest doen. |
2857 | Those are not your chairs. | Dit zijn niet uw stoelen. |
2858 | They are great masterpieces of European art. | Ze zijn grote meesterwerken van de Europese kunst. |
2859 | They were about 25 cents a pound cheaper. | Ze waren ongeveer 25 cent per pond goedkoper. |
2860 | Show me the photos, please. | Kunt u me deze foto’s laten zien, alstublieft? |
2861 | That’s the most absurd idea I’ve ever heard. | Dat is het meest absurde idee dat ik ooit heb gehoord. |
2862 | That sounds too good to be true. | Dat klinkt te mooi om waar te zijn. |
2863 | It’s about the size of an egg. | Het is ongeveer even groot als een ei. |
2864 | It looks like an egg. | Het lijkt op een ei. |
2865 | It is about the size of an egg. | Het is ongeveer even groot als een ei. |
2866 | It’s for a friend of mine. | Het is voor één van mijn vrienden. |
2867 | It is a good plan but hard to carry out. | Het is een goed idee, maar moeilijk om uit te voeren. |
2868 | It cannot be true. | Het kan niet waar zijn. |
2869 | It cannot be true. | Dat kan niet waar zijn. |
2870 | It is really wonderful. | Dat is echt heerlijk. |
2871 | It can not be true. | Het kan niet waar zijn. |
2872 | It can’t be true. | Het kan niet waar zijn. |
2873 | It can’t be true. | Dat kan niet waar zijn. |
2874 | I think it’s true. | Ik denk dat het waar is. |
2875 | It may or may not be true. | Het kan waar zijn of niet. |
2876 | It is a book. | Dit is een boek. |
2877 | Those are my trousers. | Dat is mijn broek. |
2878 | That is another matter. | Dat is een ander probleem. |
2879 | It is necessary. | Dat is nodig. |
2880 | That’s his specialty. | Dat is zijn specialiteit. |
2881 | It is too easy a task for him. | Het is een te gemakkelijke opgave voor hem. |
2882 | It was not his fault, for he did his best. | Het was zijn schuld niet, want hij deed zijn best. |
2883 | It was the most beautiful sight that he had ever seen in his life. | Het was het mooiste gezicht dat hij in zijn leven gezien had. |
2884 | It happened between eight and ten. | Het gebeurde tussen acht en tien uur. |
2885 | Is it a direct flight? | Is het een rechtstreekse vlucht? |
2886 | It was a long letter. | Het was een lange brief. |
2887 | It is cheap, but on the other hand it is not good. | Het kost niet veel, maar de kwaliteit is er ook naar. |
2888 | Anybody knows it. | Iedereen weet dat. |
2889 | It makes all the difference. | Het maakt al het verschil. |
2890 | That makes no sense at all. | Daar is kop noch staart aan te krijgen. |
2891 | It is a sheer waste of time. | Het is gewoonweg tijdsverspilling. |
2892 | How amazing that your mother speaks six languages! | Ongelooflijk dat je moeder zes talen spreekt. |
2893 | It’s new. | Het is nieuw. |
2894 | It is not a matter to laugh about. | Het is niet iets om over te lachen. |
2895 | That was the end of the class. | Dit was het einde van de les. |
2896 | It’s a dictionary. | Het is een woordenboek. |
2897 | It is a task beyond my power. | Het is een te zware taak voor mij. |
2898 | That’s my dictionary. | Dat is mijn woordenboek. |
2899 | It is outside my area of study. | Dat is buiten mijn studiegebied. |
2900 | That was the most interesting film that we had ever seen. | Het was de interessantste film die wij ooit gezien hadden. |
2901 | It’s me. | Ik ben het. |
2902 | It was my first night among strangers. | Het was mijn eerste nacht tussen vreemden. |
2903 | It’s the best book that I’ve ever read. | Het is het beste boek dat ik ooit gelezen heb. |
2904 | It cannot be helped. | Daaraan kunnen we niets doen. |
2905 | It isn’t expensive. | Het is niet duur. |
2906 | I don’t think that was a wise decision. | Ik denk niet dat dat een verstandige beslissing was. |
2907 | It is not so difficult as you think. | Het is niet zo moeilijk als je denkt. |
2908 | It was a terrible accident. | Het was een vreselijk ongeval. |
2909 | Is it sweet or sour? | Is het zoet of zuur? |
2910 | It is like looking for a needle in a haystack. | Je kunt evengoed een naald in een hooiberg zoeken. |
2911 | It was a problem difficult to solve. | Het was een moeilijk probleem om op te lossen. |
2912 | What does it refer to? | Waar verwijst het naar? |
2913 | Wow! That’s cheap! | Wow! Dat is goedkoop! |
2914 | I made it myself. | Ik heb het zelf gemaakt. |
2915 | It’s about 133 kilometers from London. | Dat is op ongeveer 133 kilometer van Londen. |
2916 | That’s an old trick. | Dat is een oude truc. |
2917 | It’s worth a try. | Het is het proberen waard. |
2918 | It’s worth a try. | Het is een poging waard. |
2919 | I think it’s worth a try. | Ik denk dat het het proberen waard is. |
2920 | It was just as I thought. | Ik wist het wel. |
2921 | It’s not quite certain. | Het is niet helemaal zeker. |
2922 | It happened just like this. | Het gebeurde precies zo. |
2923 | It is not far away from the hotel. | Het is niet ver van het hotel. |
2924 | It’s a sunflower. | Dat is een zonnebloem. |
2925 | That’s terrible. | Dat is verschrikkelijk. |
2926 | How long ago was that? | Hoelang geleden was dat? |
2927 | That was so good a book that I read it three times. | Dat was zo’n goed boek dat ik het drie keer heb gelezen. |
2928 | It was a very long meeting. | Het was een erg lange vergadering. |
2929 | You can get it at any bookseller’s. | Je kunt het in om het even welke boekhandel krijgen. |
2930 | Where is it hidden? | Waar is het verborgen? |
2931 | I cannot stomach it. | Ik kan het niet verdragen. |
2932 | You’re carrying this too far. | Je draaft een beetje door. |
2933 | That is no fault of Jack’s. | Dat is niet de fout van Jack. |
2934 | You made a good decision. | Je maakte een juiste beslissing. |
2935 | That’s too small to fit on your head. | Dat is te klein om op je hoofd te passen. |
2936 | It was less than fifty dollars. | Het kostte minder dan vijftig dollar. |
2937 | That won’t work. | Dat zal niet werken. |
2938 | Does that price include tax? | Is die prijs inclusief btw? |
2939 | What is it? | Wat is dat? |
2940 | What is it? | Wat is het? |
2941 | It’s my favorite food. | Het is mijn lievelingseten. |
2942 | It has a value all its own. | Het heeft waarde op zichzelf. |
2943 | Let’s talk about it after school. | Laten we er na school over praten. |
2944 | I don’t understand much about it. | Ik versta er niet veel van. |
2945 | What do you think about it? | Wat denk je ervan? |
2946 | Or do you have to take the bus? | Of moet je de bus nemen? |
2947 | That is why I am angry with him. | Daarom ben ik boos op hem. |
2948 | And so each citizen plays an indispensable role. | En zo speelt elke burger een onmisbare rol. |
2949 | That absolves me from further responsibility. | Dit ontslaat mij van even welke andere verantwoordelijkheden. |
2950 | It is all I want to do. | Het is alles wat ik wil doen. |
2951 | Well then, I’ll have chicken. | Nou, dan neem ik kip. |
2952 | I could not persuade him that it was true. | Ik kon er hem niet van overtuigen dat het waar was. |
2953 | That’s all. | Dat is alles. |
2954 | That’s what we want to know. | Dit is wat we willen weten. |
2955 | It’s my favorite song. | Dit is mijn lievelingsliedje. |
2956 | Is that your most favorite golf club? | Is dat jouw favoriete golfclub? |
2957 | Is that what you have in mind? | Is dat wat je in gedachten hebt? |
2958 | I don’t know what it is. | Ik weet niet wat dat is. |
2959 | There followed a long silence. | Er volgde een lange stilte. |
2960 | He died three days later. | Hij stierf 3 dagen daarna. |
2961 | I don’t know where it is. | Ik weet niet waar het is. |
2962 | Do you have any soft drinks? | Heeft u niet-alcoholische dranken? |
2963 | It’s on the sofa. | Het ligt op de sofa. |
2964 | Sit on the sofa and feel at ease. | Gaat u lekker op de bank zitten en maak het uzelf gemakkelijk. |
2965 | He revealed the secret to her when nobody was by. | Hij verklapte het geheim aan haar toen er niemand meer was. |
2966 | Tell me the story. | Vertel me het verhaal. |
2967 | The story appears to be true. | Dat verhaal lijkt waar te zijn. |
2968 | The story sounds true. | Dat verhaal klinkt geloofwaardig. |
2969 | The story is based on his own experience. | Dit verhaal is gebaseerd op zijn eigen ervaring. |
2970 | That story brings to mind the person I met in New York. | Dat verhaal doet me denken aan de persoon die ik in New York heb ontmoet. |
2971 | Both stories are true. | Beide verhalen zijn waar. |
2972 | The old woman fell and could not get up. | De oude vrouw viel en kon niet meer overeind komen. |
2973 | The old couple gave up their son for lost. | Het oude paar gaf hun zoon op als vermist. |
2974 | The old woman lends money at the rate of three percent. | De oude vrouw leent geld tegen een rentetarief van drie procent. |
2975 | The old man looks sad. | De oude man lijkt bedroefd. |
2976 | The old man looks sad. | De oude ziet er triestig uit. |
2977 | The old man lives on his pension. | De oude man leeft van zijn pensioen. |
2978 | The old man fell down on the ground. | De oude man viel op de grond. |
2979 | The old man caught a big fish. | De oude heeft een grote vis gevangen. |
2980 | The old man died last week. | De oude man is vorige week overleden. |
2981 | The old man was run over and immediately taken to hospital. | De oude man werd overreden en onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht. |
2982 | That old man is, so to speak, a walking dictionary. | Die oude man is, bij wijze van spreken, een wandelend woordenboek. |
2983 | The old man looked wise. | De oude man zag er wijs uit. |
2984 | The old man lives by himself. | De oude man leeft alleen. |
2985 | The old man was loved by everyone. | De oude man was geliefd bij iedereen. |
2986 | The old man was loved by everyone. | De man werd geliefd door iedereen. |
2987 | The old man attempted to swim five kilometers. | De oude man probeerde vijf kilometer te zwemmen. |
2988 | The train stops at every station. | De trein stopt op elk station. |
2989 | The train was so crowded that I had to stand all the way. | In de trein was het zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan. |
2990 | From which station does the train leave? | Uit welk station vertrekt de trein? |
2991 | I hurried so as not to miss the train. | Ik haastte mij om de trein niet te missen. |
2992 | The parents expected too much of their son. | De ouders verwachtten te veel van hun zoon. |
2993 | The two countries do not have diplomatic relations. | Er zijn geen diplomatieke betrekkingen tussen de twee landen. |
2994 | The barber gave him a haircut. | De kapper knipte zijn haar. |
2995 | The storm destroyed the whole town. | De storm heeft de hele stad verwoest. |
2996 | That dress matches her red hair. | Die jurk past mooi bij haar rode haren. |
2997 | There were a lot of people who came to ask for the famous actress. | Er waren veel mensen die kwamen vragen naar de bekende actrice. |
2998 | The brave knight steps forward and kisses the lady on the hand. | De dappere ridder stapt naar voren en kust de dame de hand. |
2999 | The medicine tastes bitter. | Dit medicijn smaakt bitter. |
3000 | The medicine tastes bitter. | Het medicament smaakt bitter. |
3001 | The medicine had an immediate effect. | Het medicament had een onmiddellijk effect. |
3002 | The effect of the medicine was amazing. | Het effect van het geneesmiddel was bewonderenswaardig. |
3003 | The medicine saved her life. | Het medicament heeft haar leven gered. |
3004 | The medicine hastened the process of growth. | De medicijnen versnelden het groeiproces. |
3005 | I met her late in the evening. | Ik heb haar laat in de avond ontmoet. |
3006 | The night was so cold. | De nacht was zo koud. |
3007 | She had gone to the concert that evening. | Die avond was ze naar het concert geweest. |
3008 | The gate was too narrow for the truck. | De poort was te smal voor de vrachtwagen. |
3009 | Let’s look at the problem from a different point of view. | Laat ons het probleem vanuit een ander standpunt zien. |
3010 | It was easy for him to solve the problem. | Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen. |
3011 | The problem remains unsolved. | Het probleem blijft onopgelost. |
3012 | The problem exacted a great effort to solve it. | Met grote inspanning kon het probleem opgelost worden. |
3013 | The problem is as good as settled. | Het probleem is zo goed als afgehandeld. |
3014 | The problem is not settled yet. | Het probleem is nog niet opgelost. |
3015 | The problem will resolve itself eventually. | Het probleem lost zich uiteindelijk vanzelf op. |
3016 | There are books and books on the subject. | Er zijn heel wat boeken over het onderwerp. |
3017 | Let’s discuss the problem with them. | Laten we het probleem met hen overleggen. |
3018 | They are discussing the problem. | Ze bespreken het probleem. |
3019 | The dream has come true. | De droom is werkelijkheid geworden. |
3020 | Look at the sleeping baby. | Bekijk de slapende baby. |
3021 | The translation is true to the original. | De vertaling is trouw aan het originele. |
3022 | No one can read the book without crying. | Niemand kan het boek lezen zonder te huilen. |
3023 | Hand me that book, please. | Geef mij het boek, alsjeblieft. |
3024 | Put the book back where you found it. | Leg het boek terug waar je het gevonden hebt. |
3025 | Give me the book. | Geef mij het boek. |
3026 | Where did you buy that book? | Waar heb je dat boek gekocht? |
3027 | Have you done with the book? | Hebt ge het boek uitgelezen? |
3028 | Where is the book? | Waar is het boek? |
3029 | The more you read the book, the less you will understand it. | Hoe meer je het boek leest, hoe minder je het zal verstaan. |
3030 | You may give the book to whoever wants it. | Je mag het boek geven aan wie het maar wil. |
3031 | The law needs to be amended. | De wet moet verbeterd worden. |
3032 | The report revealed that many teenagers are alcoholics. | Uit het rapport bleek dat veel tieners verslaafd zijn aan alcohol. |
3033 | The answer irritated me. | Het antwoord maakte mij boos. |
3034 | The soldier was wounded in the leg. | De soldaat was gewond aan het been. |
3035 | Can you describe the object? | Kunt ge het voorwerp beschrijven? |
3036 | On hearing the noise, my brother started to cry. | Toen hij het lawaai hoorde begon mijn broer te huilen. |
3037 | It took me three days to clean the room. | Ik ben drie dagen bezig geweest om de kamer op te ruimen. |
3038 | My brother and I shared the room. | Mijn broer en ik deelde de kamer. |
3039 | I found the room empty. | Ik trof de kamer leeg aan. |
3040 | There was nothing but an old chair in the room. | Er was niets in de kamer, behalve een oude stoel. |
3041 | There is a television in the room. | Er is een televisie in deze kamer. |
3042 | The article is genuine. | Het artikel is authentiek. |
3043 | The sign says that the police will take your car away if you park it here. | Het bord geeft aan dat de politie je auto wegsleept als je hier parkeert. |
3044 | The beautiful woman is kind. | De mooie vrouw is vriendelijk. |
3045 | The beauty of the music brought tears to her eyes. | De schoonheid van de muziek bracht tranen in haar ogen. |
3046 | The plane is on the way from Tokyo to Italy. | Het vliegtuig is onderweg van Tokio naar Italië. |
3047 | The figurative meaning is no longer in current use. | De figuurlijke betekenis is niet meer gangbaar. |
3048 | The figurative meaning is no longer in current use. | De figuurlijke betekenis wordt niet meer gebruikt. |
3049 | The door is open now. | De deur is nu open. |
3050 | The box is made of wood. | De doos is van hout gemaakt. |
3051 | What’s in the box? | Wat zit er in de doos? |
3052 | The cat likes to sleep beside me. | De kat slaapt graag naast me. |
3053 | The cat is very cute. | De kat is heel lief. |
3054 | All the meat was bad. | Al het vlees was slecht. |
3055 | Tell me which of the two cameras is the better one. | Vertel me welke van de twee camera’s beter is. |
3056 | Tell me which of the two cameras is the better one. | Zeg mij welke van beide camera’s de beste is. |
3057 | The two sisters became more and more famous. | De twee zussen werden meer en meer bekend. |
3058 | The road is parallel to the river. | De weg loopt parallel aan de rivier. |
3059 | The road runs from Tokyo to Osaka. | De weg loopt van Tokio tot Osaka. |
3060 | Isn’t the answer easy? | Is het antwoord niet eenvoudig? |
3061 | The island is to the south of Japan. | Het eiland bevindt zich ten zuiden van Japan. |
3062 | The island lies to the west of Japan. | Het eiland ligt ten westen van Japan. |
3063 | The city fell to the enemy. | De stad viel in de handen van de vijand. |
3064 | The city is notorious for its polluted air. | Deze stad is berucht vanwege haar vervuilde lucht. |
3065 | The train arrived in Kyoto on time. | De trein kwam op tijd aan in Kyoto. |
3066 | You’ll get there in time, so long as you don’t miss the train. | Je zult er op tijd aankomen, zolang je tenminste de trein niet mist. |
3067 | The store deals in vegetables. | De winkel verkoopt groenten. |
3068 | The shop is closed on Sundays. | De winkel is zondags toe. |
3069 | The exhibition is well worth a visit. | De tentoonstelling is het bezoeken meer dan waard. |
3070 | Are you for or against the proposal? | Ben je vóór of tegen het voorstel? |
3071 | The garden is at its best in spring. | Deze tuin is op zijn mooist in het voorjaar. |
3072 | There weren’t any roses in the garden. | Er waren geen rozen in de tuin. |
3073 | The street is paved with asphalt. | De straat is geasfalteerd. |
3074 | The pain was more than he could stand. | De pijn was voor hem onverdraaglijk. |
3075 | The sole survivor of the crash was a baby. | De enige overlevende van de crash was een baby. |
3076 | The bird was covered with white feathers. | De vogel was bedekt met witte veren. |
3077 | The bird’s wing was broken. | De vleugel van de vogel was gebroken. |
3078 | The bird’s wing was broken. | De vogel had een gebroken vleugel. |
3079 | The city is at the foot of the mountain. | De stad ligt aan de voet van de berg. |
3080 | The secretary opened the mail which had been delivered that morning. | De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was. |
3081 | The monument was erected in honor of the eminent philosopher. | Het monument is opgericht ter ere van de aanzienlijke filosoof. |
3082 | The broad lines on the map correspond to roads. | De dikke lijnen op de kaart zijn wegen. |
3083 | Only two people survived the earthquake. | Slechts twee mensen overleefden de aardbeving. |
3084 | It was a relief to hear the news. | Het was een opluchting om het nieuws te horen. |
3085 | The man was arrested as a spy. | De man werd gearresteerd als spion. |
3086 | The man spoke in a low voice. | De man sprak met een lage stem. |
3087 | The man committed murder. | De man heeft een moord gepleegd. |
3088 | The man attacked her with the intention of killing her. | De man viel haar aan met de bedoeling haar te doden. |
3089 | The man looked at me. | De man keek me aan. |
3090 | The boy caught the dog by the tail. | De jongen greep de hond bij de staart. |
3091 | The boy was laughed at by everybody. | De jongen werd door iedereen uitgelachen. |
3092 | All the men are hardworking. | Alle mannen zijn ijverig. |
3093 | She became scared when she noticed the man following her. | Ze werd bang toen ze de man opmerkte die haar volgde. |
3094 | Look up the word in the dictionary. | Zoek het woord op in het woordenboek. |
3095 | When the big earthquake occurred, I was just ten. | Toen de grote aardbeving gebeurde, was ik pas tien jaar. |
3096 | The minister, whom I spoke to recently, agrees with me. | De minister met wie ik onlangs heb gesproken, is het met mij eens. |
3097 | What else do you have in your pocket? | Wat hebt ge nog meer op zak? |
3098 | There is no bus service to the village. | Er is geen busdienst naar het dorp. |
3099 | It seemed that there was no one in the village. | Het schijnt dat er niemand in het dorp was. |
3100 | The noise is getting louder and louder. | Het lawaai wordt steeds harder en harder. |
3101 | The twins look exactly alike. | De tweeling ziet er precies hetzelfde uit. |
3102 | The ship transports raw materials from Indonesia. | Het schip vervoert grondstoffen vanuit Indonesië. |
3103 | The ship is bound for Finland. | Het schip is onderweg naar Finland. |
3104 | The ship was flying the American flag. | Het schip voer de Amerikaanse vlag. |
3105 | Its potential influence cannot be overestimated. | Zijn potentiële invloed kan niet overschat worden. |
3106 | The war lasted two years. | De oorlog duurde twee jaar. |
3107 | As a result of the war, many people died. | Veel mensen stierven als gevolg van de oorlog. |
3108 | The ticket is valid for a week. | De kaart is een week geldig. |
3109 | The baby is able to walk. | De baby kan lopen. |
3110 | The baby transferred its affection to its new mother. | De baby draagt zijn genegenheid over aan haar nieuwe moeder. |
3111 | The baby cried for milk. | De baby weende om melk. |
3112 | The baby is crawling. | De baby kruipt. |
3113 | The baby began to crawl. | De baby begon te kruipen. |
3114 | The fault is on the part of my father. | Het is de schuld van mijn vader. |
3115 | The student has already solved all the problems. | De student heeft alle problemen al opgelost. |
3116 | The stars shone all the time. | De sterren schitterden de hele tijd. |
3117 | The swimming pool is used in common by all the children in the neighborhood. | Het zwembad wordt gemeenschappelijk gebruikt door alle kinderen in de buurt. |
3118 | The water is not fit to drink. | Het water is niet drinkbaar. |
3119 | Is the man old or young? | Is de man oud of jong? |
3120 | The man is well-known all over the village. | De man is goed gekend in het hele dorp. |
3121 | The man died of cancer. | De man stierf aan kanker. |
3122 | Did he look like a doctor? | Leek hij op een dokter? |
3123 | They are satisfied with the contract. | Ze zijn tevreden met het contract. |
3124 | I had no choice but to accept the offer. | Ik had geen andere keuze dan het aanbod te accepteren. |
3125 | It is impossible to get him to understand the new theory. | Het is niet mogelijk hem de nieuwe theorie te laten begrijpen. |
3126 | The new movie was a big hit. | De nieuwe film was een topper. |
3127 | The new tunnel will link Britain and France. | De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden. |
3128 | The plant has an underground stem. | De plant heeft een ondergrondse steel. |
3129 | The information is in a file in my computer. | De informatie staat in een bestand op mijn computer. |
3130 | The castle was burnt to ashes. | Het kasteel werd in de as gelegd. |
3131 | The ice is thick enough to walk on. | Het ijs is dik genoeg om erop te stappen. |
3132 | The ice is thick enough to walk on. | Het ijs is dik genoeg om erop te lopen. |
3133 | The boy ran away. | De jongen liep weg. |
3134 | The boy is capable of robbery. | De jongen is in staat tot diefstal. |
3135 | The boy talks as if he were a man. | De jongen spreekt alsof hij een man is. |
3136 | The boy rode a horse for the first time. | De jongen reed voor het eerst op een paard. |
3137 | The boy battled against a serious illness. | De jongen vocht tegen een zware ziekte. |
3138 | The boy dug a grave for his dog that had died. | De jongen groef een graf voor zijn hond die gestorven was. |
3139 | The boy put on his athletic shoes and ran outside. | De jongen deed zijn sportschoenen aan en liep naar buiten. |
3140 | The boy sat on a chair. | De jongen zat op een stoel. |
3141 | The boy stepped on my foot on purpose. | De jongen stond expres op mijn voet. |
3142 | The boy is very honest. | De jongen is heel eerlijk. |
3143 | The boy threw a stone at the frog. | De jongen gooide een steen naar de kikker. |
3144 | The girl is small for her age. | Het meisje is klein voor haar leeftijd. |
3145 | The girl was afraid of her own shadow. | Het meisje was bang voor haar eigen schaduw. |
3146 | The girl did not like to wash dishes, but she made the best of it. | Het meisje vond afwassen niet leuk, maar ze maakte er het beste van. |
3147 | The girl was badly injured in the traffic accident. | Het meisje was zwaar verwond in het verkeersongeluk. |
3148 | The girl was given a prize for good conduct. | Het meisje kreeg een prijs voor goed gedrag. |
3149 | The girl resembles her mother. | Het meisje lijkt op haar moeder. |
3150 | Our team was in high spirits because of the victory. | Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning. |
3151 | The woman speaks as if she were a teacher. | De vrouw praat alsof ze een lerares is. |
3152 | The teacher had her eye on me because she thought I was cheating. | De docent hield me in de gaten omdat ze dacht dat ik spiekte. |
3153 | Put the gun on the table. | Leg het geweer op de tafel. |
3154 | Put the gun on the table. | Leg het pistool op tafel. |
3155 | Put the gun on the table. | Leg het pistool op de tafel. |
3156 | The prisoner was set at liberty yesterday. | De gevangene werd gisteren vrijgelaten. |
3157 | Don’t forget to post the letter. | Vergeet niet de brief op de post te doen. |
3158 | Did you receive the letter? | Heeft u de brief ontvangen? |
3159 | The letter was to let her know that he had been ill. | De brief was om haar te laten weten dat hij ziek geweest was. |
3160 | Who wrote the letter? | Wie heeft de brief geschreven? |
3161 | The car is ready. | De auto is klaar. |
3162 | The car isn’t worth repairing. | Het is het niet waard om deze auto te repareren. |
3163 | Did the car look old? | Zag de auto er oud uit? |
3164 | That car is no doubt in an awful condition. | Die auto verkeert ongetwijfeld in een afschuwelijke toestand. |
3165 | You are holding my hand in that picture. | Je houdt m’n hand vast op die foto. |
3166 | Let’s begin with that question. | Laten we beginnen met die vraag. |
3167 | Keep the dictionary by you. | Hou het woordenboek bij je. |
3168 | She was superstitious, as the people of that period usually were. | Ze was bijgelovig, zoals de mensen uit die periode meestal waren. |
3169 | The watch is manufactured in Switzerland. | Dit horloge is gemaakt in Zwitserland. |
3170 | Only then did I realize what he meant. | Dan pas besefte ik wat hij had willen zeggen. |
3171 | Were you at school at that time? | Was je toen op school? |
3172 | We also went to the temple. | We zijn ook naar de tempel geweest. |
3173 | The accident arose from a simple mistake. | Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing. |
3174 | Where did the accident take place? | Waar is het ongeluk gebeurd? |
3175 | The accident is reported in today’s paper. | Het ongeluk staat vermeld in de krant van vandaag. |
3176 | The accident happened the day before yesterday. | Het ongeluk is eergisteren gebeurd. |
3177 | The accident happened two hours ago. | Het ongeval gebeurde twee uur geleden. |
3178 | No passengers were killed in the accident. | Bij het ongeval zijn geen passagiers omgekomen. |
3179 | The accident almost cost him his life. | Het ongeval kostte hem bijna het leven. |
3180 | The incident took place at midnight. | Het incident deed zich voor om middernacht. |
3181 | The hen has been brooding its eggs for a week. | De broedhen heeft een week op de eieren zitten broeden. |
3182 | The game resulted in a draw. | De wedstrijd eindigde in een gelijkspel. |
3183 | It took me an hour to learn the poem by heart. | Ik had een uur nodig om het gedicht van buiten te leren. |
3184 | Have you learned the poem by heart? | Heb je het gedicht uit je hoofd geleerd? |
3185 | The ring was nowhere to be found. | De ring was nergens te vinden. |
3186 | That child felt secure in his mother’s arms. | Het kind voelde zich veilig in de armen van zijn moeder. |
3187 | The dog that bit the child was caught soon after. | De hond die het kind had gebeten werd kort nadien gevangen. |
3188 | The child flew for his life. | Het kind vluchtte voor zijn leven. |
3189 | He insists on playing another game. | Hij staat erop nog een spel te spelen. |
3190 | He is as tall as his father. | Hij is zo groot als zijn vader. |
3191 | That boy talks as if he were a grown up. | Die jongen spreekt alsof hij een volwassene is. |
3192 | That boy talks as if he were a grown up. | Die jongen praat alsof hij een volwassene is. |
3193 | The child had a pure heart. | Het kind had een zuiver hart. |
3194 | That child threw a stone at the dog. | Dat kind wierp een steen naar de hond. |
3195 | When the kid wanted the latest PlayStation software, he acted like a spoiled child. | Toen het kind de laatste PlayStation-software wilde, gedroeg hij zich als een verwend kind. |
3196 | He was pleased with the toy. | Hij was tevreden met het speeltje. |
3197 | The sisters are both blondes. | Beide zussen zijn blondines. |
3198 | It took me five hours to finish the work. | Ik deed er vijf uur over om het werk af te werken. |
3199 | The mountain is covered with snow. | De berg is bedekt met sneeuw. |
3200 | The summit of the mountain is covered with snow. | De top van de berg is bedekt met sneeuw. |
3201 | I met some hikers on the mountain. | Ik ontmoette een aantal wandelaars op de berg. |
3202 | The magazine is issued twice a month. | Het magazine komt twee keer per maand uit. |
3203 | The magazine article said that the value of the yen would rise. | Het artikel in het tijdschrift zei dat de waarde van de yen zou stijgen. |
3204 | The writer is well known to us. | De auteur is ons welbekend. |
3205 | The author translated the fairy tale into our mother tongue. | De auteur vertaalde het sprookje in onze moedertaal. |
3206 | The recipe serves six people. | Het recept is genoeg voor zes mensen. |
3207 | After the disaster, there was scarcely any water left on the island. | Na de ramp was er amper nog water over op het eiland. |
3208 | At that time, I was still awake. | Op dat moment was ik nog wakker. |
3209 | The country declared war against its neighbor. | Het land heeft de oorlog verklaard aan zijn buurland. |
3210 | The evil leader of the country was interested only in money. | De boosaardige leider van het land was alleen geïnteresseerd in geld. |
3211 | In this country the average number of children per family fell from 2 to 1.5. | In dit land is het gemiddeld aantal kinderen per gezin gedaald van 2 naar 1,5. |
3212 | The lecture covered a lot of ground. | Het college behandelde veel stof. |
3213 | They had to fire 300 men at the factory. | Ze moesten driehonderd mannen ontslaan in de fabriek. |
3214 | The duke holds a lot of land. | De hertog bezit veel land. |
3215 | The park lies in the center of the city. | Het park bevindt zich in het stadscentrum. |
3216 | What does this word mean? | Wat betekent dit woord? |
3217 | The accent of the word is on the second syllable. | Het woordaccent ligt op de tweede lettergreep. |
3218 | I don’t know how deep the lake is. | Ik weet niet hoe diep het meer is. |
3219 | The water of the lake is very cold. | Het water in het meer is heel koud. |
3220 | The water in the lake is cool. | Het water in het meer is fris. |
3221 | What is the depth of the lake? | Hoe diep is het meer? |
3222 | The door was locked from the inside. | De deur was van binnenaf gesloten. |
3223 | The door was locked from the outside. | De deur was van buitenaf gesloten. |
3224 | The door will not open; the lock must be out of order. | De deur gaat niet open; het slot moet defect zijn. |
3225 | The old castle is in a sad state. | Het oude kasteel is in een trieste staat. |
3226 | The old clock is still in use. | Het oude uurwerk is nog in gebruik. |
3227 | The old clock is still in use. | De oude klok wordt nog altijd gebruikt. |
3228 | The old cottage had only one bed, so we all took turns sleeping in it. | Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in. |
3229 | The dog went away. | De hond ging weg. |
3230 | The dog went for the postman. | De hond ging op de postbode af. |
3231 | The dog ran after the cat. | De hond zat achter de kat aan. |
3232 | The dog had a piece of meat in its mouth. | De hond had een stuk vlees in zijn bek. |
3233 | The dog was dead. | De hond was dood. |
3234 | The dog is dying. | De hond is aan het sterven. |
3235 | The dog barked at the stranger. | De hond blafte naar de onbekende. |
3236 | The dog barked at the stranger. | De hond heeft naar een vreemde geblaft. |
3237 | The dog was digging a hole. | De hond was een put aan het graven. |
3238 | The dog’s name is Ken. | De naam van de hond is Ken. |
3239 | The police have surrounded the building. | De politie heeft het gebouw omsingeld. |
3240 | The plan is under discussion. | Het plan is in discussie. |
3241 | The plan will work out. | Het plan zal werken. |
3242 | The plan requires a large sum of money. | Het plan vereist een grote som geld. |
3243 | Both brothers are musicians. | De broers zijn allebei musici. |
3244 | Both brothers are still alive. | Beide broers zijn nog in leven. |
3245 | The bear ran after me. | De beer rende achter me aan. |
3246 | Air those shoes! | Lucht die schoenen! |
3247 | Where is the bank? | Waar is de bank? |
3248 | Is the bank far from here? | Is de bank ver van hier? |
3249 | We divided the money between us. | We hebben het geld onderling verdeeld. |
3250 | I remember hearing that music somewhere. | Ik herinner me die muziek ooit ergens gehoord te hebben. |
3251 | The bridge is under construction. | De brug is in aanbouw. |
3252 | The bridge is still under construction. | De brug is nog steeds in aanbouw. |
3253 | I will keep the fish alive. | Ik zal de vis in leven houden. |
3254 | I will keep the fish alive. | Ik zal de vissen in leven houden. |
3255 | The fish tasted like salmon. | De vis smaakte als zalm. |
3256 | The fish tasted like salmon. | De vis smaakte naar zalm. |
3257 | The ceremony will take place tomorrow. | De ceremonie zal morgen plaatsvinden. |
3258 | The machine is out of order. | De machine is buiten bedrijf. |
3259 | The desk is made of wood. | Het bureau is gemaakt uit hout. |
3260 | She did nothing but cry all the while. | Ze huilde alleen maar de hele tijd. |
3261 | All the students study English. | Al de studenten studeren Engels. |
3262 | The level of the school is high. | Het niveau van de school is hoog. |
3263 | There are 2,000 students in the school. | Er zijn tweeduizend studenten in de school. |
3264 | The school is equipped with four computers. | De school heeft vier computers. |
3265 | The school needed a new teacher. | De school had een nieuwe leraar nodig. |
3266 | Turning the corner, you will find my house. | Ga om de hoek en je zult mijn huis vinden. |
3267 | The town was full of activity. | De stad was erg druk. |
3268 | The shops in the street were for the most part closed. | In de straat waren de meeste winkels gesloten. |
3269 | There is a very old temple in the town. | Er is een erg oude tempel in de stad. |
3270 | The foreigner comes from Scotland. | De buitenlander komt uit Schotland. |
3271 | The foreigner spoke Japanese as if it were her mother tongue. | De buitenlandse sprak Japans alsof het haar moerstaal was. |
3272 | The foreigner didn’t know Japanese at all. | De buitenlander kende helemaal geen Japans. |
3273 | The foreigner speaks Japanese fairly well. | De buitenlander spreekt redelijk goed Japans. |
3274 | The painting is the work of a Dutch master. | Het schilderij is het werk van een Nederlandse meester. |
3275 | The company went bankrupt. | Het bedrijf ging failliet. |
3276 | The company went bankrupt. | Het bedrijf is failliet gegaan. |
3277 | At the meeting he said a lot, but his argument did not hold water. | Tijdens de vergadering sprak hij veel, maar zijn argument hield geen steek. |
3278 | The singer has a beautiful voice. | De zangeres heeft een mooie stem. |
3279 | The song always reminds me of my childhood. | Het lied herinnert me altijd aan mijn kindertijd. |
3280 | You’ll find the house empty. | Je zult dat huis leeg aantreffen. |
3281 | The house is heated by solar energy. | Het huis wordt verwarmd door middel van zonne-energie. |
3282 | The royal wedding was a magnificent occasion. | De koninklijke bruiloft was een prachtige gebeurtenis. |
3283 | The king reigned over his people for forty years. | De koning regeerde veertig jaar over zijn volk. |
3284 | The death of the king brought about a war. | De dood van de koning bracht een oorlog teweeg. |
3285 | The liquid gave off a strong smell. | De vloeistof rook sterk. |
3286 | Let’s sing the English song. | Laten we het Engelse liedje zingen. |
3287 | The movie moved her to tears. | De film bracht haar aan het wenen. |
3288 | I remember seeing the movie. | Ik weet nog dat ik de film gezien heb. |
3289 | This movie is suitable for children. | Deze film is geschikt voor kinderen. |
3290 | The doctor would not take any gifts from the poor. | De dokter wilde geen giften aannemen van de armen. |
3291 | The doctor advised that she stay at home. | De dokter raadde haar aan om thuis te blijven. |
3292 | The chair is not near the window. | De stoel is niet dicht bij het raam. |
3293 | Are you ready to hear the bad news? | Ben je klaar om het slechte nieuws te horen? |
3294 | Finishing the report by tomorrow is next to impossible. | Het is vrijwel onmogelijk om het verslag morgen af te hebben. |
3295 | Don’t look at me that way. | Bekijk mij niet zo. |
3296 | Don’t look at me that way. | Kijk niet zo naar me. |
3297 | Do you have any grounds for thinking so? | Heb je een reden om dat te vinden? |
3298 | That’s how he invented the machine. | Zo heeft hij de machine uitgevonden. |
3299 | No one knows when such a custom came into existence. | Niemand weet wanneer zo’n gebruik ontstaan is. |
3300 | It is no use making an excuse like that. | Het heeft geen zin om zo’n smoes te gebruiken. |
3301 | The mountain is 2000 meters above sea level. | De berg is tweeduizend meter boven het zeeniveau. |
3302 | The hotel stands on a hill. | Het hotel staat op een berg. |
3303 | Is the snake alive or dead? | Is die slang dood of levend? |
3304 | We must put the brake to further trials. | We moeten de rem verder uittesten. |
3305 | The bottle was filled with what looked like sand. | De fles was gevuld met iets dat eruitzag als zand. |
3306 | The building is under construction. | Het gebouw is op het moment in aanbouw. |
3307 | The buildings are small in comparison with the skyscrapers in New York. | De gebouwen zijn klein vergeleken met de wolkenkrabbers in New York. |
3308 | The name of the pianist is known to everybody. | De naam van de pianist is iedereen bekend. |
3309 | The baker is a good man. | De bakker is een goede mens. |
3310 | It seems the volleyball player will be punished for being late for the game. | Het lijkt erop dat de volleybalspeler gestraft zal worden wegens te laat komen voor de wedstrijd. |
3311 | The bucket was full of water. | De emmer was vol water. |
3312 | The pipe conveys water from the lake to the factory. | De buis voert water uit het meer naar de fabriek. |
3313 | Only ten people showed up for the party. | Er zijn maar tien mensen opgedaagd voor het feest. |
3314 | The mystery still remains unsolved. | Het mysterie blijft onopgelost. |
3315 | The tiger laid in the middle of the cage. | De tijger lag in het midden van de kooi. |
3316 | The driver was charged with speeding. | De bestuurder werd bekeurd wegens te snel rijden. |
3317 | Nearly a thousand people participated in the demonstration. | Bijna duizend mensen deden mee aan de demonstratie. |
3318 | I found the test difficult. | Ik vond de test lastig. |
3319 | The table doesn’t take much room. | De tafel neemt niet veel plaats in. |
3320 | Where did you buy the ticket? | Waar heeft u het ticket gekocht? |
3321 | That cheese is made from sheep’s milk. | Deze kaas is gemaakt van schapenmelk. |
3322 | The computer is new. | De computer is nieuw. |
3323 | The concert will take place next summer. | Het concert zal de volgende zomer plaatshebben. |
3324 | The concert will take place next summer. | Het concert vindt de volgende zomer plaats. |
3325 | At that time, Mexico was not yet independent of Spain. | Mexico was toen nog niet onafhankelijk van Spanje. |
3326 | Tell me about it. | Spreek mij daarover. |
3327 | The remark was aimed at you. | De opmerking was naar jou toe gericht. |
3328 | It must have something to do with money. | Het moet iets met geld te maken hebben. |
3329 | You don’t need to worry about it. | Je hoeft je geen zorgen daarover te maken. |
3330 | There is a crack in the glass. | Er zit een barst in het glas. |
3331 | The coffee was so hot that I couldn’t drink it. | De koffie was zo heet, dat ik hem niet kon drinken. |
3332 | It is fun to play baseball. | Het is leuk om honkbal te spelen. |
3333 | The cake tastes sweet. | De cake smaakt zoet. |
3334 | That club is way too big. | Die club is veel te groot. |
3335 | That club is way too big. | Die knuppel is veel te groot. |
3336 | The nail went through the wall. | De nagel ging door de muur. |
3337 | The soup in the bowl was very delicious. | De soep in de kom was heel lekker. |
3338 | Something is wrong with the engine. | Er is iets mis met de motor. |
3339 | The rumor turned out to be groundless. | Het bleek dat dit gerucht noch kop noch staart had. |
3340 | That American movie was a great success. | De Amerikaanse film was een groot succes. |
3341 | One of these two answers is right. | Een van die twee antwoorden is goed. |
3342 | The two mountains are of equal height. | De twee bergen zijn even hoog. |
3343 | And if you see Tom, say hello to him for me. | En als je Tom ziet, doe hem dan de groeten van me. |
3344 | And like many small towns in England, it has quite a long history. | En net als vele kleine steden in Engeland, heeft het nogal een lange geschiedenis. |
3345 | Turn right there. | Sla ginds rechts af. |
3346 | How long will it take to get there? | Hoelang gaat het duren om daar te komen? |
3347 | The people who live there are our friends. | De mensen die hier wonen zijn onze vrienden. |
3348 | There was nobody there. | Er was niemand daar. |
3349 | Few people think so. | Weinig mensen denken zo. |
3350 | I hope not. | Ik hoop van niet. |
3351 | Yes and no. | Ja en nee. |
3352 | That’s right, said John. | Dat klopt, zei John. |
3353 | It will aggravate the wound. | Het zal de wond verergeren. |
3354 | Such a man is bound to fail. | Zo iemand lukt niets. |
3355 | That is why he was late for school. | Dat is de reden waarom hij te laat op school was. |
3356 | That is why I got up early this morning. | Daarom stond ik vroeg op deze morgen. |
3357 | Get him! | Pak ‘m. |
3358 | I’m not at all tired. | Ik ben helemaal niet moe. |
3359 | I love that combination. | Ik vind die combinatie helemaal geweldig. |
3360 | This chair is ugly. | Deze stoel is lelijk. |
3361 | At the very least, I’d like to be able to have everyday conversations. | Op zijn minst wil ik alledaagse gesprekken kunnen voeren. |
3362 | I do hope you’ll come again. | Ik hoop wel dat je nog een keer komt. |
3363 | I don’t want to rush you, but let’s try to catch the next bus. | Ik wil je niet ophaasten, maar laten we proberen de volgende bus te halen. |
3364 | Seiko has no sisters. | Seiko heeft geen zussen. |
3365 | Ms. Swan is our English teacher. | Juffrouw Swan is onze lerares Engels. |
3366 | When is the next train to Sloane Square? | Wanneer is de volgende trein naar Sloane Square? |
3367 | Excuse me, but would you please tell me the way to the post office? | Excuseert u mij, kunt u mij de weg naar het postkantoor wijzen? |
3368 | May I trouble you for the sugar? | Neem me niet kwalijk maar kunt u voor mij de suiker pakken? |
3369 | Excuse me, but where is the library? | Sorry, maar waar is de bibliotheek? |
3370 | Excuse me, I’m lost. | Pardon, ik ben verdwaald. |
3371 | Excuse me. May I get by? | Excuseer, mag ik door? |
3372 | I’m sorry. Would you mind turning around? | Het spijt me. Kunt u zich even omdraaien? |
3373 | I’m sorry. Would you mind turning around? | Het spijt me. Kun je je even omdraaien? |
3374 | Excuse me. May I get through? | Excuseer, mag ik door? |
3375 | Mr Smith teaches me English. | Mijnheer Smith leert mij Engels. |
3376 | Mr Smith is a good teacher. | Meneer Smith is een goede leraar. |
3377 | Smith demanded payment. | Smith eiste betaling. |
3378 | A sponge absorbs water. | Een spons neemt water op. |
3379 | I like sport. | Ik hou van sport. |
3380 | When it comes to sports, John is very good. | Wat sport betreft is John erg goed. |
3381 | Some people like sports, and others don’t. | Sommige mensen houden van sport, andere niet. |
3382 | Could you spell it, please? | Kunt u dat alstublieft spellen? |
3383 | Everything was burnt to ashes. | Alles is in de as gelegd. |
3384 | Not all books are good books. | Niet alle boeken zijn goede boeken. |
3385 | Not all books are worth reading. | Niet alle boeken zijn het waard om te lezen. |
3386 | All civilized countries are against war. | Alle beschaafde landen zijn tegen oorlog. |
3387 | All horses are animals, but not all animals are horses. | Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden. |
3388 | Not all animals are wild. | Niet alle dieren zijn wild. |
3389 | Not all birds can fly. | Niet alle vogels kunnen vliegen. |
3390 | Everyone should exercise their right to vote. | Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruikmaken. |
3391 | All people breathe air. | Alle mensen ademen lucht. |
3392 | It is necessary that everybody observe these rules. | Het is noodzakelijk dat iedereen zich aan deze regels houdt. |
3393 | Not all men are wise. | Niet alle mannen zijn wijs. |
3394 | All happy families resemble each other, each unhappy family is unhappy in its own way. | Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze. |
3395 | 80% of all English words come from other languages. | Tachtig procent van alle Engelse woorden zijn afkomstig van andere talen. |
3396 | All the buses are full. | Alle bussen zijn vol. |
3397 | Driving too fast is dangerous. | Te snel rijden is gevaarlijk. |
3398 | You’re driving too fast. | Je rijdt te snel. |
3399 | How did your speech go? | Hoe ging je toespraak? |
3400 | In the speech, he referred to the strength of the company. | In zijn voordracht verwees hij naar de sterkte van de firma. |
3401 | She is by far the best player in that country. | Ze is verreweg de beste speler in dat land. |
3402 | The weather was gorgeous. | Het weer was prachtig. |
3403 | Thank you for the wonderful meal. | Bedankt voor het wonderbaarlijke eten. |
3404 | The methods used to overcome stress are different for men and women: drinking is the major method used by men, while women deal with stress by chatting. | De gebruikte methoden om stress te verwerken zijn verschillend van man tot vrouw: mannen zoeken hun toevlucht hoofdzakelijk in alcohol, terwijl vrouwen hun stress verwerken door te chatten. |
3405 | We’ve been having good weather. | We hebben goed weer gehad de afgelopen tijd. |
3406 | It has become much warmer. | Het is veel warmer geworden. |
3407 | Star baseball players are often asked for autographs. | Bekende honkbalspelers worden vaak om handtekeningen gevraagd. |
3408 | The union of Scotland and England took place in 1706. | De vereniging van Schotland en Engeland vond plaats in 1706. |
3409 | Scott was the first man to reach the pole. | Scott was de eerste mens die de pool heeft bereikt. |
3410 | Scott was the first man to reach the pole. | Scott was de eerste mens die de pool bereikte. |
3411 | I am terribly hungry. | Ik heb ontzettende honger. |
3412 | That’s an amazing distance, isn’t it? | Dat is een ongelofelijke afstand, nietwaar? |
3413 | It’s amazing. | Het is ongelofelijk. |
3414 | Terrific! | Fantastisch! |
3415 | Wow! | Da’s niet gek! |
3416 | Don’t forget your ice skates. | Vergeet je schaatsen niet. |
3417 | Skating is one of my hobbies. | Schaatsen is één van mijn hobby’s. |
3418 | I’ll be back in a few minutes. | Ik kom over enkele minuten terug. |
3419 | Will it clear up soon? | Zal het snel opklaren? |
3420 | If you don’t start at once, you will be late. | Als je nu niet begint, zul je te laat zijn. |
3421 | You must not leave right now. | Je moet nu niet vertrekken. |
3422 | You don’t need to go at once. | Je hoeft niet meteen te gaan. |
3423 | We’ll begin work soon. | We beginnen dadelijk met het werk. |
3424 | I’m coming. | Ik kom. |
3425 | We may as well go at once. | We kunnen net zo goed meteen gaan. |
3426 | Come at once. | Kom onmiddellijk. |
3427 | I’ll be back soon. | Ik ben zo terug. |
3428 | Come back soon. | Kom snel terug. |
3429 | I’ll be back in a wink. | Ik ben zo terug. |
3430 | Please write back soon. | Schrijf alsjeblieft gauw terug. |
3431 | I get hysterical easily. | Ik word snel hysterisch. |
3432 | Our sister will be with us soon. | Straks is onze zus bij ons. |
3433 | Get in touch with your agent right away. | Neem onmiddellijk contact op met je agent. |
3434 | I recognized your voice right away. | Ik herkende uw stem onmiddellijk. |
3435 | It’s just around the corner. | Het is net om de hoek. |
3436 | I’ll be there in a minute. | Ik ben er binnen een minuut. |
3437 | Opportunity makes a thief. | De gelegenheid maakt de dief. |
3438 | I think I’ll go skiing. | Ik denk dat ik ga skiën. |
3439 | Which is easier, skiing or skating? | Welke is makkelijker, skiën of schaatsen? |
3440 | Do you think that those superheroes are endowed with talents we don’t possess? | Denk je dat die superhelden begiftigt zijn met talenten die wij niet hebben? |
3441 | Susan is actually your half sister. | Susan is eigenlijk je halfzus. |
3442 | I’m Susan Greene. | Ik ben Susan Greene. |
3443 | Switzerland is a beautiful country. | Zwitserland is een mooi land. |
3444 | Switzerland is a neutral country. | Zwitserland is een neutraal land. |
3445 | Who’ll be taking over from Cynthia when she retires? | Wie zal het van Cynthia overnemen wanneer zij met pensioen gaat? |
3446 | In Singapore, it is a crime to spit on the ground. | In Singapore is op de grond spuwen een misdaad. |
3447 | They fine you in Singapore if you throw trash in the streets. | In Singapore krijg je een boete als je afval op straat gooit. |
3448 | I’m from Singapore. | Ik kom uit Singapore. |
3449 | Jill is the only girl in our club. | Jill is het enige meisje van onze club. |
3450 | Jill is the only girl in our club. | Jill is het enige meisje in onze club. |
3451 | John ran into the room. | John liep de kamer in. |
3452 | John inherited a large fortune. | John erfde een groot fortuin. |
3453 | John is good at mathematics. | John is goed in wiskunde. |
3454 | John ran to the station so as to catch the last train. | John rende naar het station om zo de laatste trein te halen. |
3455 | John doesn’t know what to do next. | John weet niet wat hij verder moet doen. |
3456 | John is not my brother, but my cousin. | John is niet mijn broer maar mijn neef. |
3457 | John was absent from school yesterday. | John was gisteren niet op school. |
3458 | John cannot be living in London now. | John kan nu niet in Londen wonen. |
3459 | I’d like to speak to John. | Ik zou graag met John spreken. |
3460 | John turned his back on the company and started on his own. | John heeft dit bedrijf verlaten en is zijn eigen zaak begonnen. |
3461 | First John put on his coat, and then he picked up his hat. | Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed. |
3462 | John acts like Helen’s guardian. | John doet alsof hij Helens beschermer is. |
3463 | John can’t speak French well. | John kan niet goed Frans spreken. |
3464 | John lives in New York. | John woont in New York. |
3465 | What did John sing on the stage? | Wat heeft John op het toneel gezongen? |
3466 | John is interested in golf. | John interesseert zich voor golf. |
3467 | John cannot play the guitar. | Jon kan geen gitaar spelen. |
3468 | John can’t play the guitar. | Jon kan geen gitaar spelen. |
3469 | John will make a good husband and father. | John zal een goede echtgenoot en vader zijn. |
3470 | I have known John since 1976. | Ik ken John al sinds 1976. |
3471 | John has two sons. | John heeft twee zonen. |
3472 | John and Mary loved each other. | John en Mary hielden van elkaar. |
3473 | John and Mary always walk hand in hand. | John en Mary lopen altijd hand in hand. |
3474 | Mr Johnson is not a scholar but a poet. | Meneer Johnson is geen geleerde, maar een dichter. |
3475 | Enjoy yourself at the party, John. | Veel plezier op het feestje, John. |
3476 | Where’s the shopping center? | Waar is het winkelcentrum? |
3477 | Try to lose weight by jogging. | Probeer gewicht te verliezen door te joggen. |
3478 | Joan broke her left arm in the accident. | Joan brak haar linkerarm in het ongeluk. |
3479 | Professor Jones retires next year. | Professor Jones zal komend jaar met pensioen gaan. |
3480 | Mr Jones, whose wife teaches English, is himself a professor of English. | Mijnheer Jones, wiens vrouw Engels onderwijst, is zelf professor Engels. |
3481 | Mr Jordan woke up suddenly. | Meneer Jordan werd plots wakker. |
3482 | George sent me a birthday card. | Georgo heeft mij een verjaardagskaart gestuurd. |
3483 | George is the captain of our team. | George is onze teamleider. |
3484 | A man named George was staying at a hotel. | Een man genaamd George verbleef in een hotel. |
3485 | Georgia is his native state. | Zijn geboorteland is Georgië. |
3486 | Mr Joel is now on duty. | Mijnheer Joel is nu van dienst. |
3487 | Judy is fond of dancing. | Judy danst graag. |
3488 | Please give my best regards to Judy. | Doe de groeten aan Judy. |
3489 | I’d like to speak to Judy. | Ik zou graag met Judy spreken. |
3490 | Judy is kind to everyone. | Judy is aardig tegen iedereen. |
3491 | Don’t drop cigarette ash on the carpet. | Laat geen sigarettenas op het tapijt vallen. |
3492 | Then what? | En? |
3493 | I’ll take a shower. | Ik ga douchen. |
3494 | Jack was never to see his sister again. | Jack zou zijn zus nooit meer zien. |
3495 | Jack was laughed at by all the boys. | Jack werd uitgelachen door al de jongens. |
3496 | Jack exchanged the cow for the seeds. | Jack ruilde de koe voor de zaden. |
3497 | Jack may speak Spanish, too. | Misschien spreekt Jack ook Spaans. |
3498 | Jack doesn’t drive fast. | Jack rijdt niet snel. |
3499 | Jack always finds fault with others. That’s why everybody avoids him. | Jack vit altijd op anderen. Daarom mijdt iedereen hem. |
3500 | How long have you known Jack? | Hoelang ken je Jack al? |
3501 | Jack isn’t here. | Jack is niet hier. |
3502 | Don’t be so wild, Jack. | Jack, doe niet zo wild. |
3503 | Good day. See you soon. | Goede dag. Tot ziens. |
3504 | Potatoes were introduced by the Dutch from Jakarta. | Aardappels zijn geïntroduceerd door de Nederlanders uit Jakarta. |
3505 | When were potatoes introduced into Japan? | Wanneer is de aardappel ingevoerd in Japan? |
3506 | Can I have the key now, please? | Kan ik nu de sleutel hebben? |
3507 | Jim is not a lawyer but a doctor. | Jim is geen advokaat, maar dokter. |
3508 | Jim accompanied her on the piano. | Jim begeleidde haar op de piano. |
3509 | Jim is crazy about his girlfriend. | Jim is smoorverliefd op zijn vriendin. |
3510 | Jim was caught cheating in the examination. | Jim was tijdens het examen betrapt op spieken. |
3511 | Jim’s angry because his date for the movie stood him up and he wasted an hour waiting for her in the rain. | Jim is boos omdat zijn vriendin hem liet zitten bij hun filmafspraakje. Hij stond wel een uur in de regen op haar te wachten. |
3512 | Jim is not yet used to driving on the left side of the road. | Jim is het nog niet gewend van aan de linkerkant van de weg te rijden. |
3513 | Where is Jim? | Waar is Jim? |
3514 | Jim likes the doctor. | Jim houdt van de dokter. |
3515 | Do you know where Jim and Nancy are? | Weet jij waar Jim en Nancy zijn? |
3516 | Not only Jim but his parents are sick. | Niet alleen Jim maar ook zijn ouders zijn ziek. |
3517 | Jim opens the door. | Jim opent de deur. |
3518 | Shut the window, Jim. | Jim, sluit het venster. |
3519 | Please hold the line a moment. | Blijf nog even aan de lijn alstublieft. |
3520 | They communicate with each other often by mail. | Zij communiceren vaak per e-mail met elkaar. |
3521 | He is anxious to go with you. | Hij zou dolgraag met u meegaan. |
3522 | I’ll be right back. | Ik ben zo terug. |
3523 | But he was lucky. | Maar hij heeft geluk gehad. |
3524 | But in the end he put the book on the fire. | Maar uiteindelijk gooide hij het boek in het vuur. |
3525 | However, I recommend that you take the JR Narita Express (a train leaves every 30-60 minutes from the airport), to avoid the complexity of changing trains. | Ik raad je echter aan om de JR Narita Express te nemen (een trein vertrekt elke 30-60 minuten vanaf de luchthaven), om te voorkomen dat je moet overstappen. |
3526 | But human beings are different. | Maar mensen zijn verschillend. |
3527 | But we can’t understand him. | Maar we kunnen hem niet verstaan. |
3528 | But he needed a job. | Maar hij had een job nodig. |
3529 | Her decision to move to Chicago surprised us. | Haar beslissing om naar Chicago te verhuizen verbaasde ons. |
3530 | Jane had a yellow ribbon in her hair. | Jane droeg een gele band in het haar. |
3531 | Jane was dressed as a man. | Jane was gekleed als een man. |
3532 | What did Jean make? | Wat heeft Jean gemaakt? |
3533 | Jane didn’t play tennis, did she? | Jane speelde geen tennis, nietwaar? |
3534 | Jane comes from Australia. | Jane komt uit Australië. |
3535 | Jane wore the same ribbon as her mother did. | Jane droeg hetzelfde lint als haar moeder. |
3536 | Jane and I play the piano very well. | Jane en ik spelen goed piano. |
3537 | Why did Jane go to the station? | Waarom ging Jane naar het station? |
3538 | Jane seems to have a new boyfriend. | Jane heeft schijnbaar een nieuwe vriend. |
3539 | Jay picked up the old scissors. | Jay nam de oude schaar. |
3540 | Shakespeare is the author of Hamlet. | Shakespeare is de auteur van Hamlet. |
3541 | Shakespeare’s “Macbeth” is a tragedy. | Macbeth van Shakespeare is een tragedie |
3542 | Jean and Kate are twins. | Jean en Kate zijn een tweeling. |
3543 | I want to go to Seattle. | Ik wil naar Seattle gaan. |
3544 | Welcome to San Francisco. | Welkom in San Francisco! |
3545 | Sandra takes a slice of bread and a cup of coffee for breakfast. | Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt. |
3546 | Two tickets to San Diego, please. | Twee kaartjes naar San Diego, alsjeblieft. |
3547 | I don’t believe that Santa Claus is imaginary. | Ik geloof niet dat de Kerstman verzonnen is. |
3548 | Do you have any further questions? | Heeft u nog vragen? |
3549 | To make matters worse, it began to rain. | Om het allemaal nog wat erger te maken begon het ook nog eens te regenen. |
3550 | To make matters worse, it began to rain. | Alsof het allemaal nog niet erg genoeg was begon het ook nog eens te regenen. |
3551 | Sharks are sensitive to electrical impulses as well as sound. | Haaien zijn gevoelig voor elektrische signalen alsook voor geluid. |
3552 | Sam has already done his homework. | Sam heeft zijn huiswerk al gemaakt. |
3553 | Sam, what are you doing? | Sam, wat ben je aan het doen? |
3554 | Sam, don’t! | Niet doen, Sam! |
3555 | Well, let’s start our work. | Goed, laten we beginnen met ons werk. |
3556 | Now, what is your opinion? | Nu, wat is uw mening? |
3557 | Let’s play soccer. | Laten we voetbal spelen. |
3558 | Do you know your size? | Weet u uw maat? |
3559 | Now let’s begin the game. | Laat het spel beginnen! |
3560 | The server was down. | De server was uitgevallen. |
3561 | I can’t check my mail. The server is down. | Ik kan mijn e-mail niet controleren. De server is uitgevallen. |
3562 | The visit to the circus was a big thrill for the children. | Het circusbezoek was een grote sensatie voor de kinderen. |
3563 | Come on in! | Komt u binnen! |
3564 | Remember me to your parents. | Doe je ouders de groeten van me. |
3565 | I’m sorry to trouble you. | Sorry dat ik je stoor. |
3566 | Ladies first. | Dames eerst. |
3567 | Wash your hands before eating. | Was je handen voor het eten. |
3568 | Do you have rice? | Hebben jullie rijst? |
3569 | Do you have rice? | Heeft u rijst? |
3570 | Do you have rice? | Heb je rijst? |
3571 | Are you ready to order now? | Bent u nu klaar om te bestellen? |
3572 | Let me congratulate you on your success. | Laat mij u feliciteren met uw succes. |
3573 | I am grateful to you for your kindness. | Ik dank u voor uw vriendelijkheid. |
3574 | Help yourself. | Bedien u. |
3575 | Thank you for your trouble. | Dank u voor uw moeite. |
3576 | Thank you in advance for your cooperation. | Alvast bedankt voor je samenwerking. |
3577 | Thank you in advance for your cooperation. | Alvast bedankt voor uw samenwerking. |
3578 | Thank you for your cooperation in advance. | Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking. |
3579 | How do you feel today? | Hoe voelt ge u vandaag? |
3580 | I regret that I can’t help you. | Ik vind het jammer dat ik je niet kan helpen. |
3581 | Computers will save you a lot of time. | Een computer bespaart je veel tijd. |
3582 | A computer is a complex machine. | Een computer is een ingewikkelde machine. |
3583 | Computers are capable of doing extremely complicated work. | Computers zijn in staat tot het verrichten van extreem moeilijk werk. |
3584 | The computer is often compared to the human brain. | Computers worden vaak vergeleken met het menselijk brein. |
3585 | Computers are constantly being improved. | Computers worden steeds verbeterd. |
3586 | It is an advantage to be able to use a computer. | Het is een voordeel een computer te kunnen gebruiken. |
3587 | The computer system shuts down automatically at 8pm. | Het computersysteem wordt om acht uur ‘s avonds automatisch uitgeschakeld. |
3588 | Hi, Mimi! How are you doing? | Hoi Mimi! Hoe gaat het? |
3589 | Hi, my name is Ken Saitou. | Hoi, ik heet Ken Saitou. |
3590 | Hello, Tom. | Hallo, Tom. |
3591 | In this way, we waste a lot of time. | Op deze manier verspillen we veel tijd. |
3592 | Do it this way. | Doe het op deze manier. |
3593 | I am sorry to have kept you waiting so long. | Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten. |
3594 | I can’t afford to eat in such an expensive restaurant. | Ik kan het mij niet veroorloven om in zo’n duur restaurant te eten. |
3595 | I can’t afford to eat in such an expensive restaurant. | Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten. |
3596 | You are an idiot to go out in this weather. | Je bent gek dat je uitgaat met dit weer. |
3597 | I’ve never seen anything like this before. | Zoiets heb ik nog nooit gezien. |
3598 | I’m sorry to have kept you waiting so long. | Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten. |
3599 | It’s convenient living so close to the station. | Het is handig om zo dicht bij het station te wonen. |
3600 | It is very kind of you to send me such a nice present. | Het is erg aardig van je om me zo’n mooi cadeau te sturen. |
3601 | This is the first time. | Dit is de eerste keer. |
3602 | It was foolish of him to do such a thing. | Het was dom van hem om zoiets te doen. |
3603 | See to it that this never happens again. | Zorg ervoor dat dit nooit meer gebeurt. |
3604 | Such a thing can’t happen in Japan. | Zoiets kan in Japan niet gebeuren. |
3605 | This time I’ll try it. | Deze keer zal ik het proberen. |
3606 | Have you found your contact lenses? | Hebt ge uw contactlenzen gevonden? |
3607 | I was surprised to see so many people at the concert. | Ik was verrast, zoveel mensen te zien op het concert. |
3608 | Columbus discovered America. | Columbus heeft Amerika ontdekt. |
3609 | We learned that Columbus discovered America in 1492. | Wij hebben geleerd dat Columbus Amerika ontdekte in 1492. |
3610 | This is for free. | Dit is gratis. |
3611 | This is an ancient law. | Dat is een oude wet. |
3612 | Whose book is this? | Wiens boek is dit? |
3613 | Whose book is this? | Van wie is dat boek? |
3614 | I have no further questions. | Ik heb geen verdere vragen. |
3615 | I can’t bear the noise any longer. | Ik kan dit lawaai niet meer verdragen. |
3616 | Can I eat this? | Kan ik dit eten? |
3617 | May I try this on? | Mag ik het eens passen? |
3618 | May I use this? | Mag ik dit gebruiken? |
3619 | I’d like three of these. | Drie van zulke, alstublieft. |
3620 | Who broke this? | Wie heeft dit gebroken? |
3621 | These are my books; those are his. | Dit zijn mijn boeken, die zijn van hem. |
3622 | Whose shoes are these? | Wiens schoenen zijn dit? |
3623 | These trees were planted by them. | Deze bomen zijn door hen geplant. |
3624 | Learn these names by heart. | Leer deze namen uit het hoofd. |
3625 | I’ve read both these books. | Ik heb beide boeken gelezen. |
3626 | These books are new. | Die boeken zijn nieuw. |
3627 | These books are worth reading at least once. | Het is de moeite waard om deze boeken minstens eenmaal te lezen. |
3628 | These books are my books. | Deze boeken zijn mijn boeken. |
3629 | These books are mine and those books are his. | Deze boeken zijn van mij en die boeken zijn van hem. |
3630 | Whose books are these? | Van wie zijn die boeken? |
3631 | These books are easier than those books. | Deze boeken zijn makkelijker dan die boeken. |
3632 | The teacher said we had to learn all these expressions by heart. | De leraar zei dat we al die uitdrukkingen van buiten moesten leren. |
3633 | There are not many books on these shelves. | Er staan niet veel boeken op deze planken. |
3634 | These pearls are genuine, not artificial. | Deze parels zijn echt, niet kunstmatig. |
3635 | Choose one from among these prizes. | Kies één van deze prijzen. |
3636 | You must answer these questions. | Je moet deze vragen beantwoorden. |
3637 | These countries were often visited with famine. | Deze landen werden vaak geteisterd door hongersnood. |
3638 | In these countries hunger is the rule. | In die landen is honger de regel. |
3639 | Do these paintings appeal to you? | Spreken die schilderijen u aan? |
3640 | These flowers bloom in spring. | Die bloemen beginnen in de lente te bloeien. |
3641 | All those flowers look alike. | Deze bloemen lijken allemaal op elkaar. |
3642 | These houses were burnt down to the ground by the enemy. | Deze huizen werden tot de grond platgebrand door de vijand. |
3643 | These clouds look like a flock of white sheep. | Deze wolken zien eruit als een kudde witte schapen. |
3644 | These garments are made of 100 percent wool. | Deze kleren zijn van 100 procent wol gemaakt. |
3645 | These glasses are beautiful. | Deze bril is mooi. |
3646 | These glasses are beautiful. | Deze brillen zijn mooi. |
3647 | These cookies are star-shaped. | Deze koekjes hebben de vorm van sterren. |
3648 | These oranges have gone bad. | Deze sinaasappelen zijn bedorven. |
3649 | These dogs are big. | Deze honden zijn groot. |
3650 | Don’t you have anything smaller than this? | Heeft u niets kleiners dan dit? |
3651 | Don’t you have anything smaller than this? | Heb je niets kleiners dan dit? |
3652 | This is an apple, too. | Dit is ook een appel. |
3653 | So far there has been no news. | Er is nog geen nieuws. |
3654 | So far everything has been going well. | Tot dusver gaat alles goed. |
3655 | This is the calm before the storm. | Dat is de stilte voor de storm. |
3656 | This is the house which was designed by a famous architect. | Dit is het huis dat ontworpen werd door een beroemd architect. |
3657 | This can’t be a real diamond. | Dat kan geen echte diamant zijn. |
3658 | This is a book. | Dit is een boek. |
3659 | This is a portrait of my late father. | Dit is een portret van mijn overleden vader. |
3660 | This is worth one million yen. | Dit is een miljoen yen waard. |
3661 | This is a beautiful flower. | Dat is een mooie bloem. |
3662 | This is her book. | Dat is haar boek. |
3663 | This is their house. | Dit is hun huis. |
3664 | This is the village where he was born. | Dit is het dorp waar hij geboren is. |
3665 | This is the flag of Japan. | Dit is de vlag van Japan. |
3666 | This is Japan. | Dit is Japan. |
3667 | This is the most beautiful flower in the garden. | Dat is de mooiste bloem van de tuin. |
3668 | This is too long. | Dit is te lang. |
3669 | This is a map. | Dit is een kaart. |
3670 | Whose dictionary is this? | Wiens woordenboek is dit? |
3671 | This is too big. | Dit is te groot. |
3672 | This is a story about stars. | Dit is een verhaal over sterren. |
3673 | This is a good book except for a few mistakes. | Dit is, op enkele fouten na, een goed boek. |
3674 | This is a small book. | Dit is een klein boek. |
3675 | This isn’t my umbrella; it’s somebody else’s. | Dit is niet mijn paraplu, het is die van iemand anders. |
3676 | This is my desk. | Dit is mijn bureau. |
3677 | This is a picture of my family. | Dit is een foto van mijn familie. |
3678 | This was to teach me to think methodically. | Dit was om me methodisch te laten leren denken. |
3679 | This is the dictionary I use every day. | Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik. |
3680 | This is what I found in the cave. | Dit heb ik in de grot gevonden. |
3681 | This is the dress I made last week. | Dit is de jurk die ik vorige week heb gemaakt. |
3682 | He is the person to whom I gave my dictionary. | Hij is de persoon aan wie ik mijn woordenboek heb gegeven. |
3683 | This is the same dictionary as I have. | Dit is hetzelfde woordenboek als ik heb. |
3684 | This is the most wonderful present I have ever received. | Dit is het mooiste geschenk dat ik ooit gekregen heb. |
3685 | This is what I bought in Spain. | Dit is wat ik gekocht heb in Spanje. |
3686 | This is the watch I bought yesterday. | Dit is het horloge dat ik gisteren gekocht heb. |
3687 | This is the camera which I bought yesterday. | Dit is de camera die ik gisteren gekocht heb. |
3688 | This is a dog. | Dit is een hond. |
3689 | This is a present for you. | Dit is een cadeau voor jou. |
3690 | Is this your bicycle? | Is dit jouw fiets? |
3691 | This has nothing to do with you. | Dit heeft met jou niets te maken. |
3692 | This is a very strange letter. | Dit is een heel vreemde brief. |
3693 | This makes no sense. | Dit slaat nergens op. |
3694 | This is a book about England. | Dit is een boek over Engeland. |
3695 | This is a good textbook. | Dit is een goed lesboek. |
3696 | This is Mr Miller’s latest book, and we hope it will not be his last. | Dit is Millers nieuwste boek, en we hopen dat het niet het laatste zal zijn. |
3697 | This is just what I wanted. | Dit is precies wat ik wou. |
3698 | Whose is this bag? | Van wie is deze tas? |
3699 | This is the window which was broken by the boy. | Dit is het raam dat kapotgemaakt werd door de jongen. |
3700 | This is an exception to the rule. | Dat is een uitzondering op de regel. |
3701 | Is this made in Switzerland? | Is dit in Zwitserland gemaakt? |
3702 | Is this your car? | Is dit uw auto? |
3703 | Those are the leftovers from lunch. | Dat zijn de restjes van de lunch. |
3704 | This tastes like tea. | Dat smaakt naar thee. |
3705 | Is this the bus to Oxford? | Is dit de bus naar Oxford? |
3706 | I don’t think this is a good idea. | Ik denk niet dat dat een goed idee is. |
3707 | Is this your book? | Is dit jouw boek? |
3708 | Is this your book? | Is dit uw boek? |
3709 | Is this your favorite song? | Is dat je lievelingsliedje? |
3710 | This is the most beautiful sunset that I have ever seen. | Dit is de mooiste zonsondergang die ik ooit gezien heb. |
3711 | This is the house in which the poet lived in his childhood. | Dit is het huis waarin de dichter zijn kindertijd heeft doorgebracht. |
3712 | Above and beyond this, he can read Hebrew. | Bovendien kan hij Ivriet lezen. |
3713 | You have your choice between this and that. | Ge kunt kiezen tussen deze en deze. |
3714 | This is the end. | Dit is het einde. |
3715 | This is the end of my story. | Dit is het eind van mijn verhaal. |
3716 | Everything is fine. | Alles is in orde. |
3717 | Everything is fine. | Alles is prima. |
3718 | This is the very book I have been looking for. | Dit is precies het boek waar ik naar heb gezocht. |
3719 | This is a post office and that is a bank. | Dit is een postkantoor, en dat een bank. |
3720 | This is the car I spoke of the other day. | Dit is de auto waar ik het laatst over had. |
3721 | Is this your first trip abroad? | Is dit je eerste reis in het buitenland? |
3722 | This is what we want to know. | Dit is wat we willen weten. |
3723 | Here’s my telephone number. | Hier is mijn telefoonnummer. |
3724 | This is my car. | Dit is mijn auto. |
3725 | This is what I thought. | Dit is wat ik dacht. |
3726 | This is the last time. | Dit is de laatste keer. |
3727 | This is all that is known so far. | Dit is alles wat ik weet tot dusver. |
3728 | Is this a river? | Is dit een rivier? |
3729 | I don’t know what to do from now on. | Ik weet niet wat ik van nu af aan moet doen. |
3730 | We hope you will enjoy the show. | We hopen dat je van de voorstelling zult genieten. |
3731 | Is there much demand for these goods? | Is er veel vraag naar deze goederen? |
3732 | Do you know who they are? | Weet jij wie zij zijn? |
3733 | Do you know whose car this is? | Weten jullie van wie deze auto is? |
3734 | This is the best method to solve that problem. | Dit is de beste manier op dat probleem op te lossen. |
3735 | This is the boy. | Dit is de jongen. |
3736 | This is the least expensive method of all. | Dit is de goedkoopste methode van allemaal. |
3737 | This is by far the best. | Dit is verreweg het beste. |
3738 | This is by far the best. | Dit is veruit de beste. |
3739 | This is the biggest hotel in this city. | Dit is het grootste hotel in deze stad. |
3740 | This is the house in which he was born. | Dit is het huis waar hij geboren werd. |
3741 | This is the boy who found your watch. | Dit is de jongen die je horloge heeft gevonden. |
3742 | Please charge this to my account. | Zet dat maar op mijn rekening. |
3743 | No. I’m sorry, I’ve got to go back early. | Nee. Ik moet helaas weer vroeg terug. |
3744 | Sorry. It’s all my fault. | Sorry. Het is allemaal mijn schuld. |
3745 | I’m sorry. I take back my words. | Sorry. Ik neem mijn woorden terug. |
3746 | I’m sorry. I take back my words. | Neem me niet kwalijk. Ik neem terug wat ik heb gezegd. |
3747 | What do you mean by communication? | Wat betekent voor u communicatie? |
3748 | What do you mean by communication? | Wat bedoelt ge met communicatie? |
3749 | I’ve heard this story scores of times. | Ik heb dat verhaal al tientallen keren gehoord. |
3750 | In this paper, I compare the folklores of Germany and Holland. | In dit opstel vergelijk ik de volksverhalen van Duitsland en Nederland. |
3751 | This train is made up of seven cars. | Deze trein bestaat uit zeven rijtuigen. |
3752 | This train stops at every station. | Deze trein stopt op alle stations. |
3753 | This theory is too difficult for me to comprehend. | Deze theorie is voor mij te moeilijk om te verstaan. |
3754 | Take this medicine after each meal. | Neem dit medicijn na elke maaltijd. |
3755 | This medicine will cure you of your skin disease. | Dit medicijn zal je huidziekte genezen. |
3756 | If you take medicine, you will feel better. | Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt. |
3757 | If you take medicine, you will feel better. | Je zult je beter voelen als je deze medicijn neemt. |
3758 | This medicine tastes bitter. | Dit medicijn smaakt bitter. |
3759 | This medicine has no side effects. | Dit geneesmiddel heeft geen bijwerkingen. |
3760 | What do you call this vegetable in English? | Hoe heet deze groente in het Engels? |
3761 | Is it easy for me to solve this problem? | Is het gemakkelijk voor mij om dit probleem op te lossen? |
3762 | I had difficulty in solving this problem. | Ik had moeite dit probleem op te lossen. |
3763 | This problem may be solved in a variety of ways. | Dit probleem kan op verschillende manieren opgelost worden. |
3764 | This problem is too simple. | Deze opgave is te eenvoudig. |
3765 | This problem can not be discussed here for lack of time. | Dit probleem kan wegens tijdgebrek hier niet worden besproken. |
3766 | This problem is beyond me. | Dit probleem gaat me te boven. |
3767 | This question isn’t easy. | Deze vraag is niet makkelijk. |
3768 | This problem arose from a mutual misunderstanding. | Dit probleem is ontstaan door een wederzijds misverstand. |
3769 | With respect to this question, there are three problems. | Met betrekking tot deze vraag zijn er drie problemen. |
3770 | This miso soup is too hot to drink. | Deze miso soep is te heet om te drinken. |
3771 | You can read this book. | Je kan dit boek lezen. |
3772 | I will give you this book. | Ik zal jou dit boek geven. |
3773 | This book is too difficult to understand. | Dit boek is te moeilijk te begrijpen. |
3774 | This book is too difficult for me to read. | Dit boek is te moeilijk voor mij om te lezen. |
3775 | This book is pleasant to read. | Dit boek is prettig om te lezen. |
3776 | This book deals with China. | Dit boek gaat over China. |
3777 | This book is new. | Dit boek is nieuw. |
3778 | This book is small. | Dat boek is klein. |
3779 | This book is suitable for beginners. | Dat boek is geschikt voor beginners. |
3780 | This book is heavy. | Dat boek is zwaar. |
3781 | This book is heavy. | Dit boek is zwaar. |
3782 | This book will be of great use to us. | Dit boek zal ons zeer van pas komen. |
3783 | What is the book about? | Waar gaat dit boek over? |
3784 | This book is written in English. | Dit boek is geschreven in het Engels. |
3785 | Put this book on top of the others. | Leg dat boek boven op de andere. |
3786 | This book is Tony’s. | Dit boek is van Tony. |
3787 | This book is very new. | Dit boek is nagelnieuw. |
3788 | This book is the smallest of all the books. | Dit boek is het kleinste van alle boeken. |
3789 | This book isn’t as interesting as that book. | Dit boek is niet zo interessant als dat boek. |
3790 | This book is not only more instructive but more interesting than that book. | Dit boek is niet alleen informatiever maar ook nog eens interessanter dan dat boek. |
3791 | This book is as interesting as that book. | Dit boek is even interessant als dat boek. |
3792 | This book will be of great use to you. | Dit boek zal je goed van pas komen. |
3793 | This book is missing two pages. | Er ontbreken twee bladzijdes uit dit boek. |
3794 | This book is older than that one. | Dit boek is ouder dan dat. |
3795 | The price of this book has been reduced by half. | De prijs van dit boek is met de helft verlaagd. |
3796 | It’s this book. | Het is dit boek. |
3797 | With this telescope, stars and dreams can be seen. | Met deze telescoop kun je sterren en dromen zien. |
3798 | This hat is mine. | Deze hoed is van mij. |
3799 | It is doubtful whether this method will work. | Het valt te betwijfelen of deze methode zal werken. |
3800 | This answer made him angry. | Dit antwoord maakte hem woedend. |
3801 | Is there a bank near here? | Is er een bank niet ver van hier? |
3802 | There are no houses around here. | Er zijn hier geen huizen in de buurt. |
3803 | Are there any good restaurants around here? | Zijn er hier in de omgeving goede restaurants? |
3804 | Is there a gas station around here? | Is er een tankstation in de buurt? |
3805 | It took me two hours to memorize this sentence. | Ik heb twee uur nodig gehad om deze zin uit mijn hoofd te leren. |
3806 | This sentence doesn’t make sense. | Deze zin slaat nergens op. |
3807 | This document is for your eyes only. | Dit document is alleen voor jou bestemd. |
3808 | Let’s learn this sentence by heart. | Laten we deze zin van buiten leren. |
3809 | The heroine of this story is a little girl. | De heldin van dat verhaal is een klein meisje. |
3810 | This room is pleasant to work in. | Deze kamer is aangenaam om in te werken. |
3811 | This room is large enough. | Deze kamer is groot genoeg. |
3812 | Smoking is not allowed in this room. | Roken is in dit vertrek niet toegestaan. |
3813 | The air in this room is foul. | De lucht in deze kamer is vuil. |
3814 | There is a television in this room. | Er is een televisie in deze kamer. |
3815 | This article is cheap. | Dit artikel is goedkoop. |
3816 | This hospital is run by the city. | Dit ziekenhuis wordt door de stad gerund. |
3817 | This hospital has a lot of new equipment. | Dit ziekenhuis heeft veel nieuwe apparatuur. |
3818 | This list is inclusive of the past members of the group. | Deze lijst geeft ook de vroegere leden van de groep. |
3819 | The swimming pool is open to the public. | Dit zwembad is geopend voor het publiek. |
3820 | This art collection is rich in paintings by Dutch masters. | Deze kunstcollectie is rijk aan schilderijen van Nederlandse meesters. |
3821 | Our plane is flying toward the south. | Ons vliegtuig vliegt naar het zuiden. |
3822 | This edition is limited to seven thousand copies. | Deze uitgave is beperkt tot zevenduizend exemplaren. |
3823 | This power station alone provides several cities with electricity. | Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit. |
3824 | This box is empty. It has nothing in it. | Deze doos is leeg. Er zit niets in. |
3825 | This box is so large that it cannot go into my bag. | Deze doos is zo groot dat hij niet in mijn tas past. |
3826 | This box is too heavy for me alone to lift. | Deze doos is te zwaar voor mij om alleen op te tillen. |
3827 | This box is not as big as that one. | Deze doos is niet zo groot als die. |
3828 | This box is twice as large as that one. | Deze doos is twee keer zo groot als die daar. |
3829 | This box is filled with apples. | Deze doos is gevuld met appels. |
3830 | I’m free on Sunday. | Ik ben vrij op zondag. |
3831 | This is good meat. | Dit is goed vlees. |
3832 | These two leaves look alike. | Deze twee bladeren lijken op elkaar. |
3833 | You’ve got to take the bull by the horns! | Je moet de koe bij de horens vatten! |
3834 | Most snakes on this island are harmless. | De meeste slangen op dit eiland zijn ongevaarlijk. |
3835 | This telephone is out of order. | Deze telefoon doet het niet. |
3836 | I’d like you to send this telegram at once. | Ik wil dat je deze telegram onmiddellijk verstuurt. |
3837 | This battery is charged. | Deze batterij is geladen. |
3838 | Stamps are not sold in this store. | In deze winkel worden geen postzegels verkocht. |
3839 | You are expected to dress well for this shop. | Je dient je correct te kleden voor deze winkel. |
3840 | This sum of money won’t go far. | Dit geldbedrag is niet voldoende. |
3841 | This street is lively. | Deze straat is levendig. |
3842 | How noisy this street is! | Wat een lawaai toch op die straat! |
3843 | I need some medicine to kill the pain. | Ik heb wat medicijnen nodig om de pijn te bestrijden. |
3844 | I can’t stand this pain any more. | Ik kan niet meer tegen deze pijn. |
3845 | What do you call this bird? | Hoe noem je deze vogel? |
3846 | This bird cannot fly. | Deze vogel kan niet vliegen. |
3847 | This bird lives neither in Japan nor in China. | Deze vogel leeft in Japan noch in China. |
3848 | This is the cheapest store in town. | Dit is de goedkoopste winkel van de stad. |
3849 | The author has a beautiful style. | De auteur heeft een mooie stijl. |
3850 | This pond doesn’t run dry even in summer. | Deze vijver droogt niet uit, ook niet in de zomer. |
3851 | This boy has a strong and healthy body. | Deze jongen heeft een sterk, gezond lichaam. |
3852 | Look up this word in the dictionary. | Zoek dat woord op in het woordenboek. |
3853 | How do you pronounce this word? | Hoe spreekt men dit woord uit? |
3854 | I cannot accept this gift. | Ik kan dit geschenk niet aanvaarden. |
3855 | I can’t tolerate this noise any longer. | Ik kan dit geluid niet langer tolereren. |
3856 | I can not bear this noise any more. | Ik kan dit lawaai niet meer verdragen. |
3857 | This meadow abounds in frogs. | Deze wei zit vol kikkers. |
3858 | If this organization is left as it is, it will soon go bankrupt; its recovery is as difficult as swapping horses while crossing a stream. | Als deze organisatie zo blijft zal ze binnenkort bankroet gaan. Haar herstel is zo moeilijk als van paard wisselen terwijl je een beek oversteekt. |
3859 | The last time I went to China, I visited Shanghai. | De laatste keer dat ik naar China ging, bezocht ik Shanghai. |
3860 | This river is going to overflow. | Deze rivier gaat overstromen. |
3861 | What is the name of this river? | Wat is de naam van deze rivier? |
3862 | How wide is this river? | Hoe breed is deze rivier? |
3863 | The water in this river is very clean. | Het water van deze rivier is heel zuiver. |
3864 | I want a suit made of this material. | Ik wil een pak gemaakt van dit materiaal. |
3865 | There is nothing new under the sun. | Er is niets nieuws onder de zon. |
3866 | Are there any English magazines in this library? | Zijn er Engelse tijdschriften in deze bibliotheek? |
3867 | Are there any English magazines in this library? | Zijn er Engelstalige tijdschriften in deze bibliotheek? |
3868 | This doll costs only sixty cents. | Deze pop kost maar zestig cent. |
3869 | I’d like to buy this doll. | Ik zou deze pop graag kopen. |
3870 | It is believed that ghosts exist in this forest. | Men zegt dat er in dit bos spoken zitten. |
3871 | You can see some wild rabbits in the forest. | Men kan enkele wilde konijnen zien in het bos. |
3872 | This meal is adequate for two. | Deze maaltijd is genoeg voor twee personen. |
3873 | Do you like this color? | Vind je dit een mooie kleur? |
3874 | I’m far from happy about this situation. | Ik ben verre van blij met deze situatie. |
3875 | Is this information right? | Is deze informatie correct? |
3876 | You’re wrong in this case. | In dit geval heb je ongelijk. |
3877 | Who is this girl? | Wie is dat meisje? |
3878 | I’d like to mail this package to Canada. | Ik wil graag dit pakketje naar Canada sturen. |
3879 | It is hard to adapt this story for children. | Het is moeilijk dit verhaal aan te passen voor kinderen. |
3880 | This novel was translated from English. | Deze roman is vertaald uit het Engels. |
3881 | This novel describes the life of the Japanese as it was a hundred years ago. | Deze roman beschrijft het leven van de Japanners zoals het honderd jaar geleden was. |
3882 | Fill out this form, please. | Vul dit formulier in, alsjeblieft. |
3883 | There is enough time to finish this homework. | Er is tijd genoeg om dit huiswerk af te maken. |
3884 | This homework is difficult for me. | Dit huiswerk is moeilijk voor mij. |
3885 | Can you weigh this, please? | Kunt u dit wegen, alstublieft? |
3886 | Are you free this weekend? | Ben je vrij dit weekend? |
3887 | Was this letter written by Ken? | Was deze brief geschreven door Ken? |
3888 | I don’t read this kind of book much. | Ik lees dit soort boek niet vaak. |
3889 | This car is used by my father. | Deze auto wordt gebruikt door mijn vader. |
3890 | This car isn’t worth repairing. | Deze auto is het niet waard gerepareerd te worden. |
3891 | This car is like new. | Deze auto is net als nieuw. |
3892 | This car is resistant to rust. | Deze auto is bestand tegen roest. |
3893 | This car is mine. | Dit is mijn auto. |
3894 | We need to look for a gas station because this car will soon run out of gas. | We moeten een tankstation vinden omdat deze auto binnenkort geen benzine meer zal hebben. |
3895 | This shrine is sacred to Jupiter. | Dit altaar is gewijd aan Jupiter. |
3896 | I cannot look at this photo without being reminded of my school days. | Ik kan niet naar deze foto kijken zonder herinnerd te worden aan mijn schooltijd. |
3897 | I never see this photo without being reminded of my happy days in the countryside. | Steeds wanneer ik naar deze foto kijk, herinner ik me die gelukkige dagen op het platteland. |
3898 | How do you like these photos? I had them developed today. | Wat vindt je van deze foto’s? Ik heb ze vandaag laten ontwikkelen. |
3899 | This photograph reminds me of enjoyable times when I was a child. | Deze foto doet me denken aan de zalige tijd toen ik nog een kind was. |
3900 | This turkey tastes good. | Deze kalkoen smaakt goed. |
3901 | I’ll lend you this dictionary. | Ik zal je dit woordenboek lenen. |
3902 | You can depend on this dictionary. | Je kunt op dit woordenboek vertrouwen. |
3903 | This dictionary is as useful as yours. | Dit woordenboek is net zo nuttig als het jouwe. |
3904 | This dictionary is of little use. | Dit woordenboek heeft weinig nut. |
3905 | Can I use this bike? | Mag ik deze fiets gebruiken? |
3906 | This bicycle belongs to me. | Deze fiets is van mij. |
3907 | This watch is waterproof. | Dit uurwerk is waterbestendig. |
3908 | This watch is of great value. | Dit horloge is van grote waarde. |
3909 | This clock is electric. | Dit uurwerk is elektrisch. |
3910 | What is the price of this watch? | Hoeveel kost dit uurwerk? |
3911 | This watch is expensive. | Dit horloge is duur. |
3912 | This watch is similar to mine I lost yesterday. | Dit horloge lijkt op dat wat ik gisteren verloren ben. |
3913 | This watch is similar to mine I lost yesterday. | Dit horloge lijkt op datgene dat ik gisteren verloren heb. |
3914 | This clock is out of order. | Deze klok doet het niet. |
3915 | Do you know which deity this temple is dedicated to? | Weet je aan welke godheid deze tempel is gewijd? |
3916 | About one hundred people were killed in this accident. | Ongeveer honderd mensen zijn omgekomen bij dit ongeluk. |
3917 | I have nothing to do with this matter. | Ik heb niets met die zaak te maken. |
3918 | It is questionable whether this data can be relied on. | Het valt te betwijfelen of deze gegevens betrouwbaar zijn. |
3919 | Let’s learn this poem by heart. | Laten we dit gedicht uit ons hoofd leren. |
3920 | I must learn this poem by heart. | Ik moet dit gedicht van buiten leren. |
3921 | I must learn this poem by heart. | Ik moet dit gedicht uit mijn hoofd leren. |
3922 | These children are neglected by their parents. | Deze kinderen worden door hun ouders verwaarloosd. |
3923 | This child solved the complicated mathematics problem easily. | Dit kind loste het gecompliceerde mathematische probleem eenvoudig op. |
3924 | I fear this work will take up most of my time. | Ik vrees dat dit werk het meeste van mijn tijd zal opeisen. |
3925 | I wish this job was over. | Ik wou dat dit werk voorbij was. |
3926 | I’ll take this umbrella. | Ik zal deze paraplu nemen. |
3927 | Don’t throw away this magazine. | Gooi dit tijdschrift niet weg. |
3928 | The population of this country is diminishing. | De bevolking van dit land vermindert. |
3929 | One of the main products of this country is coffee. | Eén van de belangrijkste producten van dit land is koffie. |
3930 | He won’t come in a rain like this. | Met deze regen zal hij niet komen. |
3931 | This park reminds me of my childhood. | Dat park doet mij denken aan toen ik klein was. |
3932 | Can we roller-skate in this park? | Mogen we rolschaatsen in dit park? |
3933 | Let the tea draw for ten minutes. | Laat de thee tien minuten trekken. |
3934 | A mysterious legend has been handed down about this lake. | Er is een mysterieuze legende overgeleverd over dit meer. |
3935 | This old French table is a very valuable piece of furniture. | Deze oude Franse tafel is een waardevol meubel. |
3936 | This old table is still in use. | Deze oude tafel wordt nog steeds gebruikt. |
3937 | This word comes from Greek. | Dit woord komt uit het Grieks. |
3938 | Who looks after this dog? | Wie zorgt er voor deze hond? |
3939 | How do you view this matter? | Wat denkt ge over deze zaak? |
3940 | How do you view this matter? | Wat denk jij over deze zaak? |
3941 | How do you view this matter? | Wat denkt u over deze zaak? |
3942 | I can’t agree with them on this matter. | Hiermee ben ik het met hen niet over eens. |
3943 | I can’t agree with them on this matter. | Hierover kan ik het met hem niet eens zijn. |
3944 | This result leaves much to be desired. | Dit resultaat laat veel te wensen over. |
3945 | This theater has a seating capacity of 500. | In dat theater kunnen vijfhonderd mensen plaatsnemen. |
3946 | We are not supposed to drink in this theater. | In dat theater word je niet verondersteld te drinken. |
3947 | This play was adapted from the novel. | Dat toneelstuk is gebaseerd op de roman. |
3948 | Something is wrong with this calculator. | Er klopt iets niet met die rekenmachine. |
3949 | What do you think of this plan? | Wat denk je van dat plan? |
3950 | What do you think of this plan? | Wat denkt u van dat plan? |
3951 | What do you think of this plan? | Wat denken jullie van dat plan? |
3952 | These shoes don’t fit my feet. | Deze schoenen passen niet. |
3953 | What is the meaning of this phrase? | Wat is de betekenis van deze zin? |
3954 | Is there a golf course near here? | Is er een golfbaan in de buurt? |
3955 | This music is popular with young people. | Deze muziek is populair bij jonge mensen. |
3956 | This bridge was built two years ago. | Deze brug werd twee jaar geleden gebouwd. |
3957 | What do you call this fish in English? | Hoe noem je deze vis in het Engels? |
3958 | This fish is inexpensive but nourishing. | Deze vis is goedkoop, maar voedzaam. |
3959 | There are some cases where the rule does not hold good. | Er zijn gevallen waarin deze regel niet geldt. |
3960 | This rule does not apply. | Deze regel is niet van toepassing. |
3961 | This rule doesn’t apply to first-year students. | Deze regel geldt niet voor de eerstejaars. |
3962 | Who invented this machine? | Wie heeft dat apparaat uitgevonden? |
3963 | This machine can print sixty pages a minute. | Dit toestel kan 60 pagina’s per minuut printen. |
3964 | I can’t remember how to use this machine. | Ik kan me niet meer herinneren hoe ik deze machine moet gebruiken. |
3965 | This desk is a little low for me. | Deze lessenaar is iets te laag voor mij. |
3966 | I can no longer stand the cold. | Ik kan niet langer tegen die kou. |
3967 | I can no longer stand the cold. | Ik hou die kou niet langer uit. |
3968 | This amount includes tax. | Dit bedrag is inclusief belasting. |
3969 | Any student of this school must learn one more foreign language besides English. | Alle leerlingen van deze school moeten naast Engels nog een andere vreemde taal leren. |
3970 | Only 16 percent of the teachers of this school are female. | Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk. |
3971 | I tried to find out how many people really live in this town. | Ik trachtte te weten te komen hoeveel mensen er echt wonen in deze stad. |
3972 | When I painted this picture, I was 23 years old. | Ik was 23 jaar toen ik dat schilderij gemaakt heb. |
3973 | This broken vase can’t be repaired. | Deze gebroken vaas kan niet gerepareerd worden. |
3974 | Chances of promotion are slim in this firm. | De kans op promotie is klein in dit bedrijf. |
3975 | This vase is made of iron. | Deze vaas is van ijzer. |
3976 | This flower is very beautiful. | Deze bloem is erg mooi. |
3977 | These flowers are dying. | Die bloemen zijn aan het verwelken. |
3978 | This flower gives off a strong fragrance. | Deze bloem geeft een sterke geur af. |
3979 | Do you know the name of this flower? | Weet jij de naam van deze bloem? |
3980 | It is dangerous to bathe in this river. | Het is gevaarlijk om te baden in deze rivier. |
3981 | This song is very popular in Japan. | Dit lied is erg geliefd in Japan. |
3982 | This house is not for sale. | Dit huis is niet te koop. |
3983 | This house has six rooms. | Dit huis heeft zes kamers. |
3984 | I swam a lot during this summer vacation. | Ik heb veel gezwommen tijdens deze zomervakantie. |
3985 | Are you going to go anywhere this summer? | Ga je deze zomer ergens naartoe? |
3986 | Listen to this music and relax. | Luister naar deze muziek en ontspan je. |
3987 | May I use this pencil? | Mag ik dit potlood gebruiken? |
3988 | I think that rumor is true. | Ik denk dat dat gerucht waar is. |
3989 | I am fed up with this wet weather. | Ik heb mijn buik vol van dat natte weer. |
3990 | What does this mark mean? | Wat betekent dit teken? |
3991 | Let’s get this proposal down in black and white before we submit it to the boss. | Laten we dit voorstel zwart op wit op papier zetten vooraleer we het aan de baas voorleggen. |
3992 | Could you send it to this address? | Kan u het aan dit adres zenden? |
3993 | How much is this dress? | Hoeveel kost deze jurk? |
3994 | This wine is extremely delicious. | Deze wijn is erg lekker. |
3995 | I can recommend this restaurant. | Ik kan dit restaurant aanbevelen. |
3996 | This apple is very red. | Deze appel is erg rood. |
3997 | How much is this radio? | Hoeveel kost deze radio? |
3998 | Is this radio yours? | Is deze radio van u? |
3999 | What is the price of this radio? | Hoeveel kost deze radio? |
4000 | This camel is so tame that anyone can ride it. | Deze kameel is zo tam dat iedereen erop kan rijden. |
4001 | This is how I solved the problem. | Zo loste ik het probleem op. |
4002 | Thus, the tyrant succeeded in conquering the kingdom. | Aldus slaagde de tiran erin het koninkrijk te veroveren. |
4003 | I assure you that an error like this will never happen again. | Ik verzeker je dat een fout zoals deze nooit meer zal voorkomen. |
4004 | This old car breaks down all the time. | Deze oude auto gaat constant kapot. |
4005 | This hotel was built last year. | Dit hotel is vorig jaar gebouwd. |
4006 | This hotel has a gym and a swimming pool. | Dit hotel heeft een sportzaal en een zwembad. |
4007 | This blouse is cotton. | Deze bloes is van katoen. |
4008 | Please help me take this lid off. | Help me alsjeblieft met dit deksel eraf te krijgen. |
4009 | Children under thirteen years of age are not admitted to this swimming pool. | Kinderen onder de dertien jaar mogen dit zwembad niet in. |
4010 | The bottle is made of glass. | De fles is van glas. |
4011 | How long is this visa valid? | Hoelang is dit visum geldig? |
4012 | This beer contains 5% alcohol. | Dit bier bevat 5% alcohol. |
4013 | How much is this handkerchief? | Hoeveel kost deze zakdoek? |
4014 | This rose is very beautiful. | Die roos is heel mooi. |
4015 | This bag is not available in any store. | Deze tas is in geen enkele winkel verkrijgbaar. |
4016 | Is this bag yours or his? | Is dit jouw tas of de zijne? |
4017 | Does this bus go to the museum? | Gaat deze bus naar het museum? |
4018 | You’re going the wrong way. | Ge zijt op de verkeerde weg. |
4019 | These scissors don’t cut well. | Deze schaar knipt niet goed. |
4020 | These scissors don’t cut well. | Deze scharen knippen niet goed. |
4021 | Please fill this bucket with water. | Vul alsjeblieft deze emmer met water. |
4022 | Please fill this bucket with water. | Vul alstublieft deze emmer met water. |
4023 | How much is this tie? | Wat kost deze stropdas? |
4024 | This news is new to me. | Dat nieuws is nieuw voor mij. |
4025 | The knife is not sharp. | Het mes is niet scherp. |
4026 | This knife is very sharp. | Dit mes is heel scherp. |
4027 | I’d like to try on this dress. | Ik zou deze jurk willen passen. |
4028 | This dress is cheaper than yours. | Deze jurk is goedkoper dan die van jou. |
4029 | This door is locked. | Deze deur is gesloten. |
4030 | This TV program is really quite interesting. | Dit televisieprogramma is echt heel interessant. |
4031 | This table is made of good oak. | Deze tafel is uit goed eikenhout gemaakt. |
4032 | This table is reserved. | Deze tafel is gereserveerd. |
4033 | I think this table takes up too much space. | Ik vind dat deze tafel te veel ruimte inneemt. |
4034 | This table isn’t steady. | Deze tafel wiebelt. |
4035 | This cheese has a sharp taste. | Deze kaas heeft een scherpe smaak. |
4036 | This tanker is bound for Kuwait. | Deze tanker vaart naar Koeweit. |
4037 | This adds to the expense. | Dat verhoogt de onkosten. |
4038 | This towel is harsh to the touch. | Deze handdoek voelt ruw aan. |
4039 | How much is this sofa? | Hoeveel kost deze bank? |
4040 | What do you think of this sweater? | Wat denk jij van deze trui? |
4041 | This skirt is a little too tight. | Deze rok is een beetje te strak. |
4042 | This soup needs just a touch of salt. | Deze soep heeft een vleugje zout nodig. |
4043 | The soup tastes of garlic. | De soep smaak naar look. |
4044 | There’s too much salt in this soup. | Er is te veel zout in die soep. |
4045 | Keep an eye on this suitcase. | Houd deze koffer in de gaten. |
4046 | This carpet is big enough to cover the whole floor. | Dit vloerkleed is groot genoeg om de hele vloer te bedekken. |
4047 | This juice tastes sour. | Dit sap smaakt zuur. |
4048 | I don’t think this shirt goes with that red tie. | Ik denk niet dat dit overhemd bij die rode stropdas past. |
4049 | This shirt costs ten dollars. | Dit hemd kost tien dollar. |
4050 | This coffee is not hot enough. | Deze koffie is niet warm genoeg. |
4051 | This coffee is too bitter. | Deze koffie is te bitter. |
4052 | We need flour, sugar and eggs to make this cake. | We hebben meel, suiker en eieren nodig om deze taart te bakken. |
4053 | This cake is very sweet. | Deze cake is erg zoet. |
4054 | The club has thirty members. | De club heeft dertig leden. |
4055 | How many boys are there in this class? | Hoeveel jongens zijn er in deze klas? |
4056 | I don’t like this camera. | Ik hou niet van die fotocamera. |
4057 | How do you use this camera? | Hoe gebruik je dit fototoestel? |
4058 | Whose is this camera? | Van wie is deze camera? |
4059 | What’s the cash limit on this card? | Wat is de cash-limiet voor deze kaart? |
4060 | Mother chose this curtain. | Mama heeft dit gordijn gekozen. |
4061 | This air conditioner consumes a lot of electricity. | Deze airconditioner verbruikt veel elektriciteit. |
4062 | Please sit down on this chair. | Zet u op deze stoel a.u.b. |
4063 | Please sit down on this chair. | Gaat u op die stoel zitten, alstublieft. |
4064 | Please sit down on this chair. | Ga op die stoel zitten, alsjeblieft. |
4065 | This T-shirt is too small for me. | Dit T-shirt is te klein voor mij. |
4066 | May I borrow this CD? | Kan ik deze cd lenen? |
4067 | Who wrote these two letters? | Wie schreef deze twee brieven? |
4068 | Who wrote these two letters? | Wie heeft deze twee brieven geschreven? |
4069 | It would be best to leave it to a man who knows the ropes. | Het zou best zijn de zaak over te laten aan iemand die het klappen van de zweep kent. |
4070 | The glass is full of milk. | Het glas is vol melk. |
4071 | The glass was broken to pieces. | Het glas was in stukken gebroken. |
4072 | Fill a glass with water. | Vul een glas met water. |
4073 | There is little milk in the glass. | Er is weinig melk in het glas. |
4074 | There is little water in the glass. | Er is weinig water in het glas. |
4075 | Get over here and be quick about it! | Kom hierheen, en snel een beetje! |
4076 | This is my daughter. | Dit is mijn dochter. |
4077 | This is my cousin. | Dit is mijn neef. |
4078 | This is my cousin. | Dit is mijn nicht. |
4079 | Koko herself cannot use spoken language, but she loves to listen to people’s conversations. | Koko kan zelf geen gesproken taal gebruiken, maar ze houdt ervan naar gesprekken van mensen te luisteren. |
4080 | Let’s take a 10-minute break. | Laten we tien minuten pauzeren. |
4081 | Come here and help me. | Kom hier en help me. |
4082 | You can reach me at this number. | Je kunt me op dit nummer bereiken. |
4083 | This is a hospital. | Hier is een ziekenhuis. |
4084 | This is a place where animals are buried. | Dit is een plek waar dieren worden begraven. |
4085 | The food is good, and service is good here. | Het eten is goed, en de bediening hier is goed. |
4086 | This is the church where we got married. | Dit is de kerk waarin we getrouwd zijn. |
4087 | This is the village where I was born. | Dit is het dorpje waar ik ben geboren. |
4088 | This is the hospital which I was born in. | Dit is het ziekenhuis waarin ik ben geboren. |
4089 | Tell me where I am, and what’s going on, oh please. | Zeg me waar ik ben, en wat er gebeurt, alsjeblieft. |
4090 | What’s the name of this street, please? | Hoe heet deze straat? |
4091 | It’s very hot here. | Het is hier erg heet. |
4092 | This is by far the best seafood restaurant in this area. | Dit is het beste zeevruchtenrestaurant in de omgeving. |
4093 | This is by far the best seafood restaurant in this area. | Dit is verreweg het beste zeevruchtenrestaurant in de omgeving. |
4094 | These books are accessible to all students. | Deze boeken zijn toegankelijk voor alle studenten. |
4095 | These people hate all foreigners. | Die mensen haten alle vreemdelingen. |
4096 | How many cats are there in this house? | Hoeveel katten zijn er in dit huis? |
4097 | Does anyone here speak Japanese? | Spreekt er hier iemand Japans? |
4098 | Here’s some water. | Hier is wat water. |
4099 | Not everyone who lives here is rich. | Niet iedereen die hier woont, is rijk. |
4100 | You cannot park your car here. | Je kan je auto hier niet parkeren. |
4101 | Here is your dog. Where is mine? | Hier is uw hond. Waar is de mijne? |
4102 | Here is your dog. Where is mine? | Hier is je hond. Waar is de mijne? |
4103 | Here are two pencils: one is hard, and the other soft. | Hier zijn twee potloden: een hard en een zacht. |
4104 | Here is my album. | Hier mijn album. |
4105 | We had better not remain here any longer. | We zouden hier beter niet langer blijven. |
4106 | Twenty families live here. | Twintig families leven hier. |
4107 | We have several bags here. | We hebben hier een aantal tasjes. |
4108 | Write down your name here. | Schrijf je naam hier op. |
4109 | Is this to eat here, or to go? | Is dit voor hier of om mee te nemen? |
4110 | Let’s take a picture here. | Laat ons hier een foto maken. |
4111 | What a surprise to see you here! | Welk een verrassing u hier te zien! |
4112 | Do I have to take off my shoes here? | Moet ik hier mijn schoenen uitdoen? |
4113 | What are you doing here? | Wat doe je hier? |
4114 | Watch out for thieves around here. | Pas op voor dieven in deze omgeving. |
4115 | You may be free to do what you like. | Je bent vrij om te doen wat je wilt. |
4116 | You cannot swim here. | Je kan hier niet zwemmen. |
4117 | You must not speak so loudly here. | Je mag hier niet zo luid spreken. |
4118 | Let’s watch TV here. | Laten we hier televisiekijken. |
4119 | I’m surprised to see you here. | Ik ben verbaasd om jou hier te zien. |
4120 | Between you and me, Tom’s idea doesn’t appeal to me very much. | Tussen jou en mij, Toms idee trekt me niet zo aan. |
4121 | Between you and me, Tom’s idea doesn’t appeal to me very much. | Tussen ons: Toms idee trekt me niet erg aan. |
4122 | This is the place where my father was born. | Dit is de plaats waar mijn vader geboren is. |
4123 | Mt Fuji can be seen from here. | Men kan van hieruit de Fuji zien. |
4124 | How far is it from here to Ueno? | Hoe ver is het van hier naar Ueno? |
4125 | How far is it from here to the station? | Hoever is het van hier naar het station? |
4126 | How long does it take to go from here to the Hilton Hotel? | Hoelang duurt het om van hier naar het Hilton-hotel te gaan? |
4127 | How far is it from here? | Hoe ver is het van hier? |
4128 | How long does it take from here to your house by bike? | Hoe lang is het fietsen van hier naar jouw huis? |
4129 | Please move this stone from here to there. | Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar. |
4130 | This is the place where the battle took place. | Dit is de plaats waar de slag plaatsvond. |
4131 | There hasn’t been any rain for the past three months. | Er was helemaal geen regen de afgelopen drie maanden. |
4132 | I’ll put some coffee on. | Ik zet wat koffie. |
4133 | I will make some coffee. | Ik zet wat koffie. |
4134 | Shall we talk about it over a cup of coffee? | Zullen we dit bespreken onder een kop koffie? |
4135 | Would you like a cup of coffee? | Wilt u een kopje koffie? |
4136 | Would you like some coffee? | Wil je koffie? |
4137 | Please make me a cup of coffee. | Maak mij alstublieft een kop koffie. |
4138 | I’m afraid there isn’t any coffee left. | Ik ben bang dat er geen koffie meer over is. |
4139 | I like coffee better. | Ik heb liever koffie. |
4140 | Would you like another cup of coffee? | Wilt ge nog een tas koffie? |
4141 | How would you like your coffee? | Hoe wilt ge uw koffie? |
4142 | Would you like coffee or tea? | Wilt ge koffie of thee? |
4143 | I’d like a cup of coffee. | Ik wil graag een kop koffie. |
4144 | Shall I carry your coat? | Zal ik uw jas dragen? |
4145 | Hang up your coat, please. | Hangt u uw jas toch op. |
4146 | A coke, please. | Een cola, alsjeblieft. |
4147 | A coke, please. | Een cola, alstublieft. |
4148 | Some say this, and others say that. | Sommigen zeggen dit, en anderen zeggen dat. |
4149 | Bats usually fly in the dark. | Gewoonlijk vliegen vleermuizen in het duister. |
4150 | Can these stars be seen in Australia? | Kun je deze sterren in Australië zien? |
4151 | This is the very reason why I take no interest in art. | Dit is precies waarom ik mij niet voor kunst interesseer. |
4152 | One side of a coin is called ‘heads’ and the other side is called ‘tails’. | Een kant van een munt wordt ‘kop’ genoemd, en de andere zijde wordt ‘munt’ genoemd. |
4153 | Koalas can only be seen in Australia. | Koala’s kan men alleen in Australië zien. |
4154 | Ken folded the blanket in half. | Ken vouwde het laken in twee. |
4155 | Ken learned many Japanese songs by heart. | Ken leerde vele Japanse liedjes uit het hoofd. |
4156 | Ken cried for help. | Ken riep om hulp. |
4157 | Ken wants a bicycle. | Ken wil een fiets. |
4158 | Ken sat next to me. | Ken zette zich naast mij. |
4159 | Was Ken at home yesterday? | Was Ken gisteren thuis? |
4160 | Ken has more books than you. | Ken heeft meer boeken dan jij. |
4161 | Ken beat me at chess. | Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken. |
4162 | Ken has a guitar. | Ken heeft een gitaar. |
4163 | Ken is older than Seiko. | Ken is ouder dan Seiko. |
4164 | Ken has arrived in Kyoto. | Ken is in Kioto aangekomen. |
4165 | My grandmother posted the letter this morning. | Mijn grootmoeder postte de brief vanmorgen. |
4166 | The dew fell this morning. | Vanochtend was er dauw. |
4167 | Nobody was injured. | Niemand was gewond. |
4168 | From childhood I dreamed of being a pastry cook. | Ik droomde er al van jongs af aan van om banketbakker te worden. |
4169 | It is no use looking for the cake; I already ate it. | Het heeft geen zin naar de cake te zoeken: ik heb hem al opgegeten. |
4170 | Kate drinks a lot of milk every day. | Kate drinkt elke dag een heleboel melk. |
4171 | Kate has a cold. | Kate heeft een verkoudheid. |
4172 | Kate has a cold. | Kate is verkouden. |
4173 | Kate speaks English very fast. | Kate spreekt heel snel Engels. |
4174 | Kate was made to read the book. | Kate was gedwongen het boek te lezen. |
4175 | Kate made an apple pie. | Kate heeft een appeltaart gebakken. |
4176 | Keiko is kind, isn’t she? | Keiko is vriendelijk, nietwaar? |
4177 | I’m calling because I’ve lost my credit card. | Ik bel om te zeggen dat ik mijn kredietkaart verloren heb. |
4178 | Do you have a credit card? | Heeft u een kredietkaart? |
4179 | Do you know if Grace is at home? | Weet jij of Grace thuis is? |
4180 | Christmas is just around the corner. | Het is bijna kerst. |
4181 | I think I have to go back on a diet after Christmas. | Ik denk dat ik na Kerstmis weer op dieet moet. |
4182 | The money that Chris has not paid back adds up to a large sum. | Het geld dat Chris nog niet heeft terugbetaald hoopt op tot een grote som. |
4183 | Mr Green is a teacher of history. | Meneer Green is leraar geschiedenis. |
4184 | Would you pass me the cream cheese, please? | Mag ik de smeerkaas alsjeblieft? |
4185 | Every member of the club was present. | Elk lid van de club was aanwezig. |
4186 | Mr Johnson, president of the club, will soon come. | De heer Johnson, voorzitter van de club, zal spoedig komen. |
4187 | I broke a glass. | Ik heb een glas gebroken. |
4188 | There is a little wine left in the bottom of the glass. | Er is nog wat wijn op de bodem van het glas. |
4189 | No one in his class is faster than he is. | Niemand in zijn klas is sneller dan hij. |
4190 | I like classical music. | Ik hou van klassieke muziek. |
4191 | Some people like classical music, while others like popular music. | Sommige mensen houden van klassieke muziek, terwijl anderen van populaire muziek houden. |
4192 | You like classical music, don’t you? | Ge houdt van klassieke muziek, nietwaar? |
4193 | I like to listen to classical music. | Ik luister graag naar klassieke muziek. |
4194 | Miss Klein gives a test every Friday. | Mevrouw Klein geeft elke vrijdag een test. |
4195 | Spiders spin webs. | Spinnen maken webben. |
4196 | Kumiko runs as fast as Tom. | Kumiko rent zo snel als Tom. |
4197 | The shoes are made of leather. | De schoenen zijn van leer. |
4198 | Sleep well, Timmy. | Slaap lekker, Timmy. |
4199 | Sleep tight, Sean. | Slaap zacht, Sean. |
4200 | Cookie’s mother died of cancer. | De moeder van Cookie is aan kanker gestorven. |
4201 | Whales are said to have lived on land long ago. | Men zegt dat walvissen lang geleden op het droge leefden. |
4202 | I’d like to make an appointment with Dr. King. | Ik wil graag een afspraak met Dr. King maken. |
4203 | Thank you for the beautiful flowers. | Bedankt voor de mooie bloemen. |
4204 | A pretty waitress waited on us. | Een mooie kelnerin bediende ons. |
4205 | Christians believe in Jesus Christ. | Christenen geloven in Jesus Christus. |
4206 | Do you believe in Christianity? | Geloof je in het christendom? |
4207 | Carol gets up early every morning. | Carol staat elke ochtend vroeg op. |
4208 | Carol visited Boston last month. | Carol heeft vorige maand Boston bezocht. |
4209 | Carol lives in Chicago. | Carol woont in Chicago. |
4210 | Do you believe in ghosts? | Geloof je in spoken? |
4211 | Can you really not swim? | Kan je echt niet zwemmen? |
4212 | You make me happy. | Jij maakt me gelukkig. |
4213 | You are my sunshine. | Ge zijt mijn zonnetje. |
4214 | What a big house you have! | Wat een groot huis heb je! |
4215 | Your cough is the consequence of smoking. | Jouw hoest is het gevolg van roken. |
4216 | Are you all ready? | Zijt ge allemaal klaar? |
4217 | Where did you go yesterday? | Waar ben je gisteren geweest? |
4218 | I absented myself from school yesterday. | Ik ben gisteren niet naar school gegaan. |
4219 | I slept all day yesterday, because it was Sunday. | Ik heb gisteren de hele dag lang geslapen, omdat het zondag was. |
4220 | I met your parents yesterday. | Gisteren heb ik je ouders ontmoet. |
4221 | I’m sure you’ll like it. | Ik weet zeker dat je het leuk zult vinden. |
4222 | I want a guitar. | Ik wil een gitaar. |
4223 | Cancer can be cured easily if it is found in its first phase. | Kanker kan gemakkelijk genezen worden als het in de eerste fase ontdekt wordt. |
4224 | Cancer is a great enemy of humanity. | Kanker is een grote vijand van de mensheid. |
4225 | The poor girl went blind. | Het arme meisje werd blind. |
4226 | Just give him the wallet. | Geef hem gewoon de portemonnee. |
4227 | Curry and rice is my favorite dish. | Rijst met curry is mijn lievelingsgerecht. |
4228 | Carlos climbed the mountain. | Karlo klom op de berg. |
4229 | Although it was raining, I had to go out. | Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten gaan. |
4230 | Although it was raining, I had to go out. | Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten. |
4231 | Glass is made from sand. | Glas wordt gemaakt van zand. |
4232 | They looked at the rubbish, then they looked at each other. | Eerst zagen ze de rommel, vervolgens keken ze elkaar aan. |
4233 | Do you have a camera? | Heb je een fototoestel? |
4234 | Do you have a camera? | Hebt ge een fototoestel? |
4235 | Watch the camera for me while I make a phone call. | Houd de camera in de gaten als ik telefoneer. |
4236 | The gum adhered to the sole of the shoe. | De kauwgom kleefde aan de schoenzool. |
4237 | I’ve been looking forward to meeting you. | Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten. |
4238 | There were quite a few interesting things to see. | Daar waren niet weinig interessante zaken te zien. |
4239 | It’s pretty cold. | Het is vrij koud. |
4240 | A considerable number of students want to go to college. | Een aanmerkelijk aantal studenten wil naar de universiteit gaan. |
4241 | Canada is larger than Japan. | Canada is groter dan Japan. |
4242 | French is spoken in a part of Canada. | Frans wordt gesproken in een deel van Canada. |
4243 | They speak English and French in Canada. | In Canada spreekt men Engels en Frans. |
4244 | Catholics are against birth control. | Katholieken zijn tegen geboortecontrole. |
4245 | The Catholic Church is opposed to divorce. | De Katholieke Kerk is tegen echtscheiding. |
4246 | Once there was a poor farmer in the village. | Er was eens een arme boer in het dorp. |
4247 | I wear cool clothes and cool sunglasses. | Ik draag coole kleren en een coole zonnebril. |
4248 | Don’t lose heart. | Kop op! |
4249 | Don’t lose heart. | Houd de moed erin! |
4250 | Take care not to catch a cold. | Let op dat ge niet verkouden wordt. |
4251 | Gas seems to be escaping from the pipe. | Het lijkt erop dat er gas uit de buis ontsnapt. |
4252 | There are few apples in the basket. | In het mandje zitten een paar appels. |
4253 | You would make a good diplomat. | Je zou een goede diplomaat zijn. |
4254 | Frogs are afraid of snakes. | Kikkers zijn bang voor slangen. |
4255 | Frogs are afraid of snakes. | Kikkers zijn bang van slangen. |
4256 | When I opened the curtains, it was snowing. | Wanneer ik de gordijnen opende was het aan het sneeuwen. |
4257 | When I opened the curtains, it was snowing. | Het was aan het sneeuwen wanneer ik de gordijnen opende. |
4258 | Let’s hide behind the curtain. | Kom, we verstoppen ons achter het gordijn. |
4259 | The curtain caught fire. | Het gordijn heeft vlam gevat. |
4260 | Can we talk? | Kunnen we praten? |
4261 | Don’t mention it. | Niets te danken! |
4262 | We haven’t seen you in the past four years. | We hebben u niet gezien de voorbije vier jaar. |
4263 | Might I ask your name? | Mag ik vragen hoe u heet? |
4264 | How do you spell your name? | Hoe spel je je naam? |
4265 | Your mother is anxious about your health. | Je moeder is bezorgd om je gezondheid. |
4266 | My mother looked up the history of coffee cups. | Mijn moeder zocht de geschiedenis van koffiekopjes op. |
4267 | Is your mother at home? | Is je moeder thuis? |
4268 | Is your mother at home? | Is je mama thuis? |
4269 | Mom bought a pretty doll for me. | Mama kocht een mooie pop voor mij. |
4270 | Thanks for your reply. | Bedankt voor uw antwoord. |
4271 | The quality of rice is going down. | De kwaliteit van de rijst vermindert. |
4272 | I have gas. | Ik ben winderig. |
4273 | Not only were we hungry, but we were also suffering from thirst. | We hadden niet alleen honger, maar we leden ook dorst. |
4274 | I’m starved. | Ik rammel van de honger. |
4275 | Aren’t you hungry? | Heb je geen honger? |
4276 | Dad bought me a camera. | Papa heeft een fototoestel voor me gekocht. |
4277 | Dad is shaving in the bathroom. | Vader is zich aan het scheren in de badkamer. |
4278 | What are you doing, Dad? | Wat doe je, papa? |
4279 | What are you doing, Dad? | Wat ben je aan het doen, papa? |
4280 | Thank you for calling. | Bedankt voor het bellen. |
4281 | How is the weather? | Hoe is het weer? |
4282 | Let’s have lunch. | Laat ons gaan lunchen. |
4283 | Would you like some more tea? | Wilt u nog een beetje thee? |
4284 | Would you like some more tea? | Wil je nog wat thee? |
4285 | Which do you prefer, tea or coffee? | Welke heb je liever, thee of koffie? |
4286 | Which do you like better, tea or coffee? | Wat heb je liever, thee of koffie? |
4287 | We’ve run out of tea. | We hebben geen thee meer. |
4288 | Do you know each other? | Kennen jullie elkaar? |
4289 | Please let us know. | Laat het ons weten alsjeblieft. |
4290 | Happy birthday to you! | Gefeliciteerd met je verjaardag! |
4291 | Your garden needs some attention. | Je tuin heeft wat aandacht nodig. |
4292 | Do you let your children drink coffee? | Laat gij uw kinderen koffie drinken? |
4293 | Thank you for your patience. | Bedankt voor uw geduld. |
4294 | Thank you for your patience. | Bedankt voor je geduld. |
4295 | Take care of yourself. | Zorg goed voor jezelf. |
4296 | You always sing. | Jij zingt altijd. |
4297 | I know you don’t care. | Ik weet dat het je niks kan schelen. |
4298 | Good-bye! | Tot ziens! |
4299 | We’ll call you when your table is ready. | We zullen u roepen wanneer uw tafel gereed is. |
4300 | What are you planning to do for the New Year vacation? | Wat bent u van plan te gaan doen met de nieuwjaarsvakantie? |
4301 | What’s your daughter’s name? | Wat is de naam van uw dochter? |
4302 | Let’s have sushi. | Laten we sushi eten. |
4303 | Shall I help you? | Moet ik je helpen? |
4304 | Could you help me? | Kunt u me helpen? |
4305 | May I use the bathroom? | Mag ik van uw wc gebruikmaken? |
4306 | Where is your cap? | Waar is je pet? |
4307 | Do you have some time? | Heeft u tijd? |
4308 | Do you have some time? | Heb je tijd? |
4309 | How old are your children? | Hoe oud zijn jullie kinderen? |
4310 | Do you have any children? | Heeft u kinderen? |
4311 | Do you have any children? | Hebben jullie kinderen? |
4312 | Sit wherever you like. | Gaat u maar zitten waar u maar wilt. |
4313 | Find mutual interests, and you will get along with each other. | Vind gemeenschappelijke interesses, en jullie zullen goed met elkaar overweg kunnen. |
4314 | Find mutual interests, and you will get along with each other. | Vind wederzijdse belangen, en jullie zullen goed met elkaar kunnen opschieten. |
4315 | If you insist, I’ll have another drink. | Als je erop staat, drink ik er nog een. |
4316 | He wants the money. | Hij wil het geld. |
4317 | I will do that work on condition that I get paid for it. | Ik zal dat werk doen, op voorwaarde dat ik er voor betaald wordt. |
4318 | With all his money, he is not happy. | Met al zijn geld is hij niet tevreden. |
4319 | Can I borrow some money from you? | Kan ik wat geld van je lenen? |
4320 | I’ll give you back the money tomorrow. | Ik zal je het geld morgen teruggeven. |
4321 | I have hardly any money left. | Ik heb nauwelijks nog wat geld over. |
4322 | I do not want any money. | Ik wil geen geld. |
4323 | Do you have much money with you? | Heb je veel geld bij je? |
4324 | Money has changed his life. | Geld heeft zijn leven veranderd. |
4325 | I’m very happy to make your acquaintance. | Prettig met u kennis te maken. |
4326 | Will you do me a favor? | Wil je me een plezier doen? |
4327 | I’d like to ask a favor of you. | Ik zou je graag om een gunst vragen. |
4328 | Could you do me a favor? Will you lend me some money? | Wilt ge mij een plezier doen? Leent ge mij een beetje geld? |
4329 | Please hurry up! | Haast u alstublieft. |
4330 | Please hurry up! | Haast je alsjeblieft! |
4331 | I’m very happy to meet you. | Prettig met u kennis te maken. |
4332 | I’ve heard a lot about you. | Ik heb veel over u gehoord. |
4333 | Do you want something to drink? | Wil je iets drinken? |
4334 | Do you want something to drink? | Wil je wat drinken? |
4335 | Do you want something to drink? | Wil je iets om te drinken? |
4336 | Do you want something to drink? | Wil je iets te drinken? |
4337 | I’d like to say yes, but… | Ik wil graag ja zeggen, maar… |
4338 | Did you go to see a doctor? | Zijt ge naar de dokter geweest? |
4339 | Oranges grow in warm countries. | Sinaasappels groeien in warme landen. |
4340 | Oranges are sweeter than lemons. | Sinaasappels zijn zoeter dan citroenen. |
4341 | Orange juice or champagne? | Sinaasappelsap of champagne? |
4342 | I don’t see anything. | Ik zie niets. |
4343 | What are the origins of the Olympics? | Wat is de oorsprong van de Olympische Spelen? |
4344 | An olive branch symbolizes peace. | Een olijftak symboliseert vrede. |
4345 | Dutch is closely related to German. | Nederlands is nauw verwant aan Duits. |
4346 | I had never seen a windmill until I visited the Netherlands. | Ik had nog nooit een windmolen gezien totdat ik Nederland bezocht. |
4347 | The Netherlands is a small country. | Nederland is een klein land. |
4348 | Go where you will in Holland, you will see windmills. | Waar je ook heengaat in Holland, je komt overal windmolens tegen. |
4349 | In about two weeks. | Over een week of twee. |
4350 | My heavens, what an enormous box! | Lieve hemel, wat een enorme doos! |
4351 | Good night, Mom. | Welterusten, mama. |
4352 | Oh, you’ve been to the barbershop. | Oh, je bent naar de kapper geweest. |
4353 | Mario’s Pub is where the action is. | Mario’s Pub is waar het gebeurt. |
4354 | I will make a man of you. | Ik zal een man van u maken. |
4355 | You are too young to travel alone. | Je bent te jong om alleen te reizen. |
4356 | You are too young to travel alone. | Jullie zijn te jong om alleen te reizen. |
4357 | You can’t say no. | Je kan niet “nee” zeggen. |
4358 | My aunt was pleased with my success. | Mijn tante was blij met mijn succes. |
4359 | My aunt speaks Chinese as well as English. | Mijn tante spreekt Chinees alsmede Engels. |
4360 | My aunt has three children. | Mijn tante heeft drie kinderen. |
4361 | I have a stomachache. | Ik heb buikpijn. |
4362 | I have a stomachache. | Ik heb maagpijn. |
4363 | I have a stomachache. | Mijn buik doet pijn. |
4364 | Tell her you like her. Don’t be afraid. She won’t bite you. | Zeg haar dat ge haar graag ziet. Heb geen schrik. Ze zal u niet bijten. |
4365 | Don’t pay any attention to what he says. | Let maar niet op wat hij zegt. |
4366 | Keep the change, driver. | Hou het wisselgeld maar, hoor, chauffeur. |
4367 | Oops, my pen has run out of ink. | Oeps, er zit geen ink meer in mijn vulpen. |
4368 | I think what you say is true. | Ik denk dat wat jij zegt waar is. |
4369 | I stand corrected. | Ik neem alles terug. |
4370 | Stop talking and listen to me. | Stop met spreken en luister naar mij. |
4371 | My uncle gave me a book. | Mijn oom heeft mij een boek gegeven. |
4372 | My uncle lives near the school. | Mijn oom woont in de buurt van de school. |
4373 | My uncle runs a hotel. | Mijn oom runt een hotel. |
4374 | Did your uncle let you drive his car? | Heeft uw oom u zijn auto laten besturen? |
4375 | My uncle has a large family. | Mijn oom heeft een grote familie. |
4376 | My uncle gave me a camera. | Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven |
4377 | Grandfather speaks very slowly. | Opa spreekt heel traag. |
4378 | It saved me. | Het heeft me gered. |
4379 | I’m fine, thank you. | Ik ben oké, dank je. |
4380 | I’m fine, thank you. | Ik ben in orde, dank je. |
4381 | The aurora is a phenomenon characteristic of the polar regions. | Het noorderlicht is een fenomeen dat kenmerkend is voor poolgebieden. |
4382 | How long should we leave it in the oven? | Hoelang moeten we het in de oven laten? |
4383 | Where in Austria did you grow up? | Waar in Oostenrijk ben je opgegroeid? |
4384 | Australia exports a lot of wool. | Australië exporteert veel wol. |
4385 | Australia exports a lot of wool. | Australië voert veel wol uit. |
4386 | I found a good Mexican restaurant. | Ik heb een goed Mexicaans restaurant gevonden. |
4387 | Hey, you! What are you doing? | Hee jij daar! Wat ben je aan het doen? |
4388 | The engine would not start. | De motor wou niet starten. |
4389 | Ellen does not speak English. | Ellen spreekt geen Engels. |
4390 | The elevator is out of order. | De lift is buiten werking. |
4391 | You may not smoke in an elevator. | In een lift moogt ge niet roken. |
4392 | Eric is on our soccer team. | Eric speelt in onze voetbalploeg. |
4393 | Edward is junior to Robert. | Edward is jonger dan Robert. |
4394 | Let me see. | Laat zien. |
4395 | Edison was an ingenious person. | Edison was een genie. |
4396 | Edison invented the electric lamp. | Edison heeft de elektrische lamp uitgevonden. |
4397 | What language do they speak in Egypt? | Welke taal spreekt men in Egypte? |
4398 | Yes, orange juice, please. | Ja, sinaasappelsap, alstublieft. |
4399 | Yes, this is Anthony. | Ja, dat is Anthony. |
4400 | There were six children in the Evans family. | Er waren zes kinderen in het gezin Evans. |
4401 | Where do the airport buses leave from? | Waarvandaan vertrekken de bussen naar het vliegveld? |
4402 | The rumor proved true. | Het gerucht bleek waar te zijn. |
4403 | Shut up and listen, kid. | Zwijg en luister, jongen! |
4404 | Mr Wood had no sons. | Mijnheer Wood had geen zonen. |
4405 | Our garden was full of weeds. | Onze tuin stond vol onkruid. |
4406 | All our children are immune to measles. | Al onze kinderen zijn tegen de mazelen immuun. |
4407 | There are some foreign workers in my company as well. | In mijn bedrijf zijn er ook een aantal buitenlandse werknemers. |
4408 | I prepared a weak solution of sugar and water. | Ik heb een slappe suikeroplossing gemaakt. |
4409 | I feel guilty. | Ik voel me schuldig. |
4410 | Rabbits like to eat carrots. | Konijnen eten graag wortelen. |
4411 | A rabbit has long ears. | Een konijn heeft lange oren. |
4412 | A rabbit is running in the garden. | Er loopt een konijn in de tuin. |
4413 | Wendy was not always interested in Japanese festivals. | Wendy was niet altijd geïnteresseerd in Japanse festivals. |
4414 | In Wales we have a proverb. | In Wales hebben we een spreekwoord. |
4415 | Hmm. I have a feeling I’m going to get lost whichever road I take. | Hmm. Ik heb het gevoel dat ik ga verdwalen, welke weg ik ook neem. |
4416 | I didn’t know that Mr. Williams fought in the Vietnam War. | Ik wist niet dat meneer Williams in de Vietnamoorlog gevochten had. |
4417 | Prices are high. | De prijzen zijn hoog. |
4418 | I have the flu and I’m tired. | Ik heb griep en ik ben moe. |
4419 | Have you ever been to India? | Ben jij ooit in India geweest? |
4420 | A dolphin is a kind of mammal. | Een dolfijn is een soort zoogdier. |
4421 | A dolphin is a mammal. | Een dolfijn is een zoogdier. |
4422 | Iran proclaimed war against the US. | Iran heeft Amerika de oorlog verklaard. |
4423 | No, Chinese dishes are the best. | Nee, Chinees is het beste. |
4424 | No, I don’t have it with me. | Nee, ik heb het niet bij me. |
4425 | No, sit down. | Nee, ga zitten. |
4426 | Not words but action is needed now. | Er zijn nu geen woorden nodig, maar daden. |
4427 | Are you still having difficulty with physics? | Heb je nog moeite met natuurkunde? |
4428 | No one has ever seen God. | Niemand heeft ooit God gezien. |
4429 | No matter how much you hurry your effort is just a drop in the bucket. | Hoe je je ook spoedt, je pogingen zijn maar een druppel op een hete plaat. |
4430 | It is the snake that tempts Eve. | Het is de slang die Eva verleidt. |
4431 | When it comes to snoring, no one can top Mr Snore. | Als het op snurken aankomt kan niemand meneer Snurk verslaan. |
4432 | Never speak ill of others behind their backs. | Spreek geen kwaad van anderen achter hun rug om. |
4433 | When did you see her? | Wanneer hebt ge haar ontmoet? |
4434 | When were you born? | Wanneer bent u geboren? |
4435 | When were you born? | Wanneer ben je geboren? |
4436 | When were you born? | Wanneer zijn jullie geboren? |
4437 | When to start is the main problem. | Wanneer te beginnen is het grootste probleem. |
4438 | When will you get ready to leave? | Wanneer ben je klaar om te vertrekken? |
4439 | When will you leave? | Wanneer vertrekt ge? |
4440 | It could attack us at any moment. | Het kan ons elk ogenblik aanvallen. |
4441 | Would you please tell me when to get off? | Kunt u mij alstublieft vertellen wanneer ik moet uitstappen? |
4442 | I don’t know exactly when I will be back. | Ik weet niet juist wanneer ik terugkom. |
4443 | When did you get back from London? | Wanneer ben je uit Londen teruggekomen? |
4444 | I always keep my word. | Ik houd altijd mijn woord. |
4445 | I always keep my word. | Ik hou altijd mijn woord. |
4446 | You must always tell the truth. | Je moet altijd de waarheid spreken. |
4447 | I’m always very nervous. | Ik ben altijd erg zenuwachtig. |
4448 | I’m always under pressure. | Ik sta altijd onder druk. |
4449 | I write articles regularly. | Ik schrijf regelmatig artikels. |
4450 | What time do you usually have breakfast? | Hoe laat ontbijt u gewoonlijk? |
4451 | Always keep a handkerchief in your pocket. | Houd altijd een zakdoek in je zak. |
4452 | She came late as usual. | Zoals gewoonlijk was ze te laat. |
4453 | As usual, Mike turned up on time. He’s very punctual. | Zoals gewoonlijk was Mike op tijd. Hij is zeer stipt. |
4454 | She was always able to answer all the questions. | Ze kon altijd op alle vragen antwoorden. |
4455 | When did you come to Paris? | Wanneer ben je naar Parijs gekomen? |
4456 | Always tell the truth. | Zeg steeds de waarheid. |
4457 | Always tell the truth. | Zeg altijd de waarheid. |
4458 | You can count on me any time. | Je kan wanneer dan ook op me rekenen. |
4459 | You should always apologize in person. | Je behoort altijd in persoon je verontschuldigingen aan te bieden. |
4460 | You may always use my dictionary. | Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken. |
4461 | I’m always ready for death. | Ik ben altijd klaar om te sterven. |
4462 | When would it be convenient for you? | Wanneer komt het u uit? |
4463 | I met him once. | Ik heb hem een keer ontmoet. |
4464 | Where did you pick up your Italian? | Waar heb je Italiaans geleerd? |
4465 | Where did you pick up your Italian? | Waar heeft u Italiaans geleerd? |
4466 | When are you going back to Italy? | Wanneer keert ge terug naar Italië? |
4467 | Italy is bounded on the north by Switzerland. | Italië grenst in het noorden aan Zwitserland. |
4468 | The capital of Italy is Rome. | De hoofdstad van Italië is Rome. |
4469 | At any rate, he was satisfied with the results. | In alle geval was hij blij met de resultaten. |
4470 | However much she eats, she never gains weight. | Om het even wat ze eet, ze verdikt niet. |
4471 | England is proud of her poets. | Engeland is trots op zijn poëten. |
4472 | British English differs from American English in many ways. | Brits Engels verschilt in veel opzichten van Amerikaans Engels. |
4473 | There are some differences between British English and American English. | Er zijn enkele verschillen tussen Brits en Amerikaans Engels. |
4474 | Who is the greatest poet in England? | Wie is de grootste dichter van Engeland? |
4475 | I come from England. | Ik kom uit Engeland. |
4476 | Just say yes or no. | Zeg gewoon ja of neen. |
4477 | I think we could be good friends. | Ik denk dat wij goede vrienden zouden kunnen zijn. |
4478 | That’s great. Nobody gives me anything. | Geweldig. Niemand geeft me iets. |
4479 | Happy Easter! | Vrolijk Pasen! |
4480 | No, I’m tired. | Nee, ik ben moe. |
4481 | No, I don’t know. | Nee, ik weet het niet. |
4482 | No, I don’t think that I am to blame. | Nee, ik denk niet dat het mij kwalijk moet worden genomen. |
4483 | No, but I play tennis. | Nee, maar ik speel tennis. |
4484 | No, no, it’s on me. | Nee, nee, ik heb het bij mij. |
4485 | Ann gave me this present. | Ann gaf mij dit geschenk. |
4486 | Ann has a weakness for chocolate. | Ann heeft een zwak voor chocolade. |
4487 | I wonder when Anne will come. | Ik vraag mij af wanneer Anna komt. |
4488 | Ann had no friends to play with. | Ana had geen vrienden waarmee ze kon spelen. |
4489 | Ann has no sister. | Ann heeft geen zus. |
4490 | Anne has many admirers. | Ana heeft veel bewonderaars. |
4491 | He is fortunate having such a good wife. | Hij heeft geluk zo’n goede vrouw te hebben. |
4492 | What’s that? | Wat is dat? |
4493 | Whose books are those? | Van wie zijn die boeken? |
4494 | Those houses are 500 years old. | Deze huizen zijn vijfhonderd jaar oud. |
4495 | That is his car. | Dat is zijn auto. |
4496 | That is the house where he lives. | Dat is het huis waar hij woont. |
4497 | Whose book is that? | Van wie is dat boek? |
4498 | That is the fastest train in the world. | Dat is de snelste trein ter wereld. |
4499 | That is our school. | Dat is onze school. |
4500 | That’s the boy I saw yesterday. | Dat is het jongetje, dat ik gisteren heb gezien. |
4501 | Is that a cow or a buffalo? | Is dit een koe of een buffel? |
4502 | That can’t be Mary. She’s in hospital now. | Dat kan Mary niet zijn. Ze ligt nu in het ziekenhuis. |
4503 | Is that a bus or a car? | Is dat een bus of een auto? |
4504 | That is a table. | Dat is een tafel. |
4505 | That is the bus stop. | Dat is de bushalte. |
4506 | Is that a bat? | Is dat een vleermuis? |
4507 | That is my school. | Dat is mijn school. |
4508 | One day she and I visited an old friend. | Op een dag bezochten zij en ik een oude vriend. |
4509 | One day I was lost in London. | Op een dag was ik verdwaald in Londen. |
4510 | One man’s meat is another man’s poison. | De één zijn dood is de ander zijn brood. |
4511 | A girl phoned me. | Een meisje belde me op. |
4512 | Certain animals are fast disappearing. | Bepaalde diersoorten zijn snel aan het verdwijnen. |
4513 | A study reports that 53,000 Americans die each year as a result of secondhand smoke. | Volgens een studie sterven elk jaar 53.000 Amerikanen aan de gevolgen van passief roken. |
4514 | In a sense what he says is true. | In zekere zin is dat wat hij zegt waar. |
4515 | In a way you are right, but I still have doubts. | Ergens hebt ge gelijk, maar ik heb nog mijn twijfels. |
4516 | The Alps are in the center of Europe. | De Alpen liggen in het midden van Europa. |
4517 | ‘A’ comes before ‘B’ in the alphabet. | In het alfabet komt a voor b. |
4518 | In the alphabet, B comes after A. | B komt na A in het alfabet. |
4519 | One sunny day in April, I went out for a walk. | Op een zonnige dag in april ging ik wandelen. |
4520 | I think it strange that Alice should keep silence for such a long time. | Ik vind het vreemd dat Alice zich zo lang stil houdt. |
4521 | You might at least say “thank you.” | Je zou tenminste “bedankt” kunnen zeggen. |
4522 | What is a cynic? A man who knows the price of everything, and the value of nothing. | Wat is een cynicus? Een man die van alles de prijs kent, maar van niets de waarde. |
4523 | All things considered, he is a good teacher. | Alles bij elkaar genomen, is hij een goede leerkracht. |
4524 | Americans eat a lot of meat. | Amerikanen eten veel vlees. |
4525 | Americans are very friendly people. | Amerikanen zijn erg vriendelijk. |
4526 | The Americans are an aggressive people. | De Amerikanen zijn een agressief volk. |
4527 | The Americans had nothing to do with the matter. | De Amerikanen hadden niets te maken met de kwestie. |
4528 | The first immigrants in American history came from England and the Netherlands. | De eerste immigranten in de Amerikaanse geschiedenis kwamen uit Engeland en Nederland. |
4529 | We met in the American history class. | We hebben elkaar ontmoet in de les Amerikaanse geschiedenis |
4530 | America did away with slavery. | De Verenigde Staten schaften de slavernij af. |
4531 | America abounds in oil. | Amerika heeft petroleum in overvloed. |
4532 | The U.S. is calling for an arms embargo against violators of the treaty. | De VS roept op tot een wapenembargo tegen de schenders van het verdrag. |
4533 | The United States borders Canada. | De Verenigde Staten grenzen aan Canada. |
4534 | The urban population of America is increasing. | De stedelijke bevolking van Amerika neemt toe. |
4535 | What is the capital of the United States? | Wat is de hoofdstad van de Verenigde Staten van Amerika? |
4536 | Athletic boys are popular with girls in American schools. | Atletische jongens zijn populair bij meisjes in Amerikaanse scholen. |
4537 | I hope we don’t have to wait for too long. | Ik hoop dat we niet al te lang hoeven wachten. |
4538 | It is too hot to work. | Het is te warm om te werken. |
4539 | You have changed so much that I can hardly recognize you. | Je bent zo veranderd dat ik je bijna niet kan herkennen. |
4540 | The Amazon is the second longest river in the world after the Nile. | De Amazone is de op een na langste rivier ter wereld en komt na de Nijl. |
4541 | I asked for an appointment, but he wouldn’t spare me the time. | Ik vroeg om een afspraak maar hij kon geen tijd voor me vrijmaken. |
4542 | Africa is a continent; Greenland is not. | Afrika is een continent, Groenland niet. |
4543 | Abraham Lincoln’s father was a carpenter by trade. | De vader van Abraham Lincoln was van beroep schrijnwerker. |
4544 | How much rent do you pay for the apartment? | Hoeveel huur betaal je voor het appartement? |
4545 | I’ll keep that book for myself. | Ik zal dat boek zelf houden. |
4546 | Put that book aside for me. | Leg dat boek voor mij aan de kant. |
4547 | Whose is that book? | Van wie is dat boek? |
4548 | That book is a new book. | Dit boek is een nieuw boek. |
4549 | How huge that airship is! | Dat vliegtuig is pas groot! |
4550 | That box is too small to hold all these things. | Die doos is te klein om al deze dingen te houden. |
4551 | That island has a tropical climate. | Dat eiland heeft een tropisch klimaat. |
4552 | How high is that tower? | Hoe hoog is die toren? |
4553 | Do they sell notebooks at that store? | Verkopen ze schriften in die winkel? |
4554 | Those birds build their nests in the summer and fly to the south in the winter. | Die vogels bouwen in de zomer hun nest en vliegen in de winter naar het zuiden. |
4555 | That boy takes after his father. | Dat jongetje lijkt op zijn vader. |
4556 | What he lacks is courage. | Het ontbreekt hem aan moed. |
4557 | Look at that big dog. | Kijk naar die grote hond. |
4558 | He was living in England when the war broke out. | Hij woonde in Engeland toen de oorlog uitbrak. |
4559 | That river is dangerous to swim in. | Het is gevaarlijk om in die rivier te zwemmen. |
4560 | He makes a bad impression. | Hij maakt een slechte indruk. |
4561 | Something in his face really reminded me of an old boyfriend of mine. | Iets in zijn gezicht herinnerde mij aan een oude vriend van mij. |
4562 | Do you know if he has a girlfriend? | Weet jij, of hij een vriendin heeft? |
4563 | I wanted to show them my appreciation. | Ik wou hen mijn waardering tonen. |
4564 | While they were away on holiday, their neighbours looked after the dog. | Toen ze op vakantie waren, zorgden hun buren voor de hond. |
4565 | That’s the woman who wants to see you. | Dat is de vrouw die u wil zien. |
4566 | What happened to him? | Wat is er met hem gebeurd? |
4567 | That girl is arrogant because of her beauty. | Dat meisje is arrogant vanwege haar schoonheid. |
4568 | I wonder who that girl is. | Ik vraag me af wie dat meisje is. |
4569 | She is no beauty. | Ze is geen schoonheid. |
4570 | You don’t have to be very old to remember that event. | Ge moet niet erg oud zijn om u die gebeurtenis te herinneren. |
4571 | That car is a real beauty. | Die auto is een echte schoonheid. |
4572 | That copy differs from the original. | Deze kopie verschilt met het origineel. |
4573 | The chances of success are greater if the business man knows the ropes, and also has more funds at his disposal. | De kans op succes is groter als de zakenman van wanten weet en ook als hij meer geld tot zijn beschikking heeft. |
4574 | That clock is one minute fast. | Die klok loopt één minuut voor. |
4575 | His health has declined since the accident. | Zijn gezondheid is verslechterd sinds het ongeluk. |
4576 | The child is dirty. | Het kind is vies. |
4577 | If that boy had not been killed in the traffic accident, he would be a college student now. | Als die jongen niet dood was gegaan in het verkeersongeval, was hij nu een student geweest. |
4578 | If that boy had not been killed in the traffic accident, he would be a college student now. | Als die jongen niet in een verkeersongeluk omgekomen was zou hij nu student zijn. |
4579 | The job offer still stands. | De werkaanbieding geldt nog steeds. |
4580 | How high is that mountain? | Hoe hoog is die berg? |
4581 | We were younger then. | Toen waren we jonger. |
4582 | Look at that tall building. | Kijk eens naar dat hoge gebouw. |
4583 | Look at that tall building. | Moet je dat hoge gebouw zien. |
4584 | That fox must have killed the hen. | Die vos moet de hen gedood hebben. |
4585 | That dog has a short tail. | Die hond heeft een korte staart. |
4586 | Look at that building. | Kijk naar dat gebouw. |
4587 | Those shoes don’t go with the suit. | Die schoenen passen niet met het pak. |
4588 | How long is that bridge? | Hoe lang is die brug? |
4589 | It’s fun to watch the race. | Het is leuk om de race te bekijken. |
4590 | Is that machine still usable? | Is die machine nog bruikbaar? |
4591 | That nurse is very kind and polite. | Die verpleegster is heel vriendelijk en beleefd. |
4592 | How fluently that foreigner speaks Japanese! | Hoe vloeiend die buitenlander Japans spreekt! |
4593 | The people in the office will never agree. | De mensen op kantoor zullen nooit instemmen. |
4594 | That flower smells sweet. | Deze bloem ruikt lekker. |
4595 | I like the slow rhythm of that song. | Ik hou van het trage ritme van dat liedje. |
4596 | I regret not having bought that house. | Ik heb er spijt van dat huis niet te hebben gekocht. |
4597 | I regret not having bought that house. | Ik betreur het dat huis niet te hebben gekocht. |
4598 | That house is big. | Dat huis is groot. |
4599 | That house is much better than this. | Dat huis is veel beter dan dit. |
4600 | The house is haunted. | Het spookt in dat huis. |
4601 | Look at that smoke. | Moet je die rook zien. |
4602 | That movie is worth seeing. | Die film is de moeite waard. |
4603 | That cloud is in the shape of a fish. | Die wolk heeft de vorm van een vis. |
4604 | Did you have a good meal at that restaurant? | Hebt ge goed gegeten in het restaurant? |
4605 | Don’t climb that ladder – it’s not secure. | Niet op die ladder klimmen; hij is niet veilig. |
4606 | That guitar is so expensive that I can’t buy it. | Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen. |
4607 | That guitar is so expensive that I can’t buy it. | Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen. |
4608 | I wish I could buy that guitar. | Ik wou dat ik die gitaar kon kopen. |
4609 | One of them is a spy. | Eén van hen is een spion. |
4610 | Miss! I feel sick. | Mevrouw! Ik voel me ziek. |
4611 | You told me so yourself. | Je hebt het me zelf verteld. |
4612 | You told me so yourself. | Zo heb je dat me zelf verteld. |
4613 | I’m on your side. | Ik sta aan jouw kant. |
4614 | You remind me of your mother. | Je doet me denken aan je moeder. |
4615 | You remind me of your mother. | U doet me denken aan uw moeder. |
4616 | I’m sorry I’ve kept you waiting so long. | Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten. |
4617 | I didn’t want to alarm you. | Ik wilde je niet doen schrikken. |
4618 | Don’t you sleep well at night? | Slaap je niet goed ‘s nachts? |
4619 | Where will you be this time tomorrow? | Waar zult ge morgen zijn op dit uur? |
4620 | How often do you go skiing every year? | Hoeveel keer per jaar gaat ge skiën? |
4621 | How often do you go skiing every year? | Hoeveel keer per jaar ga je skiën? |
4622 | Do you go shopping every day? | Doe je iedere dag boodschappen? |
4623 | Do you listen to the radio at home every day? | Luister jij thuis dagelijks naar de radio? |
4624 | How long do you play tennis every day? | Hoe lang speel je iedere dag tennis? |
4625 | You have a lot of books. | U heeft veel boeken. |
4626 | You have a lot of books. | Jij hebt veel boeken. |
4627 | Have you been to Hokkaido? | Ben je ooit naar Hokkaido geweest? |
4628 | Have you been to Hokkaido? | Heb je ooit Hokkaido bezocht? |
4629 | Are you busy? | Ben je bezig? |
4630 | Are you studying? | Studeer je? |
4631 | Are you studying? | Ben je aan het studeren? |
4632 | Your nose is bleeding. | Uw neus bloedt. |
4633 | Your nose is bleeding. | Je neus bloedt. |
4634 | Do you think her attractive? | Vind je haar aantrekkelijk? |
4635 | What did you say you gave her for her birthday? | Wat hebt ge gezegd dat ge haar op haar verjaardag gegeven hadt? |
4636 | You can swim much better than him. | Je kan veel beter zwemmen dan hij. |
4637 | Do you know where he lives? | Weet gij waar hij woont? |
4638 | Are you always at home in the evening? | Ben je altijd thuis ‘s avonds? |
4639 | You only have to work hard. | Ge moet alleen hard werken. |
4640 | You are not Japanese. | U bent geen Japanner. |
4641 | Do you speak Japanese? | Spreekt u Japans? |
4642 | Do you speak Japanese? | Spreek je Japans? |
4643 | Do you have two books? | Heb je twee boeken? |
4644 | You live in Tokyo, don’t you? | Ge woont in Tokio, nietwaar? |
4645 | Do you live in the city? | Woon je in de stad? |
4646 | Can you go to the office by train? | Kunt ge met de trein naar kantoor gaan? |
4647 | You need not pay for your lunch. | Je hoeft niet te betalen voor je lunch. |
4648 | Do you know how old Miss Nakano is? | Weet ge hoe oud juffrouw Nakano is? |
4649 | Did you feel the earth move? | Voelde je de aarde bewegen? |
4650 | You speak French very well. I wish I could speak it as well as you. | Jij spreekt uitstekend Frans. Ik wou dat ik het zo goed als jij kon spreken. |
4651 | All you have to do is to do your best. | Je hoeft alleen maar je best doen. |
4652 | You are just the same as you always were. | Je bent nog net hetzelfde zoals je altijd was. |
4653 | You needn’t prepare a formal speech. | Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden. |
4654 | You must not eat too much. | Je mag niet te veel eten. |
4655 | Do you get along with your boss? | Heb je een goede verstandhouding met je baas? |
4656 | Do you go to an elementary school? | Ga je naar de lagere school? |
4657 | Have you done your homework? | Heb je je huiswerk gedaan? |
4658 | What do you have in your hand? | Wat heb je in je hand? |
4659 | Do you have a car? | Heb je een auto? |
4660 | Do you live in Sasayama? | Woon je in Sasayama? |
4661 | Have you ever eaten turkey? | Hebt ge al kalkoen gegeten? |
4662 | Have you ever eaten turkey? | Heb je al eens kalkoen gegeten? |
4663 | All you have to do is to clean your room. | Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken. |
4664 | You dropped your handkerchief. | Ge hebt uw zakdoek laten vallen. |
4665 | You cannot be too careful when you drive a car. | Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto. |
4666 | Do you know me? | Ken je me? |
4667 | You have more energy than I. | Jij hebt meer energie dan ik. |
4668 | You are taller than I. | U bent langer dan ik. |
4669 | You are taller than I. | Jij bent groter dan ik. |
4670 | You are not as short as I. | Je bent niet zo klein als ik. |
4671 | You mustn’t use my pen. | Je mag mijn pen niet gebruiken. |
4672 | What did you do with my pants? | Wat hebben jullie met mijn broek gedaan? |
4673 | Did you see my camera? | Heb je mijn fototoestel gezien? |
4674 | You are twice as strong as I. | Je bent twee keer zo sterk als ik. |
4675 | What would you have me do? | Wat wil je dat ik doe? |
4676 | You have no heart. | Je hebt geen hart. |
4677 | You have no heart. | Jij hebt geen hart. |
4678 | Were you tired last night? | Was je gisteravond moe? |
4679 | Did you play baseball yesterday? | Heb je gister baseball gespeeld? |
4680 | Did you play baseball yesterday? | Heb je gisteren baseball gespeeld? |
4681 | Did you study yesterday? | Hebt ge gisteren gestudeerd? |
4682 | You were absent from school yesterday. | Gisteren was u niet op school. |
4683 | You were absent from school yesterday. | Je was niet op school gisteren. |
4684 | Were you home last night? | Waart gij gisteravond thuis? |
4685 | Will you stay at home tonight? | Blijft ge thuis vanavond? |
4686 | Where do you want to go this summer? | Waar wil je van de zomer heen gaan? |
4687 | You don’t have to work today. | Vandaag moet ge niet werken. |
4688 | You’ll have to study harder from now on. | Je zult vanaf nu harder moeten studeren. |
4689 | Have you ever seen a whale? | Hebt ge al een walvis gezien? |
4690 | Have you ever seen Tokyo Tower? | Hebt ge de Toren van Tokio al gezien? |
4691 | Have you ever seen Tokyo Tower? | Heb je de Toren van Tokio wel eens gezien? |
4692 | Do you like black cats? | Houdt ge van zwarte katten? |
4693 | Do you like black cats? | Hou je van zwarte katten? |
4694 | He said that you need not go. | Hij zei dat je niet hoeft te gaan. |
4695 | You have to go whether you like it or not. | Of je het nu leuk vindt of niet, je moet gaan. |
4696 | You’re too young to marry. | Je bent te jong om te trouwen. |
4697 | You are crazy. | Je bent gek. |
4698 | You have a good memory. | Ge hebt een goed geheugen. |
4699 | You have a good memory. | Gij hebt een goed geheugen. |
4700 | You should try to make the most of your opportunities. | Je moet proberen het meeste uit je mogelijkheden te halen. |
4701 | Are you a student? | Zijt ge student? |
4702 | Are you a student? | Ben je student? |
4703 | Are you interested in flowers? | Interesseren bloemen u? |
4704 | Are you interested in flowers? | Interesseer je je voor bloemen? |
4705 | You can sing a song. | Je kunt een lied zingen. |
4706 | How many sisters do you have? | Hoeveel zussen hebt gij? |
4707 | How large is your family? | Hoe groot is uw familie? |
4708 | What time do you leave for school? | Hoe laat vertrekt ge naar school? |
4709 | What time do you leave for school? | Hoe laat ga je naar school? |
4710 | What sign were you born under? | Wat is je sterrenbeeld? |
4711 | Why did you live in Kyoto last year? | Waarom woonde je in Kyoto vorig jaar? |
4712 | Do you want anything to eat? | Wilt u iets om te eten? |
4713 | How many languages do you speak? | Hoeveel talen spreekt u? |
4714 | How many languages do you speak? | Hoeveel talen spreken jullie? |
4715 | How many languages do you speak? | Hoeveel talen spreek jij? |
4716 | Are you interested in music? | Ben je geïnteresseerd in muziek? |
4717 | Are you on your way to the station? | Ben je onderweg naar het station? |
4718 | Can you translate English into Japanese? | Kan je Engels naar Japans vertalen? |
4719 | You can swim, but I can’t swim. | Jij kan zwemmen, maar ik niet. |
4720 | You need to work very hard. | Je moet heel hard werken. |
4721 | You will see the difference. | Je zult het verschil zien. |
4722 | Do you know if Lucy can speak Japanese? | Weet gij of Lucy Japans spreekt? |
4723 | Do you like apples or oranges? | Vind je appels of sinaasappels lekker? |
4724 | You’ve never been to Europe, have you? | Je bent nog nooit in Europa geweest, toch? |
4725 | I hope you will come up with a better plan. | Ik hoop dat je met een beter plan komt. |
4726 | I hope you will come up with a better plan. | Ik hoop dat je met een beter plan voor de dag komt. |
4727 | It is high time you were in bed. | Het wordt hoog tijd dat je naar bed gaat. |
4728 | You’ll be crying before long. | Je zal snel wenen. |
4729 | You are absolutely right. | Je hebt helemaal gelijk. |
4730 | You are absolutely right. | Je hebt volkomen gelijk. |
4731 | Do you usually have tea for breakfast? | Heb je gewoonlijk thee voor het ontbijt? |
4732 | You should not go alone. | Je zou niet alleen moeten gaan. |
4733 | Do you have a violin? | Hebt ge een viool? |
4734 | How long have you played soccer? | Hoelang speel je al voetbal? |
4735 | Which club do you want to join? | Van welke club wil je lid worden? |
4736 | How long have you lived in Kobe? | Hoe lang woonde je in Kobe? |
4737 | Where do you play tennis? | Waar speelt gij tennis? |
4738 | Where did you see the boy? | Waar heb je de jongen gezien? |
4739 | Where did you see the boy? | Waar hebben jullie de jongen gezien? |
4740 | Where did you see the boy? | Waar heeft u de jongen gezien? |
4741 | Why are you alone? | Waarom ben je alleen? |
4742 | What do you think, Miss West? | Wat denkt u, juffrouw West? |
4743 | I hear that you are a good tennis player. | Ik heb gehoord dat je een goede tennisspeler bent. |
4744 | Did you stay home to study for the test? | Ben je thuis gebleven om te leren voor de toets? |
4745 | You can dance, can’t you? | Ge kunt toch dansen, ja? |
4746 | You can dance, can’t you? | Je kan dansen, nietwaar? |
4747 | You don’t have to get up so early. | Je hoeft niet zo vroeg op te staan. |
4748 | Did you make it for yourself? | Heb je dat voor jezelf gemaakt? |
4749 | You must stand in a line to buy the ticket. | Je moet aanschuiven om een biljet te kopen. |
4750 | You have been busy. | Je hebt het druk gehad. |
4751 | It is necessary for you to go there immediately. | Ga zeker onmiddellijk naar daar. |
4752 | Are you familiar with the rules of soccer? | Kent ge de regels van het voetbal? |
4753 | You don’t play golf, do you? | Je speelt geen golf, of wel? |
4754 | Have you read this article? | Heb je dit artikel gelezen? |
4755 | Are you a teacher here or a student? | Ben je een leerkracht of een leerling hier? |
4756 | You drink too much coffee. | Ge drinkt te veel koffie. |
4757 | Did you call your friend in Canada? | Heb je je vriend in Canada opgebeld? |
4758 | Do you remember your father’s birthday? | Herinner je je de geboortedag van je vader? |
4759 | What do you do in your spare time? | Wat doe je in je vrije tijd? |
4760 | What do you do in your spare time? | Wat doet gij in uw vrije tijd? |
4761 | You know many interesting places, don’t you? | Jij kent veel interessante plaatsen, of niet? |
4762 | When do you go back to Japan? | Wanneer ga je terug naar Japan? |
4763 | When do you go back to Japan? | Wanneer gaan jullie terug naar Japan? |
4764 | When do you go back to Japan? | Wanneer gaat u terug naar Japan? |
4765 | When will you go back to Japan? | Wanneer ga je terug naar Japan? |
4766 | When did you come back from Tokyo? | Wanneer kwam je uit Tokio terug? |
4767 | When will you come back to school? | Wanneer zal je terugkomen naar school? |
4768 | When will you come back to school? | Wanneer kom je terug naar school? |
4769 | You are always late. | Je bent altijd te laat. |
4770 | You should always tell the truth. | Ge zoudt altijd de waarheid moeten zeggen. |
4771 | Do you have any apples? | Heb je appels? |
4772 | Are you American or French? | Ben je Amerikaans of Frans? |
4773 | You will miss Japanese food in the United States. | Je zal Japans eten in de Verenigde Staten missen. |
4774 | What did you do with that car? | Wat heb je gedaan met die auto? |
4775 | Do you believe in UFOs? | Geloof jij in ufo’s? |
4776 | You must get up at six. | Je moet om zes uur opstaan. |
4777 | You have four dogs. | Je hebt vier honden. |
4778 | How many books do you read a month? | Hoeveel boeken lees je per maand? |
4779 | How many books do you read a month? | Hoeveel boeken leest ge per maand? |
4780 | Have you known her since 1990? | Je kent haar sinds 1990? |
4781 | You should know better now you are eighteen. | Je zou beter moeten weten nu je achttien bent. |
4782 | How would you define “happiness”? | Hoe zoudt ge “geluk” definiëren? |
4783 | How would you define “happiness”? | Hoe zou jij “geluk” omschrijven? |
4784 | You have to protect your family. | Je moet je gezin beschermen. |
4785 | What time do you go home? | Hoe laat ga je naar huis? |
4786 | Have you ever heard her sing on the stage? | Hebt ge haar al horen zingen op een podium? |
4787 | I’m sorry I opened your mail by mistake. | Het spijt me dat ik je mail per ongeluk opende. |
4788 | Say hello to your friends. | Zeg “Dag” tegen uw vrienden. |
4789 | Compare your translation with his. | Vergelijk uw vertaling met de zijne. |
4790 | Come and write your name. | Kom en schrijf uw naam. |
4791 | Please write down your name. | Schrijf uw naam alstublieft. |
4792 | Please write down your name. | Wil je je naam opschrijven? |
4793 | Your name stands first in the list. | Jouw naam staat bovenaan de lijst. |
4794 | Fill in your name and address. | Vul uw naam en adres in. |
4795 | Your name was mentioned. | Uw naam werd vermeld. |
4796 | How do you spell your family name? | Hoe spel je je achternaam? |
4797 | Your dreams have come true. | Je dromen zijn waar geworden. |
4798 | Your answer doesn’t make sense. | Uw antwoord is onzin. |
4799 | Your efforts resulted in the success. | Je inspanningen hebben in succes geresulteerd |
4800 | I interpreted your silence as consent. | Ik interpreteer je zwijgen als toestemmen. |
4801 | We do need your advice. | We hebben je advies nodig. |
4802 | Your job hangs by a thread. | Jouw baan hangt aan een zijden draadje. |
4803 | May I take a picture of you? | Mag ik een foto van je maken? |
4804 | Can I use your dictionary? | Mag ik je woordenboek even? |
4805 | Can I use your dictionary? | Kan ik je woordenboek gebruiken? |
4806 | Can I use your dictionary? | Mag ik je woordenboek gebruiken? |
4807 | Lend me your bicycle. | Leen me je fiets uit. |
4808 | Your bicycle is better than mine. | Uw fiets is beter dan de mijne. |
4809 | Your watch is on the desk. | Je horloge ligt op het bureau. |
4810 | What is your name? | Hoe heet u? |
4811 | What is your name? | Hoe heet je? |
4812 | What is your name? | Wat is je naam? |
4813 | Can I borrow your umbrella? | Mag ik je paraplu lenen? |
4814 | Your idea is similar to mine. | Uw idee is gelijkaardig aan het mijne. |
4815 | Your idea is similar to mine. | Jouw idee is gelijkaardig aan het mijne. |
4816 | Your ideas are hardly practical. | Uw ideeën zijn amper praktisch. |
4817 | Who is your favorite author? | Wie is uw lievelingsschrijver? |
4818 | What is your favorite TV program? | Welk is uw favoriete televisieprogramma? |
4819 | I am very pleased to hear of your success. | Ik ben blij over je succes te horen. |
4820 | Judging from what you say, he must be a great writer. | Afgaand op wat je zegt, moet hij een goede schrijver zijn. |
4821 | Maybe you’re right. | Misschien heb je gelijk. |
4822 | You may be right about that. | Daarover zou je gelijk kunnen hebben. |
4823 | Your research will surely bear fruit. | Je onderzoek zal zeker vruchten dragen. |
4824 | I am anxious about your health. | Ik maak mij zorgen over uw gezondheid. |
4825 | What’s your blood group? | Wat is uw bloedgroep? |
4826 | Is your school in this town? | Staat je school in deze stad? |
4827 | It’s your turn to sing. | Het is jouw beurt om te zingen. |
4828 | I’m very grateful for your help. | Ik ben erg dankbaar voor je hulp. |
4829 | I’m very grateful for your help. | Ik ben erg dankbaar voor uw hulp. |
4830 | Who is your favorite TV star? | Wie is je favoriete tv-ster? |
4831 | I lost your mail address. | Ik heb je e-mailadres verloren. |
4832 | I lost your mail address. | Ik ben je e-mailadres verloren. |
4833 | Choose a dress you like. | Kies een jurk die je bevalt. |
4834 | Choose a dress you like. | Kies een jurk die jullie bevalt. |
4835 | Do whatever you want. | Doe wat ge wilt. |
4836 | What should I call you? | Hoe zou ik je gaan noemen? |
4837 | I don’t mean you. | Ik bedoel jou niet. |
4838 | I’ll never forget you. | Ik zal je nooit vergeten. |
4839 | I’ll never forget you. | Ik zal jullie nooit vergeten. |
4840 | How many boys are there in your class? | Hoeveel jongens zijn er in jullie klas? |
4841 | Your mother is very young, isn’t she? | Je moeder is heel jong, niet? |
4842 | Your father is tall. | Je vader is groot. |
4843 | Your father is tall. | Jullie vader is groot. |
4844 | Your father is tall. | Uw vader is groot. |
4845 | How old is your father? | Hoe oud is je vader? |
4846 | May I request a favour of you? | Mag ik je om een gunst vragen? |
4847 | Let me introduce my mother to you. | Ik zal je aan mijn moeder voorstellen. |
4848 | Many people would agree with you. | Veel mensen zouden het met u eens zijn. |
4849 | Might I ask you a question? | Mag ik je iets vragen? |
4850 | May I ask you a question? | Mag ik je iets vragen? |
4851 | I’ll tell you about my father. | Ik zal je over mijn vader vertellen. |
4852 | I will show you my new car. | Ik zal u mijn nieuwe auto tonen. |
4853 | It was very nice seeing you again. | Het was erg leuk je weer eens gezien te hebben. |
4854 | Whenever I see you, I feel happy. | Wanneer ik je ook zie, ben ik gelukkig. |
4855 | I will show you some pictures. | Ik zal je wat foto’s laten zien. |
4856 | I will show you some pictures. | Ik zal jullie wat foto’s laten zien. |
4857 | I have no secrets from you. | Ik heb geen geheimen voor jou. |
4858 | I have good news for you. | Ik heb goed nieuws voor u. |
4859 | I have good news for you. | Ik heb goed nieuws voor jullie. |
4860 | I hope you won’t mind if I give you some advice. | Ik hoop dat het je niet uitmaakt, dat ik je enkele adviezen geef. |
4861 | I hope you won’t mind if I give you some advice. | Ik hoop dat je het niet erg vindt als ik je wat advies geef. |
4862 | I cannot lend this book to you. | Ik kan je dit boek niet lenen. |
4863 | I’m happy to see you. | Ik ben blij je te zien. |
4864 | Can I ask you a favor? | Mag ik je om een gunst vragen? |
4865 | I quite agree with you. | Ik ben het helemaal met je eens. |
4866 | I quite agree with you. | Ik ben het geheel met je eens. |
4867 | Let me exchange seats with you. | Laten we van plaats wisselen. |
4868 | I will discuss the question with you in detail. | Ik zal het probleem uitvoerig met je bespreken. |
4869 | Between you and me, Lisa, we know that I simply don’t like Nick. | Tussen jou en mij, Lisa, we weten dat ik Nick simpelweg niet mag. |
4870 | I really enjoyed your company. | Ik genoot echt van je gezelschap. |
4871 | You are both in the wrong. | Jullie hebben het allebei verkeerd. |
4872 | People of your age often have this problem. | Mensen van je leeftijd hebben vaak dit probleem. |
4873 | She will come if you ask her. | Ze zal komen als ge het haar vraagt. |
4874 | It is a pity you cannot come. | Het is zonde dat je niet kan komen. |
4875 | What is it that you really want to say? | Wat wilt ge echt zeggen? |
4876 | I will never force you to marry him. | Ik zal je nooit dwingen om met hem te trouwen. |
4877 | Will you show me what you bought? | Laat eens zien wat je gekocht hebt. |
4878 | We are hoping for your quick recovery. | We hopen dat je snel beter wordt. |
4879 | If it had not been for your help, I should have drowned. | Zonder uw hulp was ik verdronken. |
4880 | I was afraid that you had failed. | Ik was bang dat je gefaald had. |
4881 | Pretend you’re me. | Doe alsof je mij bent. |
4882 | Will you show me what you bought yesterday? | Zult ge mij tonen wat ge gisteren gekocht hebt? |
4883 | Will you show me what you bought yesterday? | Toon je me wat je gisteren gekocht hebt? |
4884 | The man you saw in my office yesterday is from Belgium. | De man die je gisteren in mijn kantoor zag komt uit België. |
4885 | Here’s a comfortable chair you can sit in. | Hier, een gemakkelijke zetel waarin ge kunt zitten. |
4886 | I want to know what you did this summer. | Ik wil weten wat je deze zomer gedaan hebt. |
4887 | I’ll miss you when you’re gone. | Ik zal je missen wanneer je weg bent. |
4888 | He will come if you call him. | Hij zal komen als ge hem roept. |
4889 | I understand you are going to spend your vacation in New Zealand. | Ik begrijp dat je jouw vakantie in Nieuw-Zeeland gaat doorbrengen. |
4890 | We often hear you sing. | We horen je vaak zingen. |
4891 | It will be hard for you to speak English. | Het zal moeilijk voor je zijn om Engels te spreken. |
4892 | What would you do if you had, say, ten thousand dollars? | Wat zou je doen als je, laten we zeggen, tienduizend dollar had? |
4893 | I’d like to join your group. | Ik zou me graag bij jullie groep aansluiten. |
4894 | Please tell me what you saw then. | Zeg mij wat ge op dat ogenblik gezien hebt. |
4895 | It is necessary that you go there at once. | Je moet er onmiddellijk naartoe gaan. |
4896 | I am relieved that you are safe. | Ik ben opgelucht dat je in veiligheid bent. |
4897 | Pity you can’t come. | Het is zonde dat je niet kan komen. |
4898 | We miss you very much. | We missen je heel erg. |
4899 | I am very happy that you have agreed to that plan. | Ik ben zeer blij dat je dat plan aanvaard hebt. |
4900 | I was expecting you at 11:00 a.m. | Ik verwachtte je om 11 uur. |
4901 | What happened to you last night? | Wat overkwam je gisteren? |
4902 | Let’s check it later. | Laten we daar later naar kijken. |
4903 | I know him. | Ik ken hem. |
4904 | As if you could kill time without injuring eternity. | Alsof je de tijd kunt doden zonder de eeuwigheid te verwonden. |
4905 | Tomorrow is my birthday. | Morgen ben ik jarig. |
4906 | The assistant took the money. | De assistent nam het geld. |
4907 | Asia is roughly four times the size of Europe. | Azië is ongeveer vier keer zo groot als Europa. |
4908 | Asia is much larger than Australia. | Azië is veel groter dan Australië. |
4909 | There are many people in Asia. | Er zijn veel mensen in Azië. |
4910 | Come the day after tomorrow. | Kom overmorgen. |
4911 | I’m always bored with films that have little action. | Films met weinig actie vervelen me altijd. |
4912 | I’m always bored with films that have little action. | Ik vind films met weinig actie saai. |
4913 | I dared to support his opinion. | Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen. |
4914 | Ireland is famous for lace. | Ierland staat bekend om zijn kant. |
4915 | Iris, what do you usually eat for breakfast? | Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt? |
4916 | I’m afraid the line is busy. | Ik ben bang dat hij in gesprek is. |
4917 | I’m afraid the line is busy. | Ik ben bang dat de lijn bezet is. |
4918 | I’m afraid we don’t have any left. | Ik vrees dat we er geen meer over hebben. |
4919 | He is a spoiled child. | Hij is een bedorven kind. |
4920 | He is a spoiled child. | Hij is een verwend kind. |
4921 | He is nasty. | Hij is vies. |
4922 | I’ll kill him. | Ik maak hem af. |
4923 | You don’t have to listen to what he says. | Je hoeft niet te luisteren naar wat hij zegt. |
4924 | I was deceived by him. | Hij heeft me bedrogen. |
4925 | He looks suspicious. | Hij ziet er verdacht uit. |
4926 | Now I remember. | Nu weet ik het weer. |
4927 | Oh, yes, I remember. | O, ja, dat herinner ik me. |
4928 | Yes. She used to be a very shy girl. | Ja, ooit was ze een heel schuchter meisje. |
4929 | Ah, when will they meet again? | Ah, wanneer ontmoeten ze elkaar weer? |
4930 | Yes, I’m coming. | Ja, ik kom. |
4931 | Here comes the train! | Hier komt de trein! |
4932 | Argh! My computer froze up again. | Jemig! M’n computer is alweer vastgelopen! |
4933 | What do the letters WHO stand for? | Waar staan de letters WHO voor? |
4934 | Do you accept Visa? | Aanvaardt u Visa? |
4935 | We lost sight of the UFO right away. | De ufo verdween onmiddellijk uit ons zicht. |
4936 | What is the precise meaning of “precise”? | Wat is de precieze betekenis van “precise”? |
4937 | How many CDs do you have? | Hoeveel cd’s hebt ge? |
4938 | How many CDs do you have? | Hoeveel cd’s heb je? |
4939 | A is the first letter of the alphabet. | A is de eerste letter van het alfabet. |
4940 | Apr. is an abbreviation for April. | Apr. is een afkorting voor april. |
4941 | Is it cheaper to call after 9:00? | Is telefoneren na 9 uur goedkoper? |
4942 | You have to be home by nine o’clock. | Je moet om negen uur thuis zijn. |
4943 | I will be back by nine. | Ik ben tegen negen uur terug. |
4944 | Can you come at nine? | Kan je om negen uur komen? |
4945 | An angle of 90 degrees is called a right angle. | Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek. |
4946 | Come here before seven o’clock. | Kom voor zeven uur naar hier. |
4947 | I want you to wait for me until I get through with work at 7. | Ik wil dat je op me wacht totdat ik klaar ben met mijn werk om zeven uur. |
4948 | The Star Festival is in July. | Tanabata wordt gevierd in juli. |
4949 | I’m taking a vacation from July 20 through August 8. | Ik ga van 20 juli tot 8 augustus op vakantie. |
4950 | Seven is a lucky number. | Zeven is een gelukbrengend getal. |
4951 | Seven dollars, please. | 7 dollar, alstublieft. |
4952 | I don’t mind getting up at six. | Ik vind het niet erg om om zes uur op te staan. |
4953 | I took the 61 bus. | Ik nam bus 61. |
4954 | Take any train on track 5. | Neem om het even welke trein op spoor 5. |
4955 | You should take the number 5 bus. | U moet bus 5 nemen. |
4956 | You should take the number 5 bus. | Jullie moeten bus 5 nemen. |
4957 | You may go on condition that you return by five. | Ge moogt weggaan, op voorwaarde dat ge tegen vijf uur terug zijt. |
4958 | Four times five is twenty. | Vier maal vijf is twintig. |
4959 | I have little more than 5 dollars. | Ik heb iets meer dan vijf dollar. |
4960 | Call me at four; I must take the first train. | Bel me om vier uur. Ik moet de eerste trein nemen. |
4961 | April is the fourth month of the year. | April is de vierde maand van het jaar. |
4962 | Do you know the reason why two-thirds of the students did not attend the student meeting? | Weet jij de reden waarom twee derde van de studenten niet bij de studentenvergadering was? |
4963 | The war began three years later. | De oorlog begon drie jaar later. |
4964 | I will answer within three days. | Ik zal binnen drie dagen antwoorden. |
4965 | Three babies crying incessantly gave me a headache. | Ik heb hoofdpijn gekregen van drie baby’s die onophoudelijk huilden. |
4966 | Three children were playing in the park. | Drie kinderen waren aan het spelen in het park. |
4967 | Each of the three boys won a prize. | Elk van de drie jongens hebben een prijs gewonnen. |
4968 | I am the oldest of the three. | Ik ben de oudste van de drie. |
4969 | 3 to the third power is 27. | Drie tot de derde macht is zevenentwintig. |
4970 | It is difficult to speak three languages. | Het is moeilijk om drie talen te spreken. |
4971 | I’d like to confirm my reservation for the 30th. | Ik wil graag mijn reservatie voor de dertigste bevestigen. |
4972 | For three hundred years they have farmed the surrounding land. | 300 jaar lang hebben ze het omliggende land bebouwd. |
4973 | I have two dogs. One is white and the other black. | Ik heb twee honden. De ene is wit, de andere zwart. |
4974 | Don’t be late for school again. | Kom niet weer te laat op school. |
4975 | The two buses resemble each other at first glance. | Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar. |
4976 | The two ladies smiled at each other. | De twee dames glimlachten naar elkaar. |
4977 | I’ll be back within two hours. | Ik ben binnen twee uur terug. |
4978 | May I ask a couple of questions? | Mag ik een paar vragen stellen? |
4979 | Two families live in the same house. | Twee gezinnen leven in hetzelfde huis. |
4980 | Two hundred fifty kilograms is an extraordinary weight even for a sumo wrestler. | Tweehonderdvijftig kilo is een uitzonderlijk gewicht, zelfs voor een sumoworstelaar. |
4981 | Please wait in front of Room 213. | Gelieve te wachten voor kamer 213. |
4982 | Can I call you back in twenty minutes? | Kan ik je over twintig minuten terugbellen? |
4983 | Twenty years is a long time. | Twintig jaar is een lange tijd. |
4984 | In the course of the twentieth century all this changed. | In de loop van de twintigste eeuw is dit alles veranderd. |
4985 | Two hundred people died of cholera last year. | Tweehonderd mensen stierven vorig jaar aan cholera. |
4986 | Two, four, six, etc. are even numbers. | 2, 4, 6 enz. zijn even getallen. |
4987 | A few students were left behind. | Enkele studenten waren achter gelaten. |
4988 | It will cost more than ten thousand yen. | Het zal meer dan 10.000 yen zijn. |
4989 | A dead leaf fell to the ground. | Een dood blad viel op de grond. |
4990 | A year has twelve months. | Een jaar heeft twaalf maanden. |
4991 | A watchman sat with his legs crossed. | Een bewaker zat met zijn benen gekruist. |
4992 | I plan to stay there a week. | Ik ben van plan hier een week te blijven. |
4993 | I’ll call you within a week. | Ik zal u bellen binnen de week. |
4994 | I’ll call you within a week. | Ik bel je binnen een week. |
4995 | How often, in a week, do you take a bath? | Hoeveel maal per week neemt ge een bad? |
4996 | Let’s get together here once a week. | Laten we hier een keer per week vergaderen. |
4997 | I’ve been looking for them for more than one hour. | Ik heb meer dan een uur naar ze gezocht. |
4998 | He will be back in an hour. | Hij zal over een uur terug zijn. |
4999 | I will be back in an hour. | Ik ben over een uur terug. |
5000 | I will come to you in an hour. | Over een uur kom ik bij je. |